De afstand van het water tot het hoogste punt van het schip staat bekend als kruiphoogte. De afstand tussen het water en de brug of het dak van de tunnel wordt doorvaarthoogte genoemd.
De volgende onderdelen moet je in ieder geval kennen: blok; landvast; zwaard; helmstok; roer; mast; giek; val; schoot; halshoek; schoothoek; grootzeil en fok.
Een platte achterkant van een boot of een schip noemt men de spiegel.
Een dek of scheepsdek van een schip is de horizontale afscheiding tussen de diverse compartimenten. Het belangrijkste is het dek dat de romp afsluit aan de bovenkant. Naast de afsluitende functie draagt dit dek ook bij aan de scheepssterkte.
De boeg is het voorste deel van een schip/boot. De boeg vormt de voorste punt in de voorsteven. Het merendeel van de boegen hebben als doel de scheepsweerstand te verminderen en stampen van het schip te verminderen.
Kooi - Een kooi is een bed aan boord van een boot.
Hoewel het roer bij de meeste schepen achteraan staat, zit het roer van de meeste kleine jachten en plezierboten vooraan. Het woord 'roer' wordt binnen de scheepvaart eigenlijk niet vaak meer gebruikt. Ze noemen het vaker 'de brug'. De brug van een schip zit om praktische redenen achteraan.
In het eerste geval wordt het centrale deel dan het middenschip of de middenbeuk genoemd en de vaak aan weerszijden gelegen delen worden dan de zijbeuken genoemd.
De mast zelf bestaat uit 1 of meerder mastdelen en een vorkenbord (waar de vorken aan hangen), kettingen en hydraulische cilinders.
Over de buitenkant van de spanten wordt de scheepshuid (bekleding romp) aangebracht. De binnenkant van de spanten wordt bij vrachtschepen soms bekleed met de wegering (langsplanken).
Leren zeilen is relatief gemakkelijk en de meeste mensen zijn in staat om na een paar uur zeilles met een boot te zeilen. Een zeilboot veilig en met expertise beheersen is voor sommige wel een een levenslange opgave. De meeste zeilers mogen zich ervaren noemen na 5 jaar intensief zeilen.
De boomstamkano van Pesse is het oudste vaartuig ter wereld. Er zijn wel eens twijfels geweest of de boot van Pesse wel een vaartuig kon zijn. Daarom is er een experiment met een replica uitgevoerd en daaruit bleek dat er prima mee gevaren kon worden en de kano stabiel in het water lag.
Boten zijn vaak kleinere vaartuigen die meestal alleen als pleziervaartuig worden gebruikt. Schepen, denk aan vracht- en zeilschepen, zijn daarentegen een stuk groter en kunnen ook voor de beroeps- en chartervaart worden gebruikt.
Afvallen: De boeg van de wind afsturen (tegengesteld = oploeven). Afhouden: Schade vermijden door de boot tegen te houden. Bak: Een zeil staat “bak” als de wind er van de verkeerde kant inblaast. Bakboord: Linkerzijde van de boot als u met het gezicht naar de boeg staat.
Vrachtschepen: Als de stuurhut achterop staat zie je meteen hoe het schip reageert. Daarnaast wordt op die manier alle techniek makkelijker. De afstand tussen de motor, de besturing enz is korter wanneer de stuurhut achterop zit.
3. Kajuitboot. Een kajuitboot is een boot die weliswaar over een kajuit en een motor beschikt, maar niet groot en luxueus genoeg is om als kajuitmotorjacht te worden bestempeld. Goed om te weten: niet alle boten vallen eenduidig onder een categorie.
Een apsis of abside (absidiool) is een halfronde, of veelhoekige, nisvormige ruimte aan een basilica, kerk, kathedraal of tempel.
Doorgaans is één roer voldoende om op koers te blijven. Voor een ontwerper bestaan meerdere redenen om twee roeren te tekenen. Soms vanwege het vaargebied, om een derde, stabiliserende poot te bieden bij het droogvallen. Vaker om een boot met een breed achterschip op koers te kunnen houden.
Links en rechts
Bakboord is de linkerzijde van een schip. Stuurboord is de rechterzijde. Inderdaad, zó simpel is het. Bakboord en stuurboord duiden dus op de linker- en rechterzijde van een schip, niet op de linker- en rechterzijde van een persoon; je kijkt altijd van achteren naar voren.
De meeste boten gebruiken een roerblad om te kunnen sturen. Dit roerblad kan je naar bakboord (links) en naar stuurboord (rechts) bewegen. Een roer heeft roerdruk nodig om te kunnen functioneren. Roerdruk ontstaat door stromend water langs het roerblad te laten gaan.
Een kajuit is de verblijfplaats voor opvarenden aan boord van een schip of boot; ze wordt ook wel hut genoemd. Oorspronkelijk werd alleen het verblijf van de kapitein een kajuit genoemd. Bij de marine is het nog steeds zo dat de term uitsluitend gebruikt wordt voor de hut van de commandant.
De bemanning of bezetting is het personeel van een vaartuig, vliegtuig of voertuig. Het is de groep mensen die aan boord werken van een boot, schip, vliegtuig of ruimtevaartuig, of die een militair voertuig of een stuk artillerie zoals een tank of houwitser bedienen.
Een bijboot is een klein bootje, dat gebouwd en bestemd is om op een binnenschip te worden meegenomen of als volgboot achter een klein binnenschip of jacht te worden gesleept.