In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken. Kies de afronding die bij je tekst past.
Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere alinea's. In iedere alinea lees je iets nieuws over het onderwerp. In het slot herhaal je de belangrijkste zaken in een samenvatting, geef je een conclusie, roep je mensen op iets te doen of geef je je mening. Zoek de juiste inleiding, middenstuk en slot bij elkaar.
De meeste teksten hebben de indeling: inleiding, kern en slot. De inleiding en het slot bestaan meestal beide uit maar één alinea. De kern bestaat daarentegen uit een aantal alinea's. In de alinea's worden alle deelonderwerpen besproken.
Terms in this set (3)
Een korte samenvatting van de tekst. Een conclusie van de tekst. Een advies.
Zoals elke beschouwing begint met een inleiding, eindigt elke beschouwing met een slot. Het slot komt direct na het middenstuk. In het slot komt een korte samenvatting, je laat doorschemeren wat je eigen positie is en het eindigt met een uitsmijter.
Schrijf je bijvoorbeeld een samenvatting van een rapport, dan haal je uit de inleiding het doel van de tekst en de centrale vraag. Uit het slot haal je de hoofdbevindingen en aanbevelingen. In het middenstuk selecteer je de belangrijkste ondersteunende feiten en argumenten.
In de conclusie van je essay toon je aan dat je stelling, jouw standpunt ofwel thesis statement, steekhoudend is. Je doet dit door aan te geven waarom alle argumenten leiden tot de enige conclusie, namelijk jouw standpunt. Je geeft hiermee antwoord op de vraag: 'En dus? '
Vaak bevat het slot een dagschoot die met de deurkruk wordt bediend en een nachtschoot, die met een sleutel wordt bediend. Men spreekt van dag- en nachtslot. Bij kastdeuren is meestal alleen sprake van een nachtschoot.
slot (sluiting), een mechanisme waarmee een voorwerp kan worden afgesloten; slotwoord, slotstuk of epiloog van een verhaal of een speelfilm; kasteel of burcht, een versterkte woning; slot (klooster), gedeelte van een klooster dat niet toegankelijk is voor niet-religieuzen.
Het slot. In het slot van je betoog noem je nogmaals kort je argumenten voor je standpunt. Je voegt in het slot nooit nieuwe informatie toe! Nadat je jouw argumenten hebt samengevat, herhaal je jouw standpunt.
De kern uit een stuk tekst halen wil zeggen dat je kort kunt omschrijven wat de belangrijkste boodschap van de auteur van de tekst. Daarvoor moet je doelgericht kunnen lezen. Dat wil zeggen, gericht lezen, met een focus op het beantwoorden van je kennisvraag.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn. Een enkele keer staat de kernzin in het midden van de alinea.
Een voorwoord of nawoord schrijven is niet verplicht, maar komt wel vaak naar voren bij het schrijven van een werkstuk, scriptie of rapport.
Je samenvatting is in wezen een uitleg van de titel van je scriptie of rapport. Schrijf je samenvatting hoofdzakelijk in de tegenwoordige tijd (ik loop) of de voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gelopen). Werk de vier onderdelen van je samenvatting uit in vier losse alinea's.
Conclusie. In de conclusie geef je uiteindelijk een korte samenvatting van je beschouwing, waarbij je alle belangrijke oorzaken, gevolgen en oplossingen noemt.
Om een tegenargument te formuleren, geef je antwoord op de volgende vragen: Wat is een logisch tegenargument met betrekking tot jouw standpunt? Dit is je kernzin. Dit is altijd de eerste of tweede zin van de paragraaf of alinea.
De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Vertel iets nieuws en opvallends, iets waarmee je de lezer vlak voor de eindstreep nog één keer verrast, ontroert, of prikkelt. Vervolgens kun je na de uitsmijter nog een concluderend zinnetje toevoegen, maar vaak hoeft dat niet eens meer, omdat de uitspraak of het feitje voor zich spreekt.