Als de vergroting N bijvoorbeeld gelijk is aan 2, dan is het beeld twee keer zo groot als het voorwerp.Als N = 0,5 dan is het beeld twee keer zo klein als het voorwerp. Zoals je kunt zien heeft de vergroting geen eenheid. We noemen dit de lenzenformule.
Bij een bolle lens wordt de lichtstraal gebundeld; deze lenzen worden convergent genoemd. Bij holle lenzen gebeurt het tegenovergestelde; de lichtbundel wordt dan juist verspreid. Dit soort lenzen worden divergente lenzen genoemd. v is dan de voorwerpsafstand, dus de afstand van de lens tot het voorwerp.
De lenzenformule geldt ook voor vlakke, holle en bolle spiegels. Voor een vlakke spiegel is f oneindig, 1/f = 0, en zijn v en b dus gelijk. Voor een holle spiegel is f positief, voor een bolle negatief. Het teken van b is positief voor een reëel beeld en negatief voor een virtueel beeld.
Meestal wordt met b en v de beeldafstand en de voorwerpsafstand bedoeld. Er geldt inderdaad. N=b/v.
Als lichtstralen evenwijdig aan de hoofdas op een lens vallen, dan kruisen ze elkaar in een punt dat we het brandpunt noemen (zie de onderstaande afbeelding). Het brandpunt duiden we aan met de letter F (van het Engelse woord 'focus'). Let op dat alleen deze evenwijdige lichtstralen in het brandpunt terecht komen.
Een lens met een lange brandpuntsafstand buigt de lichtstralen minder sterk. De stralen kruisen elkaar nu verder weg achter de lens. Het geprojecteerde beeld is nu groter dan in werkelijkheid. Met een positieve lens kun je voorwerpen vergroot of verkleind afbeelden.
Een lens heeft dus twee brandpunten. De hoofdas is de lijn door de brandpunten en het optische midden. Het optische midden is het punt midden tussen de brandpunten.
De afstand van de lens tot het voorwerp noemen we de voorwerpafstand (v) en de afstand van de lens tot het beeld noemen we de beeldafstand (b). De grootte van het voorwerp noemen we V en de grootte van het beeld noemen we B.
Verziendheid (hypermetropie) is als je voorwerpen van dichtbij niet goed scherp kunt zien. Dit maakt het bijvoorbeeld lastig om te lezen of te schrijven. Verziendheid kan worden gecorrigeerd met een plus-bril.
De dioptrie is niets anders dan de waarde van 1/f als brandpuntsafstand f gegeven wordt in meters. waarbij v,b en f in dezelfde lengte-eenheid moet worden uitgedrukt. Aangezien we 1/f = 50 dpt kennen, moet alles in meters. Verder is gegeven dat een "ongeaccomodeerd" oog die sterkte heeft.
De afstand van het achterste hoofdpunt van de lens tot het filmvlak wanneer de lens is scherpgesteld op een object op een bepaalde afstand.
Lenssterkte is een grootheid die aangeeft hoe groot de convergerende of divergerende werking van een lens is. Symbool is de hoofdletter S, eenheid de dioptrie (Dpt). Lenssterkte wordt o.a. gebruikt om de sterkte van brillen en contactlenzen mee aan te duiden.
Een beeldsensor in een fotocamera is een chip met lichtgevoelig materiaal. Dit materiaal bestaat uit kleine lichtdiodes, ook wel lichtreceptoren of genoemd. Hoeveel dit er precies zijn wordt aangeduid met het aantal megapixel dat een camera heeft.
Lenzen worden gebruikt om iets dichterbij of verder weg te laten lijken. Lenzen worden ook gebruikt om een voorwerp scherper of juist onscherper te stellen. Er zijn 2 soorten lenzen: bolle en holle lenzen. Bolle lenzen laten de lichtstralen bij elkaar komen en holle lenzen laten de lichtstralen juist uit elkaar gaan.
Die is waarschijnlijk gemaakt met een macrolens. Met macrolenzen vergroot je een onderwerp waardoor het soms levensgroot op de foto staat. Deze objectieven zijn voornamelijk geschikt voor close ups. Je kunt met dit type lens ook close ups van een model maken.
Weerkaatsing van lichtBewerken
Als licht invalt op een voorwerp, zal het licht terugkaatsen en van richting veranderen. Het is doordat licht weerkaatst wordt dat we voorwerpen die geen licht uitzenden (donkere lichamen), kunnen zien.
Bijziendheid uitgelegd
Als u bijziend bent ziet u dichtbij goed, terwijl u veraf juist wazig ziet. Dit wazige zicht komt omdat uw oog in de (as)lengte zo sterk groeit dat de afbeelding waar u naar kijkt niet meer óp het netvlies afgebeeld wordt, maar ervóór.
Ogen kunnen in de loop van tijd veranderen. Dat kan komen door vervorming van de ooglens of van het oog. Verandering van ogen is vrij normaal, eens in de 2-3 jaar. Vaak veranderen de ogen in de leeftijd rond 40 - 45 jaar naar meer + sterkte (minder min of meer plus).
Met het ouder worden wordt de afstand waarop je scherp kunt zien steeds kleiner en er is een sterkere afstand-correctie (brillenglazen met een hogere dioptrie-waarde) nodig om dichtbij scherp te kunnen blijven zien. Veel mensen met bijziendheid (myopie) worden de ouderdomsverziendheid enkel in afgezwakte vorm gewaar.
De lenswet geeft het verband tussen de brandpuntsafstand (f), voorwerpsafstand (v) en beeldafstand (b) bij een scherp beeld. Naast een constructietekening kan dus ook de lenswet gebruikt worden om f,b,en v te bepalen.
De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn. Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera.
3. Het voorwerp staat tussen het brandpunt en twee keer de brandpuntsafstand. Als f < v < 2 * f dan vergroting van beeld reëel maar omgekeerd (Diaprojector) Page 4 Licht en lenzen W.Tomassen Blz 4 van 6 4. Voorwerp staat op twee keer de brandpuntsafstand.
Er zijn bolle lenzen die we ook wel positieve lenzen noemen. Deze lenzen zijn aan de buitenkant dunner dan in het midden. Door de vorm van de positieve lens worden lichtstralen naar elkaar toe gebroken. Het midden van een lens noemen we het optisch middelpunt.
Het brandpunt of de focus van een lens of holle of bolle spiegel is: Bij een bolle lens en een holle spiegel: het punt waar evenwijdig aan de optische as invallende lichtstralen na breking door de lens dan wel reflectie door de spiegel samenkomen.