In de ideale situatie is de boomspiegel minstens zo groot als de kruin van de boom. In de stad zijn de boomspiegels vaak verhard of kleiner dan de boomkroon zelf. Om te zorgen dat de boom toch voldoende lucht en water krijgt, wordt er bij het inplanten een beluchtingslang in de boomspiegel aangebracht.
Een boomspiegel (ook wel boomkrans genoemd) is het stuk grond rondom de stam van een boom dat van boven toegankelijk is voor lucht en water. In de meest ideale situatie is de boomspiegel minstens zo groot is als de kruin van de boom.
Diepgewortelde vaste planten zoals gras nemen te veel water en zuurstof weg als ze rondom een boom groeien. Een boomspiegel voorkomt dat de stam beschadigd wordt tijdens het grasmaaien. Het ziet er bovendien ook netjes en verzorgd uit. Vooral voor jonge bomen is een boomspiegel aangeraden.
Denk bijvoorbeeld aan bolderik, driekleurig viooltje, goudsbloem, klaprozen, vergeet-mij-nietjes en wilde ridderspoor. Ook andere eenjarige planten zijn geschikt. Zoals afrikaantje, goudsbloem, muurbloem, sleutelbloem, cosmea en viooltje.
Bomen van hoger dan 15 meter hebben een doorwortelbare ruimte nodig van 25 tot 40 m3, bomen 10-15 meter hebben een doorwortelbare ruimte nodig van 15-25 m3, kleinere bomen tot 10 meter hoog hebben een doorwortelbare ruimte nodig van 5-12 m3.
Hoe hoog mag een boom zijn? Daar is gemakkelijk een antwoord op te geven. Zo hoog als de boom kan groeien zonder zwaarwegende en buitenproportionele hinder te veroorzaken. Zo is het en daar zult u het mee moeten doen.
Volgens de wet moet een boom minimaal 2 meter van de erfgrens staan. Een heg of struik moet minimaal 0,5 meter van de erfgrens staan. Soms geldt een uitzondering en mogen bomen en planten toch dichterbij staan. Ga bij problemen eerst in gesprek met uw buren.
Vaak wordt er gekozen om onder bomen schaduw lievende vaste planten te plaatsen zoals bijvoorbeeld; lievevrouwebedstro, varens, hosta's, siergrassen, anemonen, primula en heuchera's. Vaste planten zijn makkelijker te plaatsen aangezien zij minder (water en voeding) nodig hebben.
Wilt u een struik onder zo'n boom, ga dan voor hulst, braam, Aucuba japonica, Gaultheria shallon of taxus. Klimop, zowel kruipend als in struikvorm, doet het ook altijd en overal.
In het Burgerlijk Wetboek staat dat bomen op een afstand van 2 meter van de perceelgrens mogen worden geplant. Dit is gemeten vanaf de kern van de stam. Voor heggen en heesters geldt een afstand van 50 centimeter tot de perceelgrens.
De lengtegroei neemt elk jaar af. Als een boom volwassen is, is de lengtegroei teruggebracht van 30 a 150 cm per jaar naar 0.5 a 4 cm per jaar. Op zich hoeft de boom niet meer groter te groeien, maar de boom heeft de scheuten nodig om er bladeren en bloeiwijzen mee te maken.
Bomen in Nederland kunnen heel oud worden. Wel honderd tot tweehonderd jaar! Hoe oud een boom precies kan worden, is afhankelijk van verschillende dingen. Zoals de boomsoort en de plek waar de boom staat.
De kroonprojectie is de rand van de boom op de grond geprojecteerd. In dit gedeelte, en een meter daarbuiten bevinden zich de meeste wortels. Houd ook bouwverkeer en bouwmaterialen uit deze zone. Dit leidt namelijk tot beschadiging van de wortels en het verdicht de bodem, waardoor de wortels kunnen afsterven.
Planten die je onder de berk kan planten zijn:
Polystichum setiferum 'Herrenhausen', Convallaria majalis, Alchemilla, Geranium cantabrigiense 'Cambridge', Symphytum grandiflorum. Succes met het beplanten van de boomspiegel.
Een snelgroeiende bodembedekker is de plant Geranium macrorrhizum ´Spessart´. Deze soort bloeit in de periode mei t/m juli met witroze bloemen. De plant vormt na enige tijd een dichte border waardoor onkruid nog nauwelijks kans krijgt om te groeien. De hoogte van deze plant is ongeveer 20 tot 30 centimeter.
De paal moet minimaal 30 cm in de vaste bodem onder de plantplaats (onder in het plantgat) worden aangebracht. Plaats de boompalen niet volledig verticaal, maar enigszins schuin naar buiten (van de boom af).
Plant een boom nooit te diep. Hoe dieper geplant, hoe vochtiger de grond is. De wortels komen dan in het grondwater te staan. Weinig lucht in de grond en de boom gaat dan langzaam dood.
Bomen met blote wortel vallen buiten de garantieregeling. Bomen met een kluit gebruiken het 1e groeiseizoen om hun wortelgestel uit te breiden en zich vast te zetten in de grond. Doorgaans hebben deze bomen meer en groter blad dan de bomen met blote wortel. Van veel lengte of dikte groei is echter nog geen sprake.
Vertel uw buren dat u last heeft van de boom of struik. Vraag of ze de overhangende takken willen snoeien tot aan de erfgrens en de hoogte van de schutting. Geef aan dat ze toegang tot uw grond kunnen krijgen als het vanaf hun kant niet lukt. Daar hebben de buren ook recht op.
Als een boom zomaar, of met een klein zuchtje wind omvalt, wordt dat beschouwd als abnormaal. Bij een zieke boom is dit wel mogelijk en dan is de eigenaar ervan aansprakelijk. Zo kan de buur -en ook eigenaar van de boom- aansprakelijk worden gesteld omdat die de zieke bomen tijdig moest snoeien.
De diepte van wortelgroei hangt af van de boomsoort en de groeiomstandigheden. Als het grondwater binnen twee meter van de oppervlakte (het maaiveld) zit groeien de wortels er naartoe. Dieper gaan ze meestal niet omdat het daar te koud is en er te weinig zuurstof zit.
Er is simpelweg geen enkele boomsoort die door heel Nederland gekapt mag worden zonder vergunning. Of er voor het kappen van uw boom een vergunning nodig is, hangt helemaal af van de wetgeving die geldt voor het grondgebied waarop uw boom staat. Is dat op het grondgebied van de gemeente, dan is dat de APV.