De zwaartekracht van de aarde heeft de maan gedurende miljarden jaren tot een perfecte draaitol geslepen. Daardoor staat hij altijd met dezelfde kant naar ons toe. De maan draait precies op de maat met de aarde om zijn eigen as. Daardoor is hij altijd met dezelfde kant naar onze planeet gekeerd.
Inderdaad is er zo'n beetje elke maand (een rondje duurt 28 dagen) een keer volle maan! Maar de maan draait ook om haar eigen as. Het grappige is: ze doet hier ook 28 dagen over, precies net zo lang als haar rondje om de aarde!
De maan verandert zelf niet van vorm, dat lijkt alleen maar zo. Dat komt doordat de maan zelf geen licht geeft. Wij zien de maan, omdat hij het licht dat van de zon komt weerkaatst. De maan wordt aan één kant door de zon verlicht, de andere kant blijft donker.
De maan voert gelijktijdig twee bewegingen uit : een aswenteling in tegenwijzerzin in 27 dagen, 7 uur en 44 minuten. een omwenteling om de aarde, ook in tegenwijzerzin en in 27 dagen, 7 uur en 44 minuten.
De maan cirkelt om de aarde en de hoge waterstand volgt de beweging van de maan. Als de maan er niet zou zijn, zouden de getijden niet helemaal verdwijnen – omdat de zon ook getijden veroorzaakt – wel zijn de getijden zonder inbreng van de maan tot wel 75 procent minder sterk. De getijden worden dus zwakker.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Wanneer de maan precies tussen de zon en de aarde staat valt al het zonlicht op maankant die van de aarde afstaat. Wij zien dus geen maan. De helft van de maan die naar aarde staat gekeerd is ligt in de schaduw. De maan zal vanaf nu weer zichtbaar gaan worden.
Het komt ook voor dat de maan heel snel lijkt te verdwijnen. Dan is er sprake van een maansverduistering. Een volle maan wordt ineens minder vol en het lijkt wel alsof er een hap uit genomen is. Een maansverduistering treedt op als de aarde precies tussen de zon en de maan in staat.
De grote, donkere vlekken op de maan, die zelfs met het blote oog al te zien zijn (ze vormen samen het bekende 'mannetje in de maan'), zijn in feite kolossale inslagbekkens die geheel of gedeeltelijk zijn volgelopen met inmiddels gestolde lava.
Na de vernietiging van de maan krijgt onze aarde een prachtige ring. Deze formatie duurt echter niet lang en dan beginnen de aardbewoners met moeilijkheden. Deze hele stapel puin zal op de aarde vallen en lijkt op een asteroïde aanval. Steden zullen worden vernietigd, veel mensen zullen sterven.
Antwoord. De hoek die de schijnbare baan van de maan maakt met de horizon op het moment van opkomst of ondergang variëert op 50° NB tussen 28° en 40°. Als je je richting evenaar beweegt gaat dat hoekinterval steiler worden. Maar je moet practisch op de evenaar staan om een loodrechte ondergang te zien.
De maan is een satelliet van de aarde: hij draait in een baan om de aarde. Omdat de aarde en de maan samen om de zon draaien, beschijnt de zon steeds een ander stukje van de maan. Voor ons lijkt het daardoor alsof de maan verandert van vorm. Ook zeggen we dat de maan schijnt.
De Maan komt op om 04:03 uur, in het oostnoordoosten, bij een azimut van 61.4°. Hij gaat om 19:19 uur onder, in het westnoordwesten, bij een azimut van 293.4°. Zie ook: Hoe laat komt de Maan op? De Maan staat om 11:50 uur in het hoogste punt aan de hemel, op een hoogte van 53.6° boven de zuidelijke horizon.
Alle planeten van ons zonnestelsel worden aangetrokken door de zon. Dat is een gevolg van de gravitatie, een universele kracht die overal in het heelal aanwezig is. Hemellichamen trekken mekaar aan met een kracht die recht evenredig is met hun massa's, en omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand.
De zon is 400 keer zo groot als de maan, maar de maan staat precies 400 keer dichter bij de aarde dan de zon. Daardoor is het mogelijk dat de veel kleinere maan de zon helemaal afdekt.
De maan heeft ook zwaartekracht en trekt dus ook aan de aarde. Ook al het water op aarde wordt door de maan aangetrokken. Zo komt het dat het water, aan de kant waar de maan staat, hoger is. Het is daar dan vloed.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
De grootste invloed van de maan op de aarde is de getijdenwerking, die eb en vloed in zeeën en oceanen veroorzaakt. Als de maan een complete oceaan in beweging kan brengen, zal hij dan ook niet een enorme invloed uitoefenen op veel kleinere objecten, zoals mensen? Dat zou je denken, maar het antwoord is 'nee'.
Een bloedmaan is een totale maansverduistering waarbij de aarde precies tussen de maan en de zon in komt te staan. Doordat het zonlicht indirect de maan bereikt, verlicht deze door de atmosfeer wat om de aarde heen zit, de maan op.
“Dus eens per omloop staat hij tegenover de zon. Het is dan vollemaan en de maan is dan de hele nacht zichtbaar. Maar een kwart omloop eerder of later staat hij veel dichter bij de zon aan de hemel. Je kunt zon en maan daardoor vaak tegelijkertijd zien.
Ja, de zon schijnt overdag, om de simpele reden dat de afwisseling van dag en nacht nu juist veroorzaakt wordt door het opkomen en ondergaan van de zon. Maar de maan kan zowel 's nachts als overdag aan de hemel staan. De maan geeft zelf geen licht, zoals de zon. In plaats daarvan weerkaatst hij het zonlicht.
Een maanwandeling maken kan daarom niet zomaar. Je kunt er alleen rondlopen als je een speciaal pak draagt, dat je beschermt tegen de kou, hitte en de UV-straling. Op de Maan en in de ruimte is geen lucht. Om op de Maan te kunnen lopen, heb je je eigen voorraad lucht nodig.
Dat komt omdat de maan nooit stilstaat. De maan draait constant om ons heen. Zonder de zwaartekracht van de aarde, zou de maan weg zweven, de ruimte in. Door de combinatie van snelheid en afstand tot de aarde blijft de maan altijd in evenwicht tussen vallen en ontsnappen.
Als je op Aarde een appel laat vallen, valt hij. Als een astronaut aan boord van het ruimtestation een appel laat vallen, valt deze ook, het lijkt alleen niet zo. Dit komt omdat ze samen vallen; de appel, de astronaut en het station. Maar ze vallen niet naar de Aarde, ze vallen er rond.