Nederland exporteerde in 2022 voor 731,4 miljard euro aan goederen, waarvan 368,3 miljard euro wederuitvoer betrof. Dat zijn goederen die oorspronkelijk zijn ingevoerd en vervolgens bijna onveranderd Nederland weer verlieten.
Na het herstel van de coronacrisis en de eerste prijsstijgingen in 2021 steeg de waarde van de Nederlandse goederenhandel in 2022 opnieuw. Dit komt door de fors hogere prijzen van veel goederen zoals brandstoffen, voedingsmiddelen en materialen.
Zuivel en eieren (11,9 miljard euro), sierteeltproducten (11,5 miljard euro), vlees (11 miljard euro), dranken (8,1 miljard euro) en natuurlijke olie en vetten (8,1 miljard euro) zijn bij de export de belangrijkste goederengroepen. De top vijf is in 2022 goed voor 41% van de totale exportwaarde.
De uitvoer van goederen van Nederlandse makelij bedroeg in 2021 252 miljard euro, de wederuitvoer 296 miljard euro en de uitvoer van diensten 162 miljard euro, zie figuur 6.2.1.
Nederlandse landbouwexport in 2022: gestegen exportwaarde door gestegen prijzen. Nederland exporteerde in 2022 ter waarde van € 122,3 miljard aan landbouwgoederen, 17,2% meer dan 2021.
Daarmee – en ook dankzij allerlei andere agrarische producten – is Nederland de tweede landbouwexporteur van de wereld – na de VS, maar vóór Duitsland. Nederland is tevens de derde netto-exporteur ter wereld, na Brazilië en Argentinië.
De Nederlandse economie heeft in 2022 naar schatting 49,6 miljard euro verdiend aan de export van landbouwgoederen. Daarvan is 44,9 miljard euro verdiend aan export van Nederlandse makelij en 4,7 miljard euro aan de wederuitvoer van landbouwgoederen die in het buitenland geproduceerd zijn.
Belastingen en sociale premies vormen ongeveer 90 procent van de totale overheidsinkomsten en zijn hiermee verreweg de belangrijkste inkomstenbron. Onder impuls van de economische groei van 4,3 procent waren dit dan ook de grootste aanjagers van de stijgende overheidsinkomsten.
Exportland Nederland verdient het meest aan de export van machines, aardgas en bloemen en planten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft een top-10 gemaakt van de meest lucratieve goederen voor de export in 2015 en daarin staan machines op één.
De Verenigde Staten (196,0 miljard dollar in 2021) was de grootste landbouwexporteur, gevolgd door Nederland (125,2 miljard dollar in 2021).
“Nederland kan niet zelfvoorzienend zijn met de huidige consumptie. Hoewel Nederland extreem efficiënt is en een hoge opbrengst per hectare heeft, kan het de bevolking niet voorzien van een gezond dieet. Dat komt omdat het een klein land is met een hoge bevolkingsdichtheid.
De belangrijkste exportgoederen zijn de machines en vervoermaterieel met een aandeel van bijna 30 procent van het totaal. Andere grote exportproducten zijn de chemische producten, minerale brandstoffen, voeding en levende dieren en de gefabriceerde goederen.
Van de tien grootste goederenexporteurs naar Nederland zijn er zes een EU-land (Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Spanje) en liggen er vier buiten de EU (China, VS, Rusland en Noorwegen).
In 2021 is het handelssaldo met 7,7 miljard gestegen naar 87,9 miljard euro. De toename van het handelssaldo was het resultaat van een toename van het saldo van de goederen met 900 miljoen en een toename bij de diensten met 6,8 miljard.
De Nederlandse economie is sinds de coronacrisis sterk gegroeid, sterker dan andere economieën in de eurozone. De economie werd in 2020 niet alleen minder hard geraakt door de coronacrisis, maar herstelde in 2021 en 2022 ook beter dankzij de groei van de export.
De Nederlandse economie is ongeveer de vijftiende tot twintigste economie van de wereld, afhankelijk van hoe er gemeten wordt. Nederland was eerder nog de tiende economie ter wereld, maar werd ingehaald door snel groeiende economieën als Mexico en Zuid-Korea.
Met bijna 6 miljard euro zijn metaal en metaalproducten na machines het meest winstgevende exportproduct. Sierteelt - bloemen, planten en bloembollen - was het afgelopen jaar goed voor 5,5 miljard euro. Ook hoog in de top tien staan aardgas, kunststof en vlees.
De Nederlandse economie is sterk gericht op handel met het buitenland: de omvang van invoer en uitvoer met bestemming/herkomst Nederland bedraagt afgelopen decennia tussen de 40 en 60% bbp. Door toenemende doorvoer naar andere EU-landen loopt het totale handelsaandeel de afgelopen decennia op naar 90%.
De groei in de periode 1995-2019 heeft ervoor gezorgd dat Noord-Holland inmiddels de provincie is met de grootste economie. In 1995 was dat nog Zuid-Holland. Ook Noord-Brabant en Utrecht zijn een groter deel van de economie gaan vormen.
De Nederlandse economie is een mengvorm van een plan- en vrijemarkteconomie. Bedrijven mogen zelf weten wat ze verkopen. Vraag en aanbod bepalen daarbij de prijzen. Als het nodig is, grijpt de overheid in en stelt regels op voor bijvoorbeeld het minimumloon, uitkeringen en arbeidsomstandigheden.
"In 2020 kwam het 'inkomen uit bedrijf' gemiddeld uit op 78 duizend euro. Hier werd door het boerenhuishouden dat jaar zo'n drieduizend uur voor gewerkt. Per bedrijf bedroegen de 'opbrengsten uit toeslagen en subsidies zo'n 19 duizend euro'. Dus: een kwart van het inkomen van boerenhuishoudens bestaat uit subsidie."
De analyse van mogelijke knelpunten in de voedselvoorziening geven geen eenduidig antwoord op de vraag of de huidige landbouw 17 mln. Nederlanders kan voeden onder autarkische omstandigheden.Het lijkt wel mogelijk, maar er zijn wel ingrijpende veranderingen nodig in het agrarisch productiesysteem.
Zelfs als Nederland zijn landbouwproducten niet meer zou exporteren, is er te weinig landbouwgrond om de Nederlandse bevolking te voeden. Voor de huidige Nederlandse voedselconsumptie is namelijk 3,34 miljoen hectare nodig, terwijl Nederland slechts 1,82 miljoen hectare landbouwgrond heeft.