Waar moet je naartoe? Er zijn in Italië veel benamingen voor de bakkerij: il panificio, la pannetteria of il fornaio .
Bruin brood heet pane integrale en er zijn meerdere soorten. In Midden-Italië is pane integrale meestal zonder zout, maar er zijn ook soorten met zout. Wil je graag bruin brood met zout dan kun je vragen naar 'pane integrale con sale'.
Toscaans brood is zonder zout! Pane sciocco heet dat. Een legende zegt dat in de XII eeuw de stad Pisa het zout duur liet betalen aan de stad Florence. De inwoners van Florence protesteerden hiertegen door brood zonder zout te maken.
Het is een doodsimpel broodje van meel, gist, water, zout, soms een beetje suiker en olijfolie. Je ziet ze in elke bakkerij, en dat is geen toeval. Goedkoop brood is namelijk een basisrecht in Italië. Je mag bakken wat je wilt als bakker, maar je bent verplicht om Il pane comune in je assortiment te hebben.
Zoals in Frankrijk het stokbrood niet weg te denken is, vind je in Italië overal de ciabatta: slof of pantoffel in de moedertaal. Grappig genoeg bakken juist de Italianen hun ciabattas met de Franse slag.
Je hebt dan om 18.00 uur nog geen zin om alweer te gaan eten. Bovendien zijn de Italianen erg laat klaar met werken, waardoor het diner automatisch ook laat is. Het diner in Italië bestaat uit in totaal 5 gangen en is dus ook weer erg uitgebreid.
Hou je van zoete brioches of cornetti (croissants), met jam, honing of Nutella dan zit helemaal goed in Italië. De Italianen ontbijten namelijk het liefst zoet. Ze ontbijten thuis met een kop warme melk en koekjes om lekker te dopen of buiten de deur bij een barretje met een cappuccino met een brioche.
Vaak eten ze er een brioche bij, het Italiaanse equivalent van de Franse croissant, maar dan gevuld met banketbakkersroom, chocola, Nutella of jam. Of kiezen ze voor een van die andere zoete broodjes waar de vitrine bij de toonbank 's ochtends vroeg vol mee ligt.
Ciabatta is een broodsoort die van oorsprong uit Italië komt. In tegenstelling tot andere Italiaanse broodsoorten is de ciabatta een relatief nieuwe broodsoort. De eerste productie ervan wordt geclaimd door Arnaldo Cavallari in 1982 in Veneto, waarbij het als tegenhanger van de Franse baguette werd gezien.
Écht Toscaans brood is zoutloos brood dat vroeger zo werd gemaakt vanwege de hoge zoutbelasting. Om het gebrek aan zout in het brood te compenseren, belegde men dit met zoutig beleg als ansjovis of zoute ham soorten.
Ons brood wordt gemaakt van bloem (van tarwe, spelt of een ander graan), gist, water en zout. In Toscane (en een gedeelte van Umbrië) echter gebruikt men geen zout in het brood. De reden dat men brood zonder zout eet is niet gebaseerd op redenen van gezondheid maar meer op een de historie van de streek.
Tarwe zoals tarwe bedoeld is, maar dan zónder toegevoegd zout! Speciaal voor mensen die zout- of natrium arm moeten eten. Hoewel zonder zout, toch een smakelijk bruin brood. 1 boterham weegt circa 33 gram.
Dit grote, platte brood dankt zijn naam aan de tijd dat de Etrusken in Noord-Italië het op een hete steen bakten boven de kooltjes van een vuur dat nog nagloeide.
Het is niet gebruikelijk om fooi te geven in Italië. Meestal zijn er wel servicekosten van rond 10% berekend. Dus vergeet niet om te controleren of dit bedrag niet al is opgenomen in het totaalbedrag. In sommige Italiaanse restaurants berekenen zij ook “coperto”.
In Italië geldt namelijk een accijns van €2.99 per Hectoliter (100 liter) op alle alcoholische dranken, terwijl het accijns in Nederland begint bij €8,83 en kan oplopen tot €47.48(!) per Hectoliter (Accijnzen EU). Eet je liever buiten de deur? Dan ben je in Italië relatief gezien wel goedkoop uit.
Een lokaal biertje kost gemiddeld €2,10, een pizza kost gemiddeld €6,00 en een hoofdgerecht in een restaurant kost gemiddeld €18,80. In de grote, toeristische steden liggen de prijzen hoger dan in de kleine dorpen. Een biertje op een terras in Rome kost ongeveer €5,00.
Peroni Nastro Azzurro van de Italiaanse bierbrouwer Peroni is één van de meest gedronken bieren in Italië. Peroni Nastro Azzurro betekent letterlijk “Blauw Lint”. Dit blonde bier is helder en doorzichtig van kleur en heeft een romige, witte schuimlaag.
Sommige dingen zijn juist heel goedkoop in Italië. Zo kun je de lekkerste Italiaanse wijnen bij de boer zelf kopen, of in een grote wijnhandel. Door het rechtstreeks bij de producent te kopen, is de wijn veel goedkoper. Dit geldt natuurlijk ook voor olijfolie, worst, kazen en andere heerlijke streekproducten.
Lunch is vaak na 13.30 en ook het diner is later dan wij in Nederland gewend zijn. Italianen dineren meestal pas rond 21.00. Wandel je voor deze tijden een restaurant binnen heb je kans dat het personeel nog niet klaar is voor ontvangst of eet je uitsluitend met andere toeristen, wat toch een beetje aan charme inboet.
Italianen eten twee keer per dag een grote, warme maaltijd: de lunch en het diner. Het Italiaanse ontbijt is eenvoudig en bestaat vaak uit koffie of melk en daarbij brood of een croissantje met jam.
Als er iets belangrijk is voor Italianen, is het hun familie. Dus als er iemand dode familieleden begint te beledigen, weet je dat het menens is. Met deze traditionele Romeinse uitdrukking deel je mee dat de ontvanger afstamt van voorvaders met een dubieus moraal. Dat zeg je dus niet zomaar tussen neus en lippen door!
Pizza's zijn over algemeen het goedkoopst. Een simpele margarita kost €5 tot €10, een pizza met iets meer beleg kost tussen €7 en €15. Pasta's beginnen bij €10, en afhankelijk van de ingrediënten kunnen ze tot ongeveer twintig euro kosten. Een dessertje kost bijna overal €4 tot €7.