Ez = m x g x h. Ez is de zwaarte-energie in joule (J). m is de massa van het voorwerp in kilogram (kg). g is de versnelling van de zwaartekracht in meter per seconde kwadraat (10 m/s 2). h is de hoogte waarop het voorwerp zich bevindt in meter (m).
Voor de zwaarte energie geldt Ez=mgh. Ez is de recht evenredig met de hoogte (h): Als h 4 keer zo groot wordt, wordt Ez ook 4 keer zo groot en Ek dus ook.
Dat wil zeggen: P=E/t, oftewel de hoeveelheid energie (E) die er per tijdseenheid (t) wordt geleverd of omgezet. Het maakt daarbij niet uit of dat vermogen mechanisch (bv wrijving) of elektrisch (in een stroomkring) opgewekt wordt. De algemene formule P=E/t in eenheden: Watt=Joule per seconde dus 1W = 1 J/s.
Fz = m · g
Hierin is m de massa van het object dat wordt aangetrokken in kilogram, g is de valversnelling op aarde en heeft een waarde van 9.81m/s2. Fz is dan de kracht in Newton waarmee de zwaartekracht het object naar de aarde trekt.
1) Uit de zwaarte-energie (Ez), de hoogte (h) en g (9,81) kun je met Ez=m*g*h uitrekenen wat de massa is.
Deze lengte maat korten we vaak af met a.e.. Eén astronomische eenheid is precies gelijk aan de gemiddelde afstand van de aarde tot de zon. Die afstand bedraagt 149.597.871 kilometer. Meestal wordt dit afgerond tot 150 miljoen kilometer.
Elektrische energie is evenredig met de lading q. Maar veldsterkte niet. Formule voor veldsterkte is E = F/q. Veldsterkte is dus niet evenredig maar omgekeerd evenredig met lading.
Loek. Voor zwaartekracht moet je de newton berekenen door deze formule te gebruiken: F (newton) = massa in kg x zwaartekracht (N/kg) De zwaartekracht op aarde is gelijk aan 9,8 N/kg (eigenlijk 9,81 maar zo precies hoef je niet te zijn).
De g-kracht die door een massief object wordt geproduceerd, kan worden berekend met behulp van een formule die is afgeleid van de zwaartekrachtwet van Isaac Newton: g = G m / r 2 . In deze formule is g de versnelling als gevolg van de zwaartekracht, in m / s 2 .
Gemiddeld Dit is het rekenkundige gemiddelde en wordt berekend door een groep getallen op te tellen en vervolgens te delen door het aantal getallen. Het gemiddelde van bijvoorbeeld 2, 3, 3, 5, 7 en 10 is 30 gedeeld door 6, wat 5 is.
E = PT . E staat voor energie, gemeten in joules. P staat voor vermogen, gemeten in watt. En T staat voor tijd, gemeten in seconden. Met behulp van deze formule kunnen we eenvoudig berekenen hoeveel energie onze zaklamp verbruikt als we de zaklamp een heel uur laten branden.
Je vermenigvuldigt het aantal uren dat het apparaat per dag in gebruik is met het aantal dagen dat je het apparaat gebruikt. Dit vermenigvuldig je met het vermogen van jouw toestel, uitgedrukt in watt. Het bedrag wat hieruit komt, deel je door 1000 (dit om het aantal watt om te zetten naar kilowatt).
De gravitatie-energie is de energie die een voorwerp op een bepaalde plaats heeft en die omgezet kan worden in een andere energiesoort.
De formule voor het energieverbruik is: Energieverbruik (kWh) = verbruik (kW) x gebruiksuren (per dag) x aantal dagen. De formule voor de energiekosten is: Energiekosten (€) = energieverbruik (kWh) x energieprijs per uur (€).
De gravitatieconstante G is een natuurconstante die in het hele heelal geldt. Gravitatie werkt in het hele heelal op dezelfde manier en de grootte ervan is alleen afhankelijk van de massa's. De zwaartekrachtsversnelling g is de versnelling die vrij vallende voorwerpen op aarde ondervinden en is gelijk aan 9,81 ms-2.
Vallen is in wezen een eenparig versnelde beweging naar beneden. Op aarde is de versnelling vrijwel constant: 9,81 m/s2. Deze valversnelling wordt meestal aangeduid met het symbool g. Wanneer we geen rekening houden met wrijving neemt de snelheid waarmee iets valt elke seconde dus toe met 9,81 m/s.
1G is de versnelling die we voelen door de zwaartekracht . Het is wat onze voeten stevig op de grond houdt. Zwaartekracht wordt gemeten in meter per seconde kwadraat, of m/s2. Op aarde heeft de versnelling van de zwaartekracht over het algemeen een waarde van 9,806 m/s2 of 32,1740 f/s2.
Het symbool voor de zwaarteveldsterkte is g en de eenheid van g is N/kg.
Veelgestelde vragen over de relatie tussen KG en Newton
We weten dat 1 kg gelijk is aan 9,81 N, dus 1 N = 0,102 kg .
Bij deze wet hoort ook een formule, namelijk Fres = m*a . Dit betekent dat de resulterende kracht gelijk is aan de massa x de versnelling. Deze formule vertelt je dat je krachten kunt veranderen door of de massa of de versnelling groter te maken.
Wel kun je zeggen dat op een massa van 1 kg een zwaartekracht van 9,8 newton werkt. Algemeen: op een massa van m kg werkt een zwaartekracht van m*9,8 newton. Dat geldt voor de zwaartekracht op het aardoppervlak, gemiddelde over de aarde. Maar we kunnen niet zeggen "1 kg is 9,8 newton.".
De totale hoeveelheid energie is op elk moment hetzelfde: Etotaal = Ek + Ez.
De Raad voor Cultuur is positief over de kandidatuur van Ons' Lieve Heer op Solder voor een Europees Erfgoedlabel (EEL). Dat staat in een advies dat vandaag aan staatssecretaris Uslu (Cultuur en Media) is gestuurd. Zij had de raad om advies gevraagd over de aanvraag binnen het thema 'tolerantie en recht'.
Er zijn veel grootheden in de natuurkunde en relatief weinig letters, daarom worden veel letters voor meerdere grootheden gebruikt, zoals A voor massagetal, oppervlakte en activiteit.