De stenen waarmee de hunebedden in Nederland zijn gebouwd zijn zogenaamde zwerfstenen, afkomstig uit Scandinavië. Ze zijn naar het zuiden gevoerd door het oprukkende landijs tijdens ijstijden.
Een hunebed of dolmen is een megalithische (Oudgrieks: μέγας megas: groot, λίθος lithos: steen) grafkamer uit het neolithicum (4000-3000 v. Chr.) die bestaat uit ten minste drie, maar vaak (veel) meer staande draagstenen, overdekt door een of meer dekstenen.
Stenen die het ijs onderweg tegenkwam, zijn in het ijs mee naar Nederland gekomen. Toen het ijs weer smolt, zijn de stenen blijven liggen. Dat zijn de grote stenen waarmee de hunebedden zijn gebouwd. We noemen die stenen daarom ook wel zwerfkeien: ze zijn vanuit het Noorden helemaal hierheen gezworven.
In de hunebedden lag een keienvloer oftewel een vloer gemaakt van keitjes.Bij opgravingen werden ook afscheidingen in de grafkamer gevonden. Dus mogelijk was de grafkamer in meerdere ruimtes verdeeld, zie hieronder. De overledenen lijken op de keivloer te zijn neergelegd met daar omheen grafgiften.
Tijdens een ijstijd (150.000 jaar geleden) schuiven enorme keien in gletsjers vanuit Scandinavië naar de Lage Landen. Het ijs smelt en de keien blijven achter. Daar worden later stenen grafkelders van gemaakt. Men denkt dat bij de bouw van de hunebedden boomstammetjes zijn gebruikt waar de keien overheen konden rollen.
De hunebedden zijn gebouwd door de boeren van de zogeheten Trechterbekercultuur (tussen ruwweg 4000 en 2700 v.Chr.). Op de plekken waar stenen te vinden waren, bouwden ze hunebedden op hogere plaatsen in het landschap.
Hunebedden zijn gemaakt van zware keien. Zwerfkeien worden ze genoemd en de zwaarste wegen meer dan 40 ton. Ze zitten in de bodem in heel Noord-Nederland, maar de meeste in Drenthe. Omdat er in Nederland nooit bergen met rotsen zijn geweest, was het lange tijd een raadsel hoe die enorme keien hier terecht zijn gekomen.
De hunebedbouwers bouwden prachtige graven voor hun doden: de hunebedden. De hunebedden zijn stenen grafkamers in Noord-Nederland (in het bijzonder Drenthe) waarin meerdere mensen werden begraven. De overledenen kregen eten en drinken in potten mee, maar ook gereedschap, wapens en sieraden.
Het Trechterbekervolk bouwden de hunebedden voor hun overledenen. Als er iemand was overleden, werd hij of zij begraven in een hunebed. Het was een gemeenschappelijk graf, want alle overledenen lagen hier bij elkaar. Soms lagen er wel honderden overledenen bij elkaar begraven in een hunebed.
D27 Borger
Dit hunebed bevindt zich pal naast het Hunebedcentrum en is met zijn lengte van 22,5 meter, 9 dekstenen op 26 draagstenen en 2 sluitstenen en een complete poort het grootste hunebed van Nederland. En ook het meest complete en zonder twijfel ook het meest fotogenieke.
Deze stenen werden door de hunebedbouwers verplaatst met rollers of een slede en touwen. In de winter was het gemakkelijk om de stenen over de bevroren grond te verplaatsen. De dekstenen werden op een ingegraven stapel van boomstammen of een heuvel van aarde gelegd.
De hunebedbouwers zagen er niet veel anders uit dan wij, maar waren wel kleiner: tussen de 155-165 centimeter. De mensen zullen een lichte huid hebben gehad met blond of bruin haar en blauwe ogen. Onze hunebedbouwers – de eerste boeren in het noorden van Nederland.
De Nederlandse en Noord-Duitse Hunebedden, 'megalietgraven' (uit Grieks megas, groot en lithos, steen), zijn gebouwd uit zwerfstenen, die door het landijs van het Saalien vanuit Scandinavië aangevoerd zijn. Bepaalde plekken lagen er vol mee toen de hunebedden gebouwd werden uit zwerfstenen tot ca.25.000 kg zwaar.
Hunebedden zijn het symbool van de provincie Drenthe. Ze werden 5000 jaar geleden door boerenstammen gebouwd. 54 van deze graven hebben de tand des tijds doorstaan. Ieder hunebed is een tombe gemaakt van enorme, massieve stenen.
De hunebedden in Nederland zijn megalithische grafheuvels gebouwd in de nieuwe steentijd, het Neolithicum, van 3450 tot circa 3250 v. Chr., maar ze zijn gebruikt tot circa 2850 v. Chr. Dit valt onder andere af te leiden uit het gebruikte aardewerk, waaronder de gedurende de gehele periode gebruikte trechterbeker.
De hunebedden zijn gebouwd door de mensen van de Trechterbekercultuur in de Nieuwe Steentijd (3400 – 2850 voor Chr.), het waren jagers-verzamelaars-boeren. Deze boeren in Noord-Nederland waren grotendeels afhankelijk van de jacht en het verzamelen.
De grootste steen weegt meer dan 20 ton en dan te bedenken dat deze zo'n 150.000 jaar geleden met een ijstijd hierheen is geschoven, helemaal vanuit Zuid-Finland.
Verzamelen van de stenen in de omgeving van het hunebed. Tot een uur lopen (5 kilometer) werd er gezocht naar geschikte stenen. Deze stenen werden verplaatst met rollers of een slede en touwen door de hunebedbouwers. In de winter was het gemakkelijk om de stenen over de bevroren grond te verplaatsen.
Hunebedden horen bij Drenthe zoals het Paleis op de Dam onvervreemdbaar bij Amsterdam hoort. Zowel voor de inwoners van Drenthe zelf als voor toeristen en archeologen zijn dit dé iconen en beeldbepalers van het Drentse cultuurlandschap. In totaal zijn er nog 53 zichtbare hunebedden in Nederland.
In Borger bij het Hunebedcentrum vind je het grootste hunebed van Nederland: hunebed D27. Het hunebed is gratis te bekijken. Daarnaast kan je ook het museum van het Hunebedcentrum bezoeken. Hunebed D27 is het grootste hunebed van Nederland.
Hunebed definities
Verbuigingen: hunebedje (verkleinwoord) is een megalithische (Grieks: mega = groot, lithos = steen) steenkamer uit de prehistorie die bestaat uit staande draagstenen, overdekt door platte dekstenen Voorbeeld: 'In Drente staan nog meer dan 50 hunebedden. '...
Hunebedbouwers worden ook wel de mensen van de Trechterbekercultuur genoemd, omdat ze bekers van klei maken in de vorm van een trechter. Het volk is vooral bekend van de mooie stenen graven, maar maken ook prachtige vuurstenen bijlen en bijzonder versierd aardewerk.
Bij het dorpje Bronneger liggen vijf hunebedden dicht bij elkaar, je vind er hunebed D21, dat waarschijnlijk het oudste hunebed van Nederland is, en D22, het kleinste hunebed van Nederland.