Dit aanpassingsproces, ook wel het prijs- of marktmechanisme genoemd, zorgt ervoor dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan elkaar gelijk worden.
De prijs die op deze vermogensmarkt tot stand komt noemen we de 'rente'. Ook deze prijs komt tot stand door marktwerking; vraag naar- en aanbod van geld bepalen de hoogte van de rente.
De vragers naar arbeid zijn de werkgevers die vragen naar het arbeidsvermogen van werknemers. Concreet zijn dit bedrijven, organisaties en de overheid die naar arbeid vragen. Hoe meer vraag er op de arbeidsmarkt is en dus hoe meer bezette banen en openstaande vacatures er zijn, hoe hoger de werkgelegenheid is.
Aanbod op de arbeidsmarkt = beroepsbevolking
zijn de personen in een land die (minimaal 12 uur per week) kunnen en willen werken.
De Spanningsindicator meet de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en wordt na afloop van ieder kwartaal vastgesteld. Hiervoor gebruiken we WW-cijfers en het totaal aantal openstaande vacatures.
Een abstracte markt omvat het geheel van vraag en aanbod zonder dat er een plaats is waar vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar ontmoeten. De vraag en aanbod bepalen de prijs. Op de arbeidsmarkt komen vraag naar arbeid en aanbod samen. Hierdoor wordt bepaald hoeveel mensen daadwerkelijk arbeid verrichten.
We spreken van krapte op de arbeidsmarkt als de vraag naar werk groter is dan het aanbod. Werkgevers hebben dan veel vacatures die ze niet kunnen vullen. Oftewel: er staan posities open en ze moeten meer hun best doen om goede krachten te werven.
Als de samenstelling van het personeelsbestand verandert, beïnvloedt dit de gemiddelde loonkostenstijging. Neemt het aandeel ouderen en hoger opgeleiden toe, dan stijgen de gemiddelde loonkosten.
Op de arbeidsmarkt gaat het om vraag en aanbod. Het aanbod wordt bepaald door de mensen die willen en kunnen werken. De vraag is afhankelijk van het aantal werkenden dat nodig is bij bedrijven en organisaties. De overheid probeert met allerlei maatregelen vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
De vraag naar arbeid bestaat uit de vraag naar werknemers, de vraag naar arbeidskracht van zelfstandigen en de vacatures. Het aantal personen dat een baan heeft.
De wet van vraag en aanbod houdt in dat op een competitieve markt de prijs van een product tot stand komt onder invloed van het handelen van kopers (vragers, consumenten) en verkopers (aanbieders, producenten). De prijs evolueert hierbij naar dat niveau waar gevraagde en aangeboden hoeveelheden aan elkaar gelijk zijn.
Soms is er een echte banenmarkt bij een uitzendbureau of een gemeente. Daar kun je dan echt naar toe gaan. Maar als we het over de arbeidsmarkt in Nederland of België hebben, bedoelen we het totaal van vraag naar arbeid (beschikbare arbeidsplaatsen/vacatures) en aanbod van arbeid (werkzoekenden).
De belangrijkste invloeden op de arbeidsmarkt, zijn de beroepsbevolking, de werkloosheid, de demografische invloeden, de economie zowel nationaal als internationaal en de ontwikkelingen die op dit moment plaatsvinden op de arbeidsmarkt. De beïnvloedende factoren zorgen ervoor dat er veel werk te vinden is of weinig.
De vermogensmarkt is een abstracte markt waar vraag en aanbod van vermogenstitels plaats vindt. De vermogensmarkt bestaat uit de geldmarkt en de kapitaalmarkt.
Op de vermogensmarkt komen aanbieders van en vragers naar geld bij elkaar. Dit zijn alle partijen die willen ruilen over de tijd. Naast alle individuele particuliere partijen, zijn er een paar grote partijen op deze markt. De institutionele beleggers; banken, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.
Een vrijemarkteconomie (vrije markt) is een economie waar in de inzet van productiemiddelen (voor het produceren en leveren van producten en diensten) geheel wordt bepaald door vraag en aanbod (de markt) en particulier initiatief, zonder economische interventie (bijvoorbeeld subsidies), overheidoverheidsrestricties en ...
De Arbeidsmarktanalyse
We onderzoeken de arbeidsmarktkansen voor individuele medewerkers op basis van organisatie- of sectorspecifieke beroepen, opleidingenvereisten, functievereisten, cultuur, structuur en processen. Het inventariseren van bestaande functies en functieprofielen binnen de organisatie of sector.
Volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO) is iemand werkloos als hij tussen 15 en 75 jaar is, geen betaald werk heeft, actief op zoek is en beschikbaar is voor werk.
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden staan. Bijvoorbeeld over loon, toeslagen, betaling van overwerk, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen. Een cao geldt voor een grote groep mensen.
De arbeidsmarkt is een benaming voor de interactie tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten. Het is geen centrale locatie waar deze elkaar fysiek ontmoeten maar meer een abstracte markt. Uitzonderingen daarop daargelaten, zoals georganiseerde banenmarkten via gemeenten of bureaus.
De kosten van personeel kun je eenvoudig berekenen. Per werknemer betaal je bovenop het afgesproken brutosalaris nog zo'n 20 tot 35 procent van dat salaris aan extra kosten. Hoe hoog de kosten van personeel precies uitvallen, hangt af van je cao en de individuele afspraken die je met werknemers maakt.
Techniek, ICT, zorg en onderwijs
Uit analyse van Randstad blijkt dat bijna ieder vakgebied kansrijk is in 2022. Toch is ook duidelijk te zien dat met name in de techniek, ICT, zorg en het onderwijs structureel de meeste vacatures openstaan.
Een van fundamentele oorzaken van de krapte is de vergrijzing van de Nederlandse bevolking. Volgens hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen is het omslagpunt van de vergrijzing pas over een kleine dertig jaar: "Als we doorgaan met wat we nu doen, zal de vergrijzing ons nog tientallen jaren parten spelen."