Het is belangrijk om het hoofdje van uw kind goed te ondersteunen bij het opnemen. Zeker bij het oppakken in rugligging is het van belang om een hand onder het hoofdje te houden. De andere hand houdt u dan onder de billetjes. Zo wordt de baby in een 'ronde' houding opgetild, wat ontspannend werkt.
Je kunt zijn hoofdje tegen je schouder leggen en hem onder zijn billen vasthouden en met je andere hand zijn hoofdje ondersteunen. Je kunt hem ook in de ronding van je arm leggen. Hij leunt dan met zijn hoofdje op je bovenarm en met de billen op je onderarm. Met je andere hand houd je zijn buikje vast.
Geef hem een massage
Lange, zachte aaien werken het best. Aai je baby over zijn wangetjes, rug, benen of buik. Voorzichtig natuurlijk, want baby's hebben geen behoefte aan een deep tissue massage. Alleen al een lichte aanraking kan je baby ontspannen en geruststellen.
Leg je baby op zijn rug te slapen
Je baby slaapt het veiligst op zijn rug. Zo ligt zijn gezichtje vrij, waardoor hij goed kan ademhalen. Leg je baby dus nooit op zijn buik te slapen, ook niet om te troosten, omdat de kans dan wél bestaat dat de ademhaling van je kindje wordt belemmerd.
De gevolgen van overstrekken kunnen vervelend zijn voor zowel de baby als voor de ouders. Een kindje die zich af en toe overstrekt tijdens het huilen, hoeft geen reden tot zorgen te zijn. Als het je kindje echter erg vaak overkomt, kan hij gaan achterlopen in zijn motorische ontwikkeling.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Hongersignalen: • Zuigbewegingen • Tong uitsteken • Met tong over lipjes likken • Lipjes tuiten/plooien • Draaien met het hoofdje • Sabbelen op handje/vingers • Na wakker worden uitgebreid gapen • Na wakker worden schoppen met beentjes.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
wat kan je doen? Help je baby om zijn natuurlijk ritme terug te vinden. Zorg voor een goede afwisseling tussen slaap, eten, verzorging, liefde, aandacht en huidcontact. Haal prikkels weg uit de omgeving: felle verlichting, storende muziek, televisie, kunstmatige geuren, veel bezoek …
De nekspieren van pasgeboren baby's moeten zich nog ontwikkelen. Als je baby net geboren is, kan hij zijn hoofd nog niet zelfstandig optillen. Daarom is het belangrijk om het hoofd van je baby in het begin goed te ondersteunen.
Een baby is voor honderd procent afhankelijk van de zorg van anderen en kan nog niets zelf. Je jonge baby is dus nog helemaal afhankelijk van jou en je kan hem dus niet verwennen. Laat het goedbedoelde advies van je kraambezoek dus maar voorbij vliegen. Als hij huilt, is er iets met hem aan de hand.
In het kort. Als je baby voortdurend de rugspieren aanspant en het hoofdje achterover drukt, overstrekt de baby zich. Het lijfje is dan voortdurend strak en gespannen, wat een naar gevoel geeft. Daardoor huilt een baby die zich overstrekt vaak meer dan normaal.
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Het 2-3-4 ritme betekent dat je op een dag achtereenvolgens rekening houdt met ongeveer 2 uur, 3 uur en 4 uur tussen dutjes: 2 uur: tel 2 uur op bij het moment van wakker worden om het tijdstip van het eerste dutje te bepalen. 3 uur: tel 3 uur op bij het moment van ontwaken uit het eerste dutje van de dag.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Maar als je baby regelmatig overdag weigert te slapen, of juist steeds 's nachts wakker wordt, dan kan dit leiden tot een verstoord slaappatroon. Signalen van zo'n verstoord slaappatroon uiten zich in veel huilen waarbij de baby niet neergelegd wil worden en het alleen in jouw armen slaapt.
Het huilen is meestal een signaal dat hij te moe is of dat er teveel prikkels waren voor bedtijd. Huilen is voor een baby's een manier van communicatie. Ze laten merken dat ze iets nodig hebben of dat ze zich niet goed voelen.
Kinderen kunnen allerlei symptomen krijgen als gevolg van het hersenletsel, bijvoorbeeld verminderde eetlust, overgeven, moeite met ademhalen of slikken, verminderd bewustzijn of zelfs een coma, epileptische aanvallen, verlaagde spierspanning of slapheid.
Het is daarom heel belangrijk het hoofdje steeds goed te ondersteunen. Doe je dat niet of schud je de baby hard door elkaar, dan kunnen kleine bloedvaatjes in de hersenen scheuren door de beweging met alle gevolgen vandien zoals blindheid, doofheid, stuipen, leermoeilijkeheden, hersenbeschadiging of zelfs de dood.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.