Met het Deltaprogramma beschermt de overheid Nederland nu en in de toekomst tegen overstromingen. Ook zorgen plannen uit dit programma voor voldoende zoetwater. In het Deltaprogramma wordt onder andere het Nationaal Waterplan uitgewerkt.
In april 1953 waren nog elf dijken niet gedicht. Op 6 november, zeven maanden na de Ramp, werd het laatste gat bij Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland gesloten. Lang voor de Watersnoodramp van 1953 hadden dijkenbouwers het zogenaamde 'Deltaplan' bedacht. Dat was een plan om de zeearmen in Zuidwest-Nederland af te sluiten.
Vanaf de 11e eeuw werden er terpen en dijken gebouwd om de mensen te beschermen tegen het water. Op de terpen werden in de 11e eeuw de kerken gebouwd, dit om de kerken tegen het water te kunnen beschermen. Rond de terpen werden vaak de dorpjes gebouwd. Ook werden er polders gemaakt.
Het doel is een veilig rivierengebied. De rivier krijgt op meer dan dertig plaatsen langs de IJssel, Rijn, Lek en Waal meer ruimte zodat de Rijn meer water kan afvoeren naar zee. Het programma is een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten.
De Watersnoodramp van 1953 is de grootste Nederlandse natuurramp van de 20ste eeuw. Een zware noordwesterstorm in combinatie met springtij, zorgde ervoor dat grote delen van ons land overstroomden. 1.836 mensen overleefden de ramp niet, tienduizenden dieren lieten het leven en ook huizen werden kapotgemaakt.
Maatregelen na de ramp
Op ongeveer 500 plaatsen waren er gaten in de dijken gekomen. Na de ramp is het herstel van de dijken meteen begonnen. Nog dezelfde nacht zijn ze de gaten gaan dichten met zandzakken. De grote gaten die niet goed gedicht konden worden met zandzakken werden gedicht met caissons.
Een gemiddelde , geheel bewolkte dag met een gemiddelde temperatuur van 5.1 ℃. De wind was hard en kwam uit West - Zuid-Westlijke richting.
In het Deltaprogramma staat hoe we ons tegen hoogwater kunnen beschermen en hoe we zorgen voor voldoende zoetwater. We snoeien 2% van de begroeiing in de uiterwaarden. Zo kan het water in de rivier goed blijven doorstromen.
De belangrijkste rivieren die vanuit Nederland in de Noordzee uitmonden zijn de Rijn, de Maas en de Schelde. Deze drie grote rivieren zorgen er samen voor dat 2,7 miljoen liter water per seconde de Noordzee instroomt.
Om Nederland te beschermen tegen overstromingen, heeft ons land ruim 3.700 km aan waterkeringen.
De lusten en lasten van het water
Dat betekende dat er met molens en gemalen, polders en dijken en later met waterwerken als de Afsluitdijk en de Deltawerken het water onder controle moesten krijgen.
Nederland en water; ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Natuurlijk is er de beroemde kust, maar daarachter schuilt een boeiend landschap van sloten, vaarten, kanalen, plassen, meren en rivieren.
WEST-BRABANT - De fatale watersnood van 1953 is alweer 65 geleden Maar dat wil niet zeggen dat de geschiedenis zich niet kan herhalen. ,,Mijn grootste zorg is dat mensen tegenwoordig niet langer de noodzaak zien om de strijd tegen het water te blijven voeren.''
Het eerste grote werk dat voltooid werd was de Stormvloedkering Hollandse IJssel. Deze stormvloedkering bij Rotterdam en Krimpen aan den IJssel werd in 1958 in gebruik genomen. Een ander zeer prominent onderdeel van de Deltawerken werd in 1986 geopend: de Oosterscheldekering.
Het deltaplan. In dit plan stond dat stormvloeden tegengehouden moesten worden door middel van dammen en dijken. Alle zeearmen in Zeeland zijn met dammen afgesloten. Alleen de Westerschelde is open gebleven voor schepen die naar Antwerpen moesten.
Van alle landen in Europa heeft Nederland veel wateroppervlakte: 11 procent. Finland (16 procent) en Zweden (12 procent) hebben nog net iets meer water. Zo is de Nederlandse grond verdeeld: 12 procent steden, wegen en spoor.
Rivieren kun je onderverdelen in twee soorten: Oceanische rivieren: dit zijn rivieren die uitmonden in een zee of een oceaan. Continentale rivieren: dit zijn rivieren die eindigen in een meer, moeras of woestijn.
Dijken, duinen en dammen beschermen Nederland
Waterkeringen, zoals dijken, duinen en dammen, beschermen ongeveer 60% van Nederland tegen overstromingen. In dit overstroombare gebied wonen zo'n 9 miljoen mensen. Dit aantal neemt toe. Ook is de economische waarde in deze gebieden gestegen.
Om Nederland te beschermen tegen overstromingen, heeft ons land ruim 3.700 km aan waterkeringen. Zonder deze keringen zouden grote gebieden van Nederland onderlopen met water. Naast natuurlijke keringen, zoals duinen, zijn er bijna 1.500 aangelegde keringen: dijken, dammen, stuwen, gemalen en stormvloedkeringen.
Een waterkering is een object dat als functie het tegenhouden van (oppervlakte)water heeft. Het kan de grens vormen tussen twee peilgebieden, of achterliggend land beschermen tegen oppervlaktewateren zoals zeeën, meren en rivieren.
Overstromingen in Nederland. In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere.
Ruim 200.000 koeien, paarden, varkens en ander vee komen om in het water en meer dan 200.000 hectare landbouwgrond komt onder (zout) water te staan. Drieduizend woningen en 300 boerderijen worden vernietigd en nog eens 40.000 huizen en 3.000 boerderijen raken beschadigd.
Ongeveer 59% van het Nederlandse landoppervlak loopt een overstromingsrisico: 26% ligt onder zeeniveau, 29% kan overstromen als rivieren massaal buiten hun oevers treden en 4% ligt buitendijks. Gezien de potentiële gevolgen behoren overstromingen tot de ergste rampen die Nederland kunnen treffen.