Een behandeling van ticstoornis met cognitieve gedragstherapie levert bij de meeste mensen met tics een klachtenverlichting op. Bij zo'n 70% van de mensen verminderen de ernst en het aantal tics met 30 tot 50%.
Iedereen kan een tic ontwikkelen
De meeste tics die veel voorkomen bij kinderen verdwijnen spontaan weer. Als een tic aanhoudt en in sterkte of frequentie toeneemt, dan is een afspraak met de huisarts maken een verstandig besluit.
De oorzaak van tic-stoornissen is niet volledig duidelijk, maar vermoedelijk zijn ze voor een groot deel genetisch bepaald, in combinatie met bepaalde omgevingsfactoren, zoals angst, emotionele stress en vermoeidheid.
Heftige prikkels, angst, stress en vermoeidheid kunnen de tics verergeren. Niet iedereen die last heeft van tics, heeft Gilles de la Tourette. De aandoening moet worden vastgesteld door een psychiater of neuroloog.
Tegenbeweging doen als je de tic voelt aankomen
Je moet er veel mee oefenen. Als de tic vaak alsnog komt zodra je met de tegenbeweging stopt, dan moet je de tegenbeweging nog wat langer volhouden. Soms kun je er ook voor kiezen om ze even niet tegen te houden.
Welke medicijnen worden gebruikt bij tics? Antipsychotia kunnen soms helpen tics te onderdrukken. Voorbeelden zijn haloperidol, olanzapine, pimozide en risperidon. Cannabis wordt gebruikt bij het syndroom van Gilles de la Tourette.
De meeste tics verdwijnen weer na enkele maanden tot een jaar. Een tic is een plotselinge, onwillekeurige, snelle, herhaalde, niet ritmische motorische beweging of vocale uiting. Een persoon met een tic heeft het gevoel deze tic moeilijk of niet te kunnen tegen houden, de tic wordt ervaren als onbedwingbaar.
Gilles de la Tourette kan niet genezen worden. "Het is een genetische aandoening, je bent ermee geboren. Maar omstandigheden kunnen effect hebben op hoe het opspeelt. Bij stress wordt het dan erger.
Mensen met een dwangstoornis zijn bang dat iets helemaal misgaat en controleren daarom steeds of de deur op slot zit of wassen constant hun handen omdat ze heel erg bang zijn om ziek te worden. Als je een tic hebt dan beweegt jouw lichaam zonder dat jij dat wilt.
De precieze oorzaak van Gilles de la Tourette is niet bekend. Wat we wel weten is dat genetische aanleg een rol speelt. Daarbij is waarschijnlijk niet één gen betrokken, maar meerdere genen. Vervolgens zijn er één of meerdere 'triggers' voor nodig om de tics tot uiting te laten komen.
Sommige kinderen met Tourette hebben heel veel tics tegelijk, anderen maar een paar. Bij sommige kinderen kun je ze goed zien, bij anderen vallen ze niet echt op. Wat wel hetzelfde is: iedereen met Tourette heeft minstens 3 tics gehad: 2 bewegingstics en 1 geluidstic. Ook moeten de tics er al meer dan een jaar zijn.
Je hebt het gevoel dat je woorden moet zeggen en kunt dat niet stoppen. Soms maak je geluidjes waar je geen controle over hebt. Als je je daarin herkent kan het zijn dat je een tic hebt. Tics zijn bewegingen of geluiden die je maakt, zonder dat je dat eigenlijk wilt.
Eentje die heel vervelend kan zijn voor wie hier last van krijgt: tics door stress. Wanneer je kampt met te veel stress, kun je impulsen niet goed genoeg verwerken. Dit kan zich dus ook fysiek gaan uiten, onder andere in tics (zenuwtrekjes) door stress. Heb je hier last van, dan kan dit zeer vervelend zijn.
Stotteren is gerelateerd aan het extrapiramidaal motore systeem en vertoont veel klinische overeenkomsten met TS dat ook veroorzaakt wordt door een extrapiramidale disfunctie. Deze bevindingen wijzen er met grote waarschijnlijkheid op dat stotteren en Tourette syndroom pathogenetisch verwant zijn.
Kenmerken van Tourette
Het belangrijkste kenmerk van Tourette is het hebben van tics: plotselinge bewegingen en geluiden waar je weinig controle over hebt. Iedereen heeft weer andere tics. Zo kan het zijn dat je steeds snel knipoogt, met je hoofd schudt, of je schouders optrekt.
Veel kinderen met Tourette houden niet van onverwachte veranderingen. Zorg dat er een ruimte beschikbaar is, waar het kind kan “ontladen.” De mogelijkheid dat dit kan, werkt op zich al stress verminderend voor het kind. Het kind voelt zelf aan wanneer het even weg moet. Sport helpt soms de tics verminderen.
Aangezien de tics niet onder contrôle te brengen zijn, heeft een beloningssysteem geen zin. Zo weinig mogelijk aandacht aan schenken is het beste voor iedereen. Tics gericht op personen zijn altijd onaanvaardbaar (maar kunnen wel uitgelokt zijn). Formuleer regels positief.
Onder deze beperkingen vallen onder andere: Licht verstandelijke beperking, Ernstig meervoudige beperking, Autisme, Moeilijk verstaanbaar gedrag, Doofblindheid, Prader Willi Syndroom, Syndroom van Down, Syndroom van Gilles de la Tourette, Smith Magenis Syndroom en Foetaal Alcohol Syndroom.
Een ticstoornis wordt gekenmerkt door korte en plotselinge bewegingen of geluiden die iemand ongewenst maakt. Zoals hoofdschudden, oogknipperen, keelschrapen en geluiden maken. We noemen dit motorische (bewegingen) en vocale (geluiden) tics.
Vaak begint de aandoening met motorische tics, eerst van het hoofd en later over het hele lichaam. Ook de vocale tics beginnen meestal met eenvoudige geluiden, maar kunnen evolueren tot lange zinnen. Veel mensen die aan het syndroom van Gilles de La Tourette lijden hebben ook last van een dwangstoornis.
De eerste tics beginnen meestal rond de leeftijd van 6 jaar. Soms doen ze zich pas later voor, maar in principe voor het 21e levensjaar. De tics kunnen je hele leven blijven. Maar in meer dan de helft van gevallen worden het aantal en de intensiteit van de tics minder rond de pubertijd.
Het syndroom is vernoemd naar de Franse neuroloog Georges Gilles de la Tourette (1857-1904). Het syndroom is een genetische, erfelijke en neurologische aanlegstoornis die gekenmerkt wordt door motorische en vocale tics.
Tourette gaat vaak samen met andere aandoeningen, voornamelijk ADHD en OCD (dwangneurose) en minder vaak ook ASS (autisme spectrum stoornis). Mensen met Tourette zijn extra gevoelig voor onder andere depressie, angststoornissen, slaap- en concentratieproblemen.
Help je kind door met hem te praten en goed te luisteren. Neem je kind serieus en praat regelmatig met je kind, zodat je weet wat er in je kind omgaat. Vraag ook eens aan de leerkracht op school hoe het daar met je kind gaat en of zij iets herkennen van het dwangmatige gedrag.