Hoe krijg je structuur in je klas? Dagindeling Door een vaste dagindeling die zichtbaar is voor iedereen (digibord, kaart in de klas), geef je aan wat de kinderen kunnen verwachten op die dag en op welk moment. Het is heel goed om na te denken over de dagindeling en inspanning en ont- spanning voldoende af te wisselen.
Werk regelmatig met klassenbouwers of energizers. Een goede manier om de sfeer positief te beïnvloeden en zelfs op meta-niveau gesprekken te hebben met elkaar (wat zie ik hier nu gebeuren). Stel duidelijke grenzen en communiceer hier duidelijk over. Dit kan streng over komen, maar dat mag als leerkracht!
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
“Bovendien zijn een goede orde en sfeer in de klas belangrijk om tot leren te komen. De leerling die zich misdraagt, kan later ernstige problemen krijgen. ...
Kies een paar concrete afspraken. Formuleer regels positief. ...
Wees heel duidelijk met het omschrijven van gedrag als er iets gebeurt dat je niet wilt. Gebruik heldere woorden die leerlingen begrijpen. Een heel simpel voorbeeld. Stel dat een (jonge) leerling door de gang heen glijdt.
Wat moet je doen als een leerling de les verstoort?
5.2 Aansturen met lichaamstaal. Als een leerling de les verstoort, is het eerste wat je doet de verstoring met lichaamstaal aansturen met als doel daarmee de verstoring op te lossen. Deze manier van oplossen van een verstoring draagt bij aan de orde omdat je onhoorbaar en efficiënt storend gedrag oplost.
Klasmanagement is een verzamelterm voor alle maatregelen die een docent neemt om een klimaat te scheppen waarin studenten met succes kunnen leren en werken. Goed klasmanagement is een voorwaarde om een les vlot te laten verlopen en een positief leerklimaat te bekomen.
In de ruimste omschrijvingen wordt een positief klasklimaat beschouwd als een sfeer die de leerkracht creëert in de klas door de regels die er gelden, de interactie met de leerlingen en de fysieke omgeving (Freiberg, 1999, in Teacher Effectiveness Enhancement Programme, 2002).
Organisatorische vaardigheden zijn onmisbaar bij het managen van een klas. Naast het organiseren zelf gaat het om het plannen, coördineren, leidinggeven en het controleren van leeractiviteiten. De leerkracht moet het onderwijs zo organiseren dat alle leerlingen voldoende aandacht en tijd krijgen om te leren.
Als gaat om gevaarlijk gedrag of als je op een andere manier duidelijk wilt zijn, zeg dan kort en bondig NEE. Ga door de knieën, raak je kind aan en maak even oogcontact. ... Leg met een paar woorden de reden uit, bijvoorbeeld:
Jouw aanmoediging, aandacht, kus of knuffel stimuleren positief gedrag bij je kind. Net zoals het belangrijk is goed gedrag te belonen, is van belang dat je nalaat om negatief gedrag te belonen. Hoe kun je dit doen? Bijvoorbeeld door het ongewenste gedrag actief te negeren.
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.