De overleving van mensen met de diagnose blaaskanker is in tegenstelling tot de meeste kankersoorten de afgelopen decennia niet verbeterd. Jaarlijks overlijden zo'n 1.300 mensen aan blaaskanker in Nederland. Bij ongeveer 5% van alle patiënten met blaaskanker zijn er uitzaaiingen bij diagnose.
Blaaskanker zaait meestal uit naar de lymfeklieren, longen, lever en botten.
Patiënten met niet-spierinvasieve blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving.
Bij oppervlakkige vormen van blaaskanker is de kans dat de ziekte binnen vijf jaar terugkomt gemiddeld 55%. Als u opnieuw oppervlakkige blaaskanker krijgt, kunt u opnieuw op de hierboven beschreven manier behandeld worden en genezen.
Bij 50 tot 70% van de patiënten met een niet-spierinvasief blaascarcinoom komt de tumor terug na behandeling. De kans op terugkeer is het grootst in de hoog-risicogroep. Bij 5 tot 10% van de niet-spierinvasieve tumoren is sprake van een (veelal meer agressieve) carcinoma in situ (CIS).
Jaarlijks overlijden zo'n 1.300 mensen aan blaaskanker in Nederland. Bij ongeveer 5% van alle patiënten met blaaskanker zijn er uitzaaiingen bij diagnose. Als we alleen kijken naar patiënten met een invasieve vorm van blaaskanker, dan is dat ongeveer 1 op de 10.
Bij niet-spierinvasieve blaaskanker is de kans op uitzaaiingen heel klein. Als je spierinvasieve blaaskanker hebt, is de kans op uitzaaiingen groter. De uitzaaiingen zitten dan meestal in de lymfeklieren, de longen en/of in de botten.
In totaal is na 5 jaar nog 56% van de mensen met blaaskanker in leven.De 10-jaarsoverleving is 46%. Mensen met oppervlakkige blaaskanker hebben meestal meer kans op genezing dan mensen met een spierinvasieve blaaskanker. Maar de oppervlakkige vorm komt wel vaak terug.
Blaastumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren van de blaas worden goedaardige poliepen of benigne papillomen genoemd. De kans dat een tumor in de blaas goedaardig is, is ongeveer 5%. De resterende 95% is kwaadaardig; dan is sprake van kanker.
Een tumor die tot in die spierlaag doordringt wordt spierinvasieve blaaskanker genoemd. Een tumor die de holte van de blaas in groeit, zonder het dieper gelegen spierweefsel van de blaas aan te tasten heet niet-spierinvasieve blaaskanker.
Blaaskanker is een ziekte die zeker behandeld moet worden. De kans op overleven na de behandeling (prognose) is sterk afhankelijk van het stadium van de ziekte. Niet-spier-ingroeiend blaaskanker is een goed te behandelen ziekte met behoud van de blaas.
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Controles bij spierinvasieve blaaskanker
Na de diagnose en behandeling krijg je de eerste 3 jaar meerdere controles. Daarna 2 jaar iedere 6 maanden.
Bij blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid kunt u pijn in de zij of in het bekken voelen. U krijgt een CT-scan van de buik en borst, of een MRI van het bekken met een longfoto. Hiermee is te zien of er uitzaaiingen zijn. Als u geen uitzaaiingen heeft, kan behandeling u genezen.
Roken en werken met chemische stoffen zijn de belangrijkste oorzaken van blaaskanker. Behandelingen zijn: een blaasspoeling, operatie, bestraling en chemotherapie.
Ook zijn met een CT-scan uitzaaiingen in de longen te zien. Je kunt een CT-scan krijgen als blijkt dat je spierinvasieve blaaskanker hebt.
Bij blaaskanker groeit er een kwaadaardige tumor in de blaas. De meest voorkomende vorm van blaaskanker is het urotheelcarcinoom. Symptomen van blaaskanker zijn bloed in de urine, vaak moeten plassen of pijn bij het plassen.
De kans dat een tumor in de blaas goedaardig blijkt te zijn is ongeveer 5%. De resterende 95% zijn kwaadaardige tumoren die verdeeld worden in niet-spierinvasieve en spier-invasieve tumoren.
Veel mensen met spierinvasieve blaaskanker krijgen een operatie. De arts verwijdert de blaas samen met de tumor. Deze operatie heet een cystectomie. Bij niet-spierinvasieve blaaskanker is een TUR vaak voldoende en is geen operatie nodig.
De meest gebruikte chemotherapie bevat het medicijn cisplatin en deze wordt standaard voorgeschreven bij uitgezaaide blaaskanker. Een voorbeeld van een combinatie van cisplatin is MVAC (met methotrexaat, vinblastine, adriamycine en cisplatin) of gemcitabine-cisplatinum.
Jaarlijks krijgen bijna 6.800 mensen voor het eerst de diagnose blaaskanker. Dit zijn zowel invasieve als niet-invasieve tumoren. Blaaskanker komt ongeveer 3 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Onderzoek blaaskanker
Bloedonderzoek. Bloed wordt afgenomen voor beoordeling van de nierfunctie en het bloedgehalte. Cystoscopie en biopsie. Met een camera (cystoscoop) wordt in de blaas gekeken en het letsel weggesneden.
Chemotherapie na de operatie kan het risico op uitzaaiingen met ongeveer een derde verminderen. Artsen schatten het risico op uitzaaiingen in op basis van: Het stadium van de borstkanker.