Ik-boodschap: Vertel de feedback vanuit jezelf. Op die manier verklaar je waarom je op een bepaalde manier reageert. Een ik-boodschap is: 'Ik merk dat ik mij niet goed kan focussen als ik hoor dat jij harde muziek aanzet. ' Een jij-boodschap is: 'Jij zorgt voor te veel geluidsoverlast met die harde muziek.
Geef concreet aan wat je hebt waargenomen, geef geen interpretaties. Het gaat om de concrete feiten. Vertel welk effect het gedrag van de ander op je heeft. Als je ontevreden of boos bent, zeg het dan.
Er zijn namelijk verschillende methodes om feedback te geven. Hierbij kun je denken aan ik-ik-jij, 4 G's, tips en tops, 360 graden en de sandwich methode. Deze vier feedback methoden worden in deze blog uitgelegd: De ik-ik-jij methode.
Onderstaande vragen kun je gebruiken om voor te leggen aan collega's. -‐ Hoe zou je mij beschrijven? -‐ Waar zit naar jouw idee mijn kracht? -‐ Wat vind je krachtig in mijn manier van communiceren? -‐ Kun je een concrete situatie benoemen waarin je zag dat ik in mijn element was? o Wanneer was dit en wat deed ik?
Een handig hulpmiddel om opbouwende feedback te geven, is door het model van de vier G's te gebruiken: Gedrag, Gevolg, Gevoel en Gewenst. Je begint met het benoemen van het gedrag dat je wilt veranderen. Dit doe je niet door iemand te beschuldigen, want dan verzand je direct in een discussie.
Het gaat om waarnemen van gedrag van de ander, en weergeven van wat het je doet. · Concreet: Feedback moet zo concreet mogelijk zijn. · Wacht niet te lang: De ander moet datgene wat je waargenomen hebt, en de situatie daaromheen, nog kunnen herkennen om er iets mee te kunnen doen.
Het 4G feedbackmodel helpt je om feedback op te bouwen in stappen waarbij de feedback steeds zwaarder wordt zonder dat het gesprek escaleert. Je kunt je feedback opbouwen, los per G of gecombineerd met meerdere G's bij elkaar. Dit afhankelijk van de situatie en eerdere ervaringen met die persoon.
G1 – Gedrag: het gedrag dat de ander laat zien en waar jij feedback op wilt geven. G2 – Gevoel: het gevoel dat jij krijgt door het gedrag van de ander. G3 – Gevolg: het effect van het gedrag van de ander (op jou en de omgeving). G4 – Gewenst gedrag: het gedrag dat je wilt zien bij de ander.
De spontane ongecensureerde meningen van collega's over degene die feedback van jou moet krijgen, zijn ongezouten positief of negatief en vaak op niets gebaseerd. Haal dus niet de mening van anderen erbij, en vertrouw op je eigen inzichten. Dat maakt het feedbackgesprek eerlijker en sympathieker.
Plat gezegd is een feedbackformulier een lijstje met vragen waar je je klanten, gebruikers, gasten of zelfs collega's vraagt antwoord te geven. Je vraagt wat er goed gaat, wat er beter kan, hoeveel moeite iets heeft gekost en of er nog tips of opmerkingen zijn.
We onderscheiden positieve en negatieve feedback. Positieve feedback benadrukt de sterktes van een medewerker, terwijl negatieve feedback zich vooral focust op het veranderen of uitbannen van ineffectief of ongewenst gedrag.
Bij het ontvangen van feedback is het van belang om door te vragen. Vraag naar concrete voorbeelden. Doordat je om toelichting vraagt, wordt het voor jou helder wat je aan je gedrag zou kunnen veranderen. Vat bovendien samen wat de ander gezegd heeft en vraag of jouw interpretatie klopt.
Een van de manieren om op een veilige manier feedback te geven is de ik-ik-jij-methode. Hierbij ga je uit van de feiten en nodig je vanuit je zorg de ander uit daarop te reageren. Bij de eerste 'ik' geef je zo feitelijk mogelijk aan wat je observeert. Meestal gaat het dan over wat je ziet of hoort.
Je creëert zo een setting waarin je openlijk met elkaar kunt praten. Na de IK-IK-JIJ boodschap geef je aan welk gedrag je wilt zien. Dit helpt je medewerker verder. Belangrijk is om niet alleen kritiek te geven, maar vooral in gesprek te gaan over een oplossing die beide partijen past.