De zilverberk of ruwe berk kan al snel zo'n 20 tot 25 meter hoog worden en stelt geen al te strenge eisen aan de ondergrond. Zelfs droge, voedselarme zandgronden zijn geen probleem voor de zilverberk, al zal hij wel beter tot ontwikkeling komen op een zonnig plekje in een goed gedraineerde leembodem.
Een normale berk kan wel tot 30 meter hoogte groeien. Dat zal de meerstammige berk minder snel doen, maar hij kan wel 5 meter worden. Nu denkt u misschien: ”Help kan ik deze meerstammige berk ook klein houden?” Ja hoor, dat kan, met goed snoeien gaat dat gewoon werken.
Hij verdraagt kalk en neemt ook genoegen met voedselarme groeiplaatsen. Op vochthoudende groeiplaatsen kunnen ze tot 30 meter opgroeien, maar op droge groeiplaatsen is 15 tot 20 meter het maximum. Ze kunnen 9 tot 12 meter breed worden. De berk staat het liefst in de volle zon.
Gewone berk, Betula pendula. Dit is de soort met de witte stam die je ook in onze bossen ziet. Hoogte tot 20 meter. 'Fastigiata' is de zuilberk, de kroon groeit van nature heel smal, perfect dus voor een kleine tuin.
De berk is een winterharde, bladverliezende boom, die tot 30 meter hoog kan worden. Hij wordt niet erg oud, ca. 80 jaar. De ruwe en de zachte berk zijn moeilijk uit elkaar te houden maar kunnen allebei voor dezelfde doeleinden worden gebruikt.
Wat je kunt doen is van een berk een 'struik' maken. Laat hem kappen tot op 30cm van de grond zodat hij opnieuw uitloopt. Dan gaat hij 5 tot 10 nieuwe stammetjes vormen het jaar daarop. Dit kan je dan om de 7 jaren doen.
De berk moet je toppen, dat wil zeggen dat je op de gewenste hoogte de boom afzaagt. Hierdoor zullen er al snel nieuwe scheuten komen. Deze scheuten kun je eens in de twee jaar terugsnoeien.
Toen niet meer aan de vraag naar berkenstoelen voldaan kon worden, kwam er een hovenier op het idee, om niet een berkenstoel te planten, maar drie berken bij elkaar. Immers het leek bijna het zelfde, maar kostte veel minder en het was niet schaars meer, berken zat!
Omdat een berk zacht hout heeft, wordt deze boom over het algemeen niet zo heel erg oud. De snelle groei van een berkenboom heeft zo zijn voordelen en zijn nadelen. Als je op dit moment een heel klein boompje plant van vingerdikte, kun je over vijf jaar een boom van enkele meters hoog in je tuin hebben staan.
Snoeiwerk aan berken dient alleen te gebeuren tijdens het groeiseizoen als de bomen vol in blad staan. Snoeien tijdens de winter of het vroege voorjaar heeft het zogenoemde sapbloeden tot gevolg: de overmatige sapstroom druppelt dan uit de wonden. Daar hoeven ze niet aan dood te gaan, maar het verzwakt de bomen wel.
Planten die je onder de berk kan planten zijn:
Polystichum setiferum 'Herrenhausen', Convallaria majalis, Alchemilla, Geranium cantabrigiense 'Cambridge', Symphytum grandiflorum. Succes met het beplanten van de boomspiegel.
Een berkenboom doden kan op verschillende manieren. De meest effectieve wijze is het injecteren van een herbicide als RoundUp. Voor het injecteren hiervan heb je speciaal gereedschap nodig.
De lengtegroei neemt elk jaar af. Als een boom volwassen is, is de lengtegroei teruggebracht van 30 a 150 cm per jaar naar 0.5 a 4 cm per jaar. Op zich hoeft de boom niet meer groter te groeien, maar de boom heeft de scheuten nodig om er bladeren en bloeiwijzen mee te maken.
Betula utilis 'Doorenbos' (De witte Himalayaberk) heeft van alle berken de meest witte stam! De witte Himalayaberk wordt ongeveer 12 meter hoog, heeft een luchtige kroonopbouw, waardoor er gefilterd licht door blijft komen.
Zo kost het snoeien van een berk gemiddeld slechts €195,- en betaal je voor het snoeien van een knotwilg ongeveer €800,-.
Je kunt de berk dus snoeien op het moment dat de sapstroom stil staat. Dit is in de maanden november en december. Half januari komt de sapstroom al weer op gang, dus daarvoor moet de berk gesnoeid zijn. In de zomer kan de berk wel een lichte snoeibeurt hebben.
De berk, “vrouwe van het woud”
Berken waaien snel om als ze in erg drassige bodem staan. Ze hebben een oppervlakkig wortelgestel en dus geen goed houvast. Doordat ze ondiep wortelen kunnen ze ook slecht tegen droogte.
Herken klassieke symptomen
De boom heeft mogelijk een gebrek aan licht of voedingsstoffen. Verwelkende bladeren en bloemen daarentegen kunnen erop wijzen dat de berk kampt met een van de veelvoorkomende ziekten zoals echte meeldauw, roest of anthracnose.
Minder overlast geven de opgaand groeiende sierperen (Pyrus), de grootbladige Catalpa of Cercidiphyllum met zijn mooie ronde kroon.
Er is zelfs een kleinblijvende boom die jaarrond interessant is en maar weinig onderhoud nodig heeft: de Amelanchier lamarckii (krentenboompje). In de lente krijg je witte bloesem, in de zomer sierlijke groene blaadjes, bessen en een prachtige herfstverkleuring.
Ook voor een kleinere voortuin is een zuilvormige boom geschikt, omdat de meeste vormbomen niet heel groot worden; Leibomen: met groenblijvende of bladverliezende leibomen of leifruitbomen groeit er een mooi dicht scherm aan takken, dat een mooie binnenkomer is in de voortuin.
Een berk knotten
Door hem drastisch te snoeien (dat wil zeggen: halverwege afzagen), krijgt hij in de eerste jaren na de snoei een bolle vorm. Sommige mensen vinden zo'n afgeknotte stam lelijk, maar het is zeker een goede oplossing. Na een paar jaar groeit hij wel in zijn oude vorm terug en kun je weer jaren vooruit.
Bloeiperiode. De bloei kan optreden van eind april tot half mei. De bloei van berken wordt vaak gekenmerkt door een korte, massale bloei van alle berken in de omgeving. Hieronder is het gemiddelde van de dagelijkse berkenpollen tellingen van 10 achtereenvolgende jaren weergegeven.
Daarnaast kunt u ook de berk stekken, al is het wel vrij moeilijk om een boom te stekken. Neem hiervoor kleine, dunne maar volgroeide scheuten en knip hier stekjes vanaf. Doop ze in wat stekpoeder en steek ze in de grond om te bewortelen. Geef na het planten veel water en houdt daarna de stekjes vochtig.