Een kaarsendover (ook wel kaarsenstok of domper genoemd) is een hulpmiddel om de vlam van een kaars te doven. Het bestaat veelal uit een kegelvormig metalen kapje aan een steel, soms is het klokvormig dan wel een halve bol.
Bij plotseling afkoelen op een voorwerp zouden ze zich groeperen en als roet afscheiden. In de gele lichtgevende zone is de temperatuur van de vlam ongeveer 1200°C. De kaars dankt haar toepassing als lichtbron aan de onvolledige verbranding van het kaarsvet in deze zone.
Bij temperaturen boven de 42 °C kan kan je ernstige brandwonden oplopen. Kaarsvet smelt bij een temperatuur van 55 °C, hanteer het met grote voorzichtigheid.
Doof de kaars altijd met een kaarsendover en gebruik geen water. Blaas de kaars bij voorkeur niet uit. Dit voorkomt spatten van het warme kaarsvet. Gebruik altijd een onbrandbare kaarsenhouder.
Doof een kaars door het lont in de vloeibare was onder te dompelen en direct weer op te richten. Een brandende kaars nooit met water doven. Als een kaars eenzijdig opbrandt, kunt u het brandende lont voorzichtig opzij buigen. Een koud lont kunt u niet buigen.
Het uitblazen van een kaars is misschien wel de bekendste manier om een kaars te doven. Toch is dit ook de minst gezonde optie. Tijdens het uitblazen ademt u namelijk rook in.Daarnaast kunt u fijnstof inademen.
Zonder kaarsendover adem je de rook bijna onvermijdelijk in. Een uitgeblazen maar nog nagloeiende lont is niet warm genoeg om het kaarsvet om te zetten in kooldioxide. Door die onvolledige verbranding ontstaat een walm waar onder andere fijnstof in zit en die dus beter niet ingeademd wordt.
-Gebruik de deksel van de kaars als onderzetter zodat de ondergrond niet te heet kan worden en beschadigen. *Poolen:Wanneer een kaars correct gebrand wordt zal deze poolen. De soja zal tot aan het glas vloeibaar worden zonder een vaste ring van soja tegen de rand.
Dat komt omdat het vet van het waxinelichtje in brand kan vliegen. Het is slecht voor je gezondheid. Er komt drie tot vijf keer meer koolmonoxide en fijnstof vrij dan wanneer je een waxinelichtje vrij laat branden. Je warmt je huis er niet mee op.
Dit klinkt misschien heel cliché, maar het is zeker waar. Door kaarsen te branden wordt je huis warmer. Ergens wel logisch toch? Kaarsen geven immers vuur en dus warmte af.
Uiteraard bepaalt de dikte en de lengte wel de houdbaarheid van de kaars. Uit onderzoek is gebleken dat een kaars ongeveer gelijk staat aan 80 Watt. Een elektrische kachel daarentegen verwarmt met een vermogen van 1600 Watt. Je hebt dan ongeveer 20 kaarsen nodig om een ruimte te verwarmen.
Bij het branden van kaarsen komen giftige stoffen vrij. Een kaars brandt op een relatief lage temperatuur, waardoor er fijnstof zoals roet vrijkomt. Fijnstof zie je niet, maar het kan wel schadelijk zijn voor je gezondheid. Het kan leiden tot astma of andere luchtwegproblemen.
Groene kaarsen – Geld, vruchtbaarheid, geluk, overvloed, gezondheid, succes. Roze en roze kaarsen – Positieve zelfliefde, vriendschap, harmonie, vreugde. Gele kaarsen – Gedachten realiseren en manifesteren, vertrouwen, plannen in actie brengen, creativiteit, intelligentie, mentale helderheid, helderziendheid.
Zo lang je dat snel doet, is er niks aan de hand. Je moet niet in de vlam blijven hangen. Dan verbrandt je je vinger. De temperatuur kan namelijk oplopen tot 1200 graden Celsius.
Temperatuur. De temperatuur van een vlam varieert, meestal is dat tussen de 300° en (bijvoorbeeld bij een autogeenbrander) 3100° Celsius. Als materie zo heet wordt dat het begint te gloeien, dan ontstaan er gassen die vervolgens kunnen oxideren.
Hoewel één kaars waarschijnlijk niet veel extra warmte geeft in een ruimte, kunnen een aantal kaarsen zeker een bijdrage leveren aan de warmte in uw horecazaak. Waxinelichtjes produceren ongeveer 20 Watt warmte. Om een warmte van 1000 Watt te evenaren, zijn ongeveer twintig waxinelichtjes nodig.
Het is belangrijk dat het theelichtje niet aan externe warmtebronnen wordt blootgesteld en zijn warmte kwijt kan, want als de temperatuur 370 graden Celsius bereikt, wordt de waxine gasvormig en kunnen grote steekvlammen ontstaan.
De originele 'waxinelichtjes' - die naam is een mix van 'wax' en 'paraffine - waren 'bloot'. Verkade verkocht ook glazen houdertjes waar de lichtjes in pasten.
“Als je meerdere kaarsen opsteekt moet je echt wel gaan ventileren om het gezond te houden, en ventileren is juist niet zo energiezuinig”, zegt van Setten. Om je huis te verwarmen heb je meerdere bloempotkacheltjes nodig.De warmte van de waxinelichtjes is veel lager dan bijvoorbeeld een cv-ketel op gas.
2) Zout water
Door jouw favoriete kaarsen enkele uren in zout water te leggen branden ze een stuk langer, zorg ervoor dat de kaarsen goed droog zijn voordat je ze gaat aansteken. Je zult zien dat ze langer branden, maar ook dat de kaars minder druipt én dat de vlam van de kaars een stuk feller is.
Het bestaat veelal uit een kegelvormig metalen kapje aan een steel, soms is het klokvormig dan wel een halve bol. Door het kapje dicht boven de vlam te houden dooft de vlam, doordat er een zuurstoftekort ontstaat.
Door de warmte-ontwikkeling kan het glas kapot springen. Brand kaarsen alléén in een houder gemaakt van niet-brandbaar materiaal.
Je kan de kaars best doven door er met een oude lepel kaarsvet over de wiek te gieten of door een potje over de wiek heen te zetten.
Dankzij het gebruik van de beste grond- en geurstoffen roeten de Bolsius kaarsen niet zwart en walmen of roken ze niet. Ook met het aantal branduren en de brandzekerheid zit het goed. De lonten van de kaarsen en theelichtjes, ook wel kaarsenpitten genoemd, zijn zo gevlochten dat ze een mooie schitterende vlam geven.
Gelovigen branden kaarsen om verschillende redenen: om hun voorbeden voor anderen kracht bij te zetten (met name bij ziekte en verdriet), uit dankbaarheid, tot gedachtenis aan een dierbare overledene, uit eerbied voor een afgebeelde heilige, etc.