Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren. Bijvoorbeeld om te laten zien dat alles helemaal oké is.
Bij gebarentaal, het woord zegt het al, worden gebaren gebruikt om met elkaar te communiceren. Een woord is opgebouwd uit klanken en lettergrepen. Dit geldt ook voor gebaren: ze worden opgebouwd uit losse onderdelen. Niet alleen de handvorm en handbeweging is belangrijk.
Deze talen zijn, net als gesproken talen, ontstaan uit de behoefte van mensen om met elkaar te communiceren. Gebarentalen zijn visuele talen: de handen, het gezicht en de ogen staat centraal in plaats van de stem en het gehoor. Gebarentaal is niet universeel. Doven in de hele wereld gebruiken een gebarentaal.
NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt. Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.
Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
Hoe moeilijk is het om dit te leren? “Het is vergelijkbaar met Chinees onder de knie krijgen”, zegt hoogleraar gebarentaal Onno Crasborn van de Radboud Universiteit. “Het is echt een andere taal met een eigen grammatica en woordenschat. Bovendien moet je leren om met je handen te praten.
Gebarentaal is een taal gemaakt voor mensen die doof zijn of slecht horen. De mensen die slecht horen die hebben een gehoorapparaat, die helpt om de gesproken taal te verstaan. Als dat niet lukt, dan maken ze gebruik van gebarentaal. Door middel van de gebaren kunnen ze iets vertellen/duidelijk maken.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Gebarentaal. Veel dove mensen communiceren door middel van gebarentaal. Voor hen is gesproken taal minder toegankelijk, doordat zij de klanken niet kunnen horen. In gebarentaal staan de handen, het gezicht en de ogen centraal.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Verder worden gebaren ook gebruikt door mensen die niet of (zeer) moeilijk kunnen spreken, omdat ze om een of andere reden niet verstaanbaar kunnen spreken of bijv. ernstig stotteren.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.
Natuurlijk vinden wij doven het fantastisch als horende mensen gebarentaal zouden leren, want iedereen kan een gebaar leren zoals nu het gebaar LET-OP-ELKAAR.
Doven hebben ook een naam in gebaren. Dit heet een naamgebaar. Voor dove kinderen zijn naamgebaren onmisbaar om te kunnen praten over mensen die op dat moment niet aanwezig zijn. Een naamgebaar is vaak afgeleid van een karakter, hobby, uiterlijk kenmerk of beroep, of van de betekenis van de naam van een persoon.
Er bestaat geen universele gebarentaal, maar wereldwijd worden er meer dan 100 verschillende gebarentalen gebruikt. Het is dan ook geen systeem dat is bedacht en nu wordt geleerd; net als gesproken talen ontstaan gebarentalen op natuurlijke wijze.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
De meeste kinderen leren lezen dankzij klanken. Voor dove kinderen werkt dit niet. StorySign leert hen lezen door gebruik te maken van gebarentaal. Een kind leren lezen is een proces van vallen en opgaan.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
Gebarentalen verschillen niet alleen sterk van elkaar, maar ook van de gesproken talen uit dezelfde omgeving. NGT heeft bijvoorbeeld echt andere grammaticaregels dan het Nederlands: zo komt in NGT het werkwoord helemaal achteraan in de zin, terwijl het in het Nederlands verder naar voren staat.
In gebarentaal worden woorden en letters uitgebeeld door het lichaam. Maar net als bij de sprekende taal heeft elk land zijn eigen gebarentaal. Er is dus niet maar 1 gebarentaal, er zijn wel 140 soorten gebarentaal. Al die talen hebben hun eigen gebaren voor woorden.
Gebaar voor eten:
Doe alsof je een lepel vast pakt. Stop die in je mond, neem een hapje.
In Nederland zijn ongeveer 500.000 doven en van deze groep zijn ongeveer 30.000 mensen afhankelijk van gebarentaal. Dat wil zeggen dat gebarentaal hun eerste taal is. Net zoals gesproken Nederlands de eerste taal is voor de meeste horende Nederlanders.