Warmte uit onze ondergrond is een duurzame vorm van energie. Voor aardwarmte moet honderden meters tot een paar kilometer diep geboord worden. Uit de diepte wordt warm water omhoog gepompt.
“In Nederland is het ongeveer elke 100 meter dieper 3,2 graden warmer. Je begint met een oppervlaktetemperatuur van 10 graden. Dus op 1 kilometer diepte is het 42 graden, op 2 km diepte 74 graden, en zo verder.”
De 'ongestoorde' bodemtemperatuur (tussen de 2 en 200 meter diepte) ligt in Nederland ongeveer tussen de 8 °C en 14 °C (met ongestoord bedoelen we, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van bodemenergie). Vaak zien we dat de temperatuur in stedelijke gebieden iets hoger ligt dan op het platteland.
Ondiepe bodemenergie (tot 500 meter diep)
Ondiepe bodemenergie is lage temperatuur warmte (15-20°C) en koude (6-10°C) uit de bodem. De warmte en koude worden gewonnen uit en opgeslagen in aquifers.
Een aardwarmtepomp of de grond gebonden warmtepomp onttrekt warmte uit (een waterbron in) de grond, of in sommige gevallen uit oppervlakte water. De warmtepomp waardeert de opgenomen warmte op tot een gewenste temperatuur. De bron die wordt geboord is maximaal 150 meter diep.
De temperatuur van de aarde is op 150 meter diepte constant 8 à 10 graden. BEO staat voor: Boorgaten Energie Opslag. Een net van buizen waarin het water door de bodem gekoeld of verwarmd wordt, vormt als het ware een reusachtige chauffage onder de grond.
Door de boringen naar olie en gas zijn de diepten tussen 2 en 3 km in een groot deel van Nederland aardig bekend; de lagen tussen 2 en 3 km levert warmte op van 70-90 graden C (een stukje onder het maaiveld is het ca. 10 graden C en 2 km van 30 graden/km geeft inderdaad ca. 70 graden C).
Het begon in 1970 op het schiereiland Kola, door een aantal boorgaten te boren vanuit een centraal punt. Het diepste, SG-3, werd afgerond in 1994, waarmee een gat van 12.262 meter diep was gecreëerd, het diepste gat ooit gemaakt door mensen.
De warmtewet bepaalt dat aardwarmte niet duurder mag zijn dan verwarming met aardgas. De kosten van aardwarmte zijn stabiel en voorspelbaar; de grootste kostenpost is de voorbereiding en aanleg van het systeem.
Een aardwarmtepomp is een stuk duurder dan een luchtwarmtepomp. Dat heeft alles te maken met de bron die aangelegd moet worden, die doorgaans tussen de € 3.000,- en € 5.000,- kost voor een gesloten bron. Bij hogere vermogens en een open bron, zijn de kosten minimaal € 10.000,-.
Een warmtepomp kan via deze bodemlussen warmte onttrekken en deze afgeven op een hogere temperatuur, zodat je je huis ermee kunt verwarmen. Helaas is professioneel boren van zo'n bron vrij duur: ca. € 8000 voor een gewoon huis.
Een warmtepomp die zijn warmte onttrekt aan het grondwater of aan de aarde heeft voor een goede werking een bronput nodig. Deze moet worden geboord in jouw tuin. De put kan op meerdere dieptes komen te zitten. Heb je een put van meer dan 50 meter, dan is er een vergunning nodig voor deze put.
Voor een grondboring mag je rekenen op 5.000 à 6.500 euro. Bij een water-water warmtepomp zit je op die manier al snel aan een totale installatiekost van 15.000 euro.
Kijk dus goed naar de specificaties van de pomp. Om te zorgen dat je grondwater drinkbaar is, zal je dieper moeten gaan dan 10 meter. Je kunt het water testen met verschillende testkits die je een indicatie geven van de kwaliteit van het water.
Putboringen voor het gebruik van grondwater:
Deze putboring wordt ook wel filterput of boorput genoemd. Filterputboringen voor beregening en grijswatercircuit moeten niet op grote diepte geboord worden. Meestal kan er tot +- 10 m diepte geboord worden waar het grondwater voor deze toepassing gebruikt kan worden.
Het afgekoelde water gaat terug de grond in en kan later weer worden gebruikt als de aarde het daar van nature weer heeft opgewarmd. 1 van de voordelen van aardwarmte is dat het dus nooit opraakt.
Kostbare investering: aardwarmte is een dure investering, relatief 'jonge' technologie. Samenwerking noodzakelijk: om aardwarmte kosteneffectief te winnen, moeten er duizenden woningen (en/of meerdere bedrijven) worden aangesloten in de buurt van de winningslocatie.
Voor het correct functioneren van een water-water warmtepomp moeten er twee putten bij de woning geboord worden, een pompput en een retourput (ook wel lozingsput genoemd). Deze putten komen te liggen op een diepte van 25 tot 150 meter. De diepte is afhankelijk van de bodemsamenstelling.
Op 1-2m diepte varieert de temperatuur nog met de seizoenen maar dieper dan 15m is de temperatuur al zo'n 10-12 C constant. Het zit letterlijk onder onze huizen, maar we gebruiken die warmte nog maar heel weinig.
Ja, een hybride warmtepomp kan altijd. Hij werkt namelijk samen met je cv-ketel. De cv-ketel springt bij als het heel koud is buiten, of als je huis snel warm moet worden. Milieu Centraal raadt wel aan om bij een hybride warmtepomp te kijken naar de isolatie van je huis.
De metingen worden op 5, 10, 20, 50 en 100 cm onder de oppervlakte uitgevoerd. De bodemtemperatuur volgt in hoge mate de dagelijkse en jaarlijkse gang van de zon. Tot een diepte van 20 cm is de dagelijkse gang van de zon nog goed te herkennen; overdag loopt de temperatuur op en in de nacht koelt de bodem af.
“De kosten voor de aanleg van de aardwarmte-installatie bedragen ongeveer € 20.000 euro, inclusief bronboring, en aanleg en exclusief subsidie en vloerverwarming.”
Gemiddeld bedraagt de geothermische gradiënt in Nederland ongeveer 30 °C per duizend meter. Op tweeduizend meter diepte bedraagt de gemiddelde temperatuur ongeveer 70 °C.
De installatie van een warmtepomp is een investering. Na verloop van tijd verdien je deze investering terug en na enkele jaren maak je zelfs winst: je betaalt minder (of niet) voor het gasverbruik en de waarde van jouw woning verhoogt.