Door vooral die eerste uitingen van agressie tegen te gaan, voorkom je enorme agressiepieken later. Een los handje in de lucht, waarmee je dreumes aangeeft dat hij je wil slaan maar je niet aanraakt, is genoeg om hem duidelijk te corrigeren. Ook dreigen met slaan is immers niet te tolereren.
Reageer enthousiast en aanmoedigend als je kleine iets goed doet, en reageer met een duidelijke 'nee, dat mag niet' als hij iets fout doet. Leg hem ook kort en simpel uit waarom je iets niet goed vindt. Nu snapt hij dat nog niet, maar dat komt vanzelf. In die zin kan je dus beginnen met opvoeden.
'Goede straffen' kunnen zijn: een time-out (even stil zitten in de gang of in een hoekje zonder aandacht) of een speeltje afnemen en het een etmaal verborgen voor hem houden. Ook slecht of zeurend gedrag compleet negeren kan bij sommige peuters werken. Een corrigerende tik is geen goed idee.
Nee zeggen moet je ook doen met emotie. Niet schreeuwend, want dan laat je jezelf als ouder net iets te veel gaan en heeft het als effect dat het kind er bang van kan worden. Ook het: “Schatje, wil je dat nu even niet meer doen” is geen handige manier van nee zeggen.
De nee-fase kan twee maanden, maar ook de hele peuterpuberteit duren. Net zo snel als je kindje ermee begon, kan hij er ook weer mee ophouden.
Bij de meeste kinderen begint deze nee-fase rondom de tweede verjaardag, maar bij sommige kinderen al rond hun eerste. Gemiddeld eindigt de peuterpuberteit rondom de vierde verjaardag.
Je dreumes leert overigens het meest van de dingen die hij geregeld meemaakt in zijn vertrouwde omgeving. Daarom is het ook zo belangrijk dat je je dreumes de kans geeft je te helpen (en dus te leren!) in die gewone, vertrouwde omgeving. Hij wil je nu ook helpen met simpele taakjes in bijvoorbeeld het huishouden.
Een bal gooien. Blokjes stapelen. Vormen in een vormenstoof doen. Anderen nadoen en rollenspelletjes, zoals theekransjes, (dieren)doktertje spelen.
Je dreumes kan vanaf vijftien maanden ('sprong van principes') regels leren. Door vooral die eerste uitingen van agressie tegen te gaan, voorkom je enorme agressiepieken later. Een los handje in de lucht, waarmee je dreumes aangeeft dat hij je wil slaan maar je niet aanraakt, is genoeg om hem duidelijk te corrigeren.
Stel duidelijke grenzen en wees hier ook consequent in: 'nee' betekent echt 'nee', elke keer. Je kleintje raakt in de war als iets de ene dag wel mag en de andere dag niet. Benoem waarom iets niet mag. Bijvoorbeeld: “Nee, dat is heet”.
Het eindeloos pakken en weer op de grond gooien van objecten helpt je baby of kind bij het ontdekken van de wereld om zich heen. In die kleine vingertjes, tong en lippen zitten namelijk de meeste zintuigelijke receptoren! Door dus zélf een stukje eten naar zijn mondje te brengen, ontdekt je kindje de wereld.
Een kind van 1 jaar slaapt ongeveer 11 tot 13 uur per nacht. Overdag slaapt hij meestal een uurtje 's ochtends en een uurtje 's middags. Een kind van anderhalf jaar doet vaak alleen aan het begin van de middag één slaapje. Veel kinderen van deze leeftijd vinden afscheid nemen bij het naar bed gaan moeilijk.
Door wat extra aandacht te geven op momenten dat het kind gewenst gedrag laat zien, leert het kind dat het niet hoeft te gaan slaan om aandacht te krijgen. Het slaan moet daarnaast natuurlijk wel afgekeurd worden en bestraf wanneer het te vaak gebeurd. Maar een kind kan ook gaan slaan uit angst.
Een kind is agressief vanuit onmacht. Je kind heeft nog niet genoeg vaardigheden om zich op een andere manier te uiten, waardoor hij slaat, bijt of duwt. Ook al bedoelt je kind het niet verkeerd, toch is het belangrijk om je kind te leren dat slaan of bijten niet mag. Geef dus duidelijke grenzen aan.
Je kind eet ongeveer 2 tot 3 boterhammen per dag, meestal verdeeld over het ontbijt en de lunch (zie de dagmenu's). Brood heeft je kind nodig om bijvoorbeeld genoeg koolhydraten, eiwitten, vezels, jodium, B-vitamines en ijzer binnen te krijgen. Welk brood kies je, en ook belangrijk: wat smeer je erop?
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Driftbuien, niet luisteren en ontzettend eigenwijs zijn, dat is wel zo'n beetje mijn eigen samenvatting van de gevreesde terrible two-fase. Deze fase, waarin kinderen van de rond de twee jaar hun afhankelijkheid opzoeken, kan behoorlijk pittig zijn. Hoe je 'm overleeft? Geduld en begrip schijnen de codewoorden te zijn.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Je kind wordt naarmate hij ouder wordt steeds anders genoemd, voor jou blijft het altijd je kleine baby. Na de eerste verjaardag veranderde je baby in een dreumes. Wanneer je kind twee kaarsjes uitblaast is hij officieel een peuter. De peutertijd duurt vanaf het tweede tot het vierde jaar van je kind.