Als je actief schrijft, benoem je heel concreet wie of wat de hoofdrol speelt (het onderwerp).En wat diegene of datgene doet (de persoonsvorm). Bijna elke zin kun je actief en passief opschrijven.
Daarvoor bepaal je eerst het onderwerp van de zin (Wie of wat doet er iets?). Begin je nieuwe zin met het onderwerp en zet daar dan direct het werkwoord achter. Het gras wordt door de buurman gemaaid – De buurman maait het gras.
In een actieve zin is de persoon of zaak die de handeling uitvoert, het onderwerp van de zin. Bijvoorbeeld: De hulpkok bakt de roomsoezen. In een passieve zin wordt de handelende persoon of zaak weergegeven in een door-bepaling, die meestal kan worden weggelaten.
Als je een passieve zin wilt ombuigen in een actieve constructie, helpt vaak om de vraag 'door wie' te stellen. Zo vind je het onderwerp dat je kunt gebruiken voor een actieve directe zin. De afwas wordt razendsnel gedaan. Theo en Thea hebben haast.
Wat is actief schrijven? Bij actief schrijven, schrijf je zinnen met zo weinig mogelijk hulpwerkwoorden. Dit zorgt voor korte, 'actieve' zinnen. Hieronder zie je eerst een lijst van veel voorkomende hulpwerkwoorden, en vervolgens een aantal voorbeelden van actieve zinnen en passieve zinnen.
Met deze tips schrijf jij actief!
Probeer de woorden zijn, worden, hebben, zullen, kunnen en proberen dus zoveel mogelijk te vermijden. Net als hulpwerkwoorden zorgen twijfelwoorden ook voor een minder pakkende tekst. Vermijd dus woorden als misschien, waarschijnlijk, eventueel, wellicht en mogelijk.
Actief schrijven houdt in dat je de hulpwerkwoorden worden, zullen, kunnen, moeten en mogen vermijdt. Dit maakt een zin in de actieve vorm altijd bondiger dan een zin in de lijdende vorm (het tegenovergestelde van de actieve vorm).
Waarom is actief schrijven aantrekkelijker? Actieve zinnen zijn prettiger om te lezen dan passieve zinnen, omdat ze directer zijn. Je hoeft er als lezer minder bij na te denken: je ziet meteen een beeld voor je van wat de schrijver bedoelt. Ook komen er in actieve zinnen meer mensen voor, wat voor levendigheid zorgt.
Passieve lichaamsbeweging is een soort lichaamsbeweging die flexibiliteit en bewegingsbereik helpt verbeteren, maar weinig inspanning van de spieren vraagt. In tegenstelling tot actieve lichaamsbeweging die kracht opbouwt, is passieve lichaamsbeweging afhankelijk van een externe kracht om het lichaam te bewegen.
Als je niet zeker weet of een zin met een vorm van “worden” onnodig passief is, ga je na of er “door” + [lijdend voorwerp] in de zin staat. Als dat zo is, kun je de zin eenvoudig actief maken.
Bij een actieve schrijfstijl voert het onderwerp van de zin een handeling uit terwijl in een passieve zin het onderwerp de handeling ondergaat. Dit klinkt misschien ingewikkeld maar gelukkig valt het reuze mee. Het onderwerp (Jan) voert de handeling uit (actief).
Waarom actief schrijven? In een actieve formulering zeg je wie/wat iets doet. Dat wekt vertrouwen. Een actief geformuleerde tekst is aansprekender.
Een activerende tekst geeft informatie, zet je aan het denken en wil je overtuigen waardoor je uiteindelijk iets wilt gaan doen. Deze indeling maakt het handig om er even bij stil te staan hoe betrouwbaar informatie is. Iemand die jou wil overtuigen van zijn mening, kan wel eens 'gekleurde' feiten presenteren.
Beschrijvend: met deze schrijfstijl schets je een beeld in het hoofd van jouw lezer. Je omschrijft concrete details van een persoon, voorwerp en/of plaats, zodat jouw lezer hier een duidelijk beeld van krijgt. Deze stijl wordt vaak toegepast in poëzie en toneelstukken.
In een actieve zin is de persoon die de handeling uitvoert, het onderwerp van de zin. Bijvoorbeeld: De hulpkok bakt de roomsoezen. In een passieve zin wordt de handelende persoon weergegeven in een door-bepaling, die meestal kan worden weggelaten.
Passieve constructies, ze sluipen zo in je tekst. Je herkent ze aan de hulpwerkwoorden worden of zijn en een voltooid deelwoord (ofwel passief deelwoord). In een passieve zin zit het onderwerp als het ware lui op de bank, terwijl er dingen 'worden gedaan' door een (soms ontbrekend) lijdend voorwerp.
Werkwoord "schrijven" - Nederlandse werkwoorden - bab.la werkwoordenvervoeger.
Met passieve woordenschat bedoelen we de woorden die je herkent als je het leest of hoort. Deze woorden ken je, maar gebruik je zelf niet actief in je communicatie. Met actieve woordenschat bedoelen we de woorden die jezelf gebruikt als je communiceert.