De Grote Magelhaense wolk heeft een massa die gelijkstaat aan ongeveer 10 miljard keer de massa van de Aardse zon, waarmee het sterrenstelsel 1/100 van de massa van de Melkweg heeft. De diameter van de Grote Magelhaense Wolk is 14.000 lichtjaar.
". In hetzelfde werk worden de nimbus beschreven als " donkere wolken, zonder duidelijke vorm, met gescheurde randen, zeer laag (800 tot 1600 m , vaak minder), snel bewegend en met zware regenval ". Dergelijke wolken komen overeen met cumulonimbus (zware buien) met pannus eronder.
De wolk bestaat, behalve in de tropen, uit water, onderkoeld water en ijskristallen. De temperatuur van de top ligt meestal tussen de -20 en -40 graden.
Buiencomplex = Samenklontering van meerdere cumulus- en cumulonimbus-wolken, die dan cellen worden genoemd. Hoewel elk van deze cellen een voor een bui normale levensduur heeft van ongeveer 30 minuten, worden voortdurend cellen vervangen do... Incus = Latijns voor `aambeeld`.
Het voelt vochtig aan, maar het is niet zacht om aan te raken. Wel is het water (kokend) heet en daarom moet je niet proberen om het aan te raken. Wolken daarentegen zijn koud en op een mistige dag kan je gerust proberen om de wolken aan te raken. Je loopt dan letterlijk met je hoofd in de wolken.
Siebesma: “Een cumuluswolk bevat gemiddeld één gram water per m3. Als we voor het gemak een wolk van één km3 nemen – dat is één km lang, breed en hoog – betekent het dat er in een bloemkoolwolk al snel een miljoen kilogram water zit.” Omgerekend zijn dat zo'n 200 olifanten.
Hoe kun je aan de lucht zien dat het gaat onweren? Al een halve dag voordat het daadwerkelijk gaat onweren, kan men soms al tekenen aan de lucht zien die dit onweer aankondigen. Door het toenemende vocht in de hogere luchtlagen wordt de lucht iets minder blauw en zijn er al rond het middaguur kleine wolkjes zichtbaar.
Een wolk is een verzameling uiterst kleine waterdruppeltjes, ijskristallen of een mengsel van beide. Wolken veranderen voortdurend onder invloed van luchtstromingen en natuurkundige processen.
' En koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme. Dus naarmate de luchtbel stijgt en afkoelt raakt deze meer en meer verzadigd met waterdamp. Als de lucht volledig verzadigd is en nog iets verder stijgt en afkoelt, condenseert de waterdamp tot druppels en heb je een wolk.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.
Een gemiddelde wolk met een lengte en diepte van 2 kilometer en een hoogte van 200 meter weegt maar liefs 500 miljoen gram. Dat is net zo zwaar als driehonderd auto's, volgens de wetenschappers.
Bij een gewone wolk (zonder regen) verdampen de onderste kleine druppeltjes. Het worden dan gasmoleculen (waterdamp) en die zijn onzichtbaar maar blijven ook zweven. Hoger in de lucht is het kouder, daar worden de gasmoleculen weer druppeltjes. Dit zien we als een wolk.
Die straalstromen hebben vaak een snelheid van 200 kilometer per uur, maar ze kunnen ook wel 400 kilometer per uur bereiken. Straalstromen komen ook voor op 10 tot 18 kilometer hoogte. De wolken daar, cirruswolken, kunnen snelheden rond de 400 kilometer per uur bereiken.
Nimbus wolken
Het woord nimbus betekent regen in het Latijn, dus dit zijn de wolken die regen produceren. Elke wolk met het voorvoegsel "nimbo" of het achtervoegsel "nimbus" is een soort regenwolk. Bijvoorbeeld, een nimbostratus wolk is een stratus wolk die regen of sneeuw zal veroorzaken.
Bij een laagstaande avondzon kunnen de wolken ook rood lijken. Je bent bang voor zwarte wolken, maar dat zijn dikke wolken die veel licht tegenhouden, en daardoor zwart lijken. Je hoeft daar geen bijzondere betekenis of krachten aan te geven.
Neerslag als regen en sneeuw ontstaat alleen als er wolken zijn. En al valt de regen meestal uit grote, dikke wolken, het kan ook regenen bij dunne bewolking. Als de wolken maar ijskristallen bevatten waar de regen uit ontstaat, en dat is bij hoge, dunne bewolking vaak het geval.
's Avonds stopt de zon met de aarde te verwarmen. De opgaande luchtstromingen vallen stil, er komen zelfs dalende luchtbewegingen, de wind luwt. De wolken komen opnieuw in warmere lucht terecht en lossen helemaal op.
Buienwolken kunnen heel hoog zitten, tot wel meer dan 10 km. hoog. Bij helder weer kan je die van heel ver al zien, veel meer dan 10 km. Mogelijk meer dan 20 km.
Hoe kouder, des te minder onweer. In Groenland onweert het vrijwel nooit. En op de Zuidpool zijn gebieden waar het echt nog nooit heeft geonweerd. In ons land onweert het gemiddeld op 25 tot 30 dagen per jaar.
Als een boom naast je huis wordt geraakt kan de spanning via de leidingen in de grond, zich naar je huis verplaatsen en slaat door op je elektrische apparaten. Als bliksem thuis inslaat kan er brand ontstaan, muren kunnen scheuren of inzakken.
De bliksem kiest de gemakkelijkste weg en slaat in waar het elektrische veld het grootst is. Zo goed als alles geleidt stroom beter dan de lucht, dus slaat de bliksem vaak in op het hoogste punt. Ook ijzeren constructies geleiden erg goed en trekken dus de bliksem aan.
Wolken zijn namelijk van groot belang in ons leven. Zonder wolken geen regen en zonder regen geen boer die zijn land kan verbouwen. Dat is maar een van de talloze voorbeelden waarom wolken belangrijk zijn in ons leven.
Dit komt doordat een wolk voornamelijk bestaat uit waterdruppeltjes met een diameter die veel groter is dan de golflengte van zichtbaar licht (grootte-orde 20 micrometer). Die waterdruppeltjes verstrooien alle zichtbaar licht (van blauw tot rood) evengoed.
Licht van een kleinere golflengte wordt beter verstrooid dan licht van een langere golflengte. Het blauwe licht wordt dus het best verstrooid, groen al wat minder, en rood het minst van allemaal. Het resultaat: de hemel kleurt hemelsblauw.