Het stuur laat het roer bewegen in de juiste richting.Het roer zorgt er dan weer voor dat de boot kan sturen. De vorm van de bouw van de boot. Je hebt bijvoorbeeld een ronde rompvorm (rondspant) of een rompvorm met een knik erin (knikspant).
Een roer van een vaartuig is een beweegbaar stuurvlak, dat dient om een schip op koers te houden of gecontroleerd van koers te doen veranderen.
De meeste boten gebruiken een roerblad om te kunnen sturen. Dit roerblad kan je naar bakboord (links) en naar stuurboord (rechts) bewegen. Een roer heeft roerdruk nodig om te kunnen functioneren. Roerdruk ontstaat door stromend water langs het roerblad te laten gaan.
Oorsprong. De woorden komen waarschijnlijk uit het Oudnoors, de taal die door de Vikingen werd gesproken. Zij stuurden (stýri = stuur) hun overnaadse houten schepen met een roeiriem die altijd aan het rechterboord (borða = plank) was bevestigd. Dat was dus stuurboord.
Doorgaans is één roer voldoende om op koers te blijven. Voor een ontwerper bestaan meerdere redenen om twee roeren te tekenen. Soms vanwege het vaargebied, om een derde, stabiliserende poot te bieden bij het droogvallen. Vaker om een boot met een breed achterschip op koers te kunnen houden.
Een motorboot is meestal niet zo lang en wordt vaak gebruikt om in rond te varen over rustig water. Het sturen gaat bij een kleinere boot rechtstreeks door de motor te draaien. Bij een grotere boot wordt vaak een mechanisch systeem gebruikt, waarbij een stuurwiel en roer kan worden gebruikt.
Door die wielwerking is recht achteruit varen met veel schepen lastig en soms zelfs onmogelijk. Maar gelukkig kun je met wat kunst- en vliegwerk zorgen dat het tóch goed komt. Ook als je geen boeg- of hekschroef hebt. Achteruit varen met een links draaiende schroef: weinig gas geven, met het roer naar bakboord.
Als je met je neus naar de punt van het schip staat zit baKboord linKs, en stuuRboord Rechts.
Hoewel Japan geen vroegere kolonie van Groot-Brittannië is, rijdt het land ook links. Dat kwam doordat in 1872 de eerste Japanse spoorlijn werd geopend, gebouwd met Britse expertise. De trein reed links en dat bleef zo bij de verdere uitbouw van het Japanse spoor- en tramlijnnetwerk.
De bediening van de schroef en de motor gebeurt met een regulateur. Als je deze naar voren beweegt voel je een klik. Nu gaat de boot vooruit, maar dit duurt meestal even. Vanaf deze klik kan de regulateur traploos verder naar voren, dit geeft meer motorvermogen.
Een component van die kracht ligt dus in de richting waarin de boot vaart en zal die dus voortstuwen in die richting. Hoe sneller de boot gaat hoe meer weerstand die zal ondervinden van het water en als die weerstandskracht even groot wordt als de aandrijvende kracht blijft de boot met die snelheid varen.
Alle schroeven werken in principe hetzelfde. Door het ronddraaien van de schroef gaat je boot naar voren of naar achteren. De schroef is links- of een rechtsdraaiend. Een rechtse schroef draait bij het vooruit varen rechtsom (met de klok mee) en een linkse schroef draait bij het vooruit varen linksom.
Een kapitein (voluit scheepskapitein), is aan boord van een schip de gezagvoerder en daarmee de eindverantwoordelijke aan boord. Hij houdt contact met het personeel en legt verantwoording af bij de autoriteiten en de rederij.
De boeg is de voorsteven van een schip en vormt het voorste punt ervan. De meeste boegen zijn ontworpen om de scheepsweerstand en het stampen te verminderen. Veel zeeschepen zijn uitgerust met een bulbsteven om de golfweerstand te verminderen.
De navigatielichten op de zijkanten van een schip hebben verschillende kleuren: aan bakboord rood, aan stuurboord groen.
Net als bij een rood stoplicht geeft de rode kleur de stuurman aan dat hij geen vrije vaart heeft – een uitwijkmanoeuvre kan nodig zijn. Ziet de stuurman daarentegen een groen licht, dan kan hij met een gerust hart koers houden, want het andere schip moet voor hem uitwijken.
Wie heeft voorrang op het water? Degene aan stuurboordwal (rechts) gaat voor. Kleine schepen moeten voorrang verlenen aan grote schepen (groter dan 20m), passagiersschepen, veerponten en sleepboten. Beroepsvaart gaat voor pleziervaart.
Elke schipper wacht op zijn beurt en vaart de sluis in op volgorde van aankomst. Inhalen is verboden bij het naderen van een wachtplaats. Vaar met lage snelheid zo ver mogelijk door naar voren in de sluis en sluit goed aan op de boot voor u. Zo hoeft u in de sluis niet om elkaar heen te varen.
Een rechtse bootschroef draait rechtsom als de boot vooruit vaart en linksom als de boot achteruit vaart.
Links en rechts
Bakboord is de linkerzijde van een schip. Stuurboord is de rechterzijde. Inderdaad, zó simpel is het. Bakboord en stuurboord duiden dus op de linker- en rechterzijde van een schip, niet op de linker- en rechterzijde van een persoon; je kijkt altijd van achteren naar voren.
Boten zijn vaak kleinere vaartuigen die meestal alleen als pleziervaartuig worden gebruikt. Schepen, denk aan vracht- en zeilschepen, zijn daarentegen een stuk groter en kunnen ook voor de beroeps- en chartervaart worden gebruikt.
Varen moet je leren, het vergt vaardigheden en ervaring. Je moet kunnen aanleggen, met wind, golven en stroom weten om te gaan. Je schip in de hand kunnen houden in havens, sluizen en bij bruggen. Weten wat borden en boeien betekenen, en wat je moet doen als je andere schepen tegenkomt.
Varen zonder vaarbewijs
Wanneer kun je zo het water op? Je kunt varen zonder vaarbewijs op een boot met een maximale snelheid van 20 kilometer per uur en/of met een lengte van maximaal 15 meter. Overschrijdt de boot één van deze richtlijnen, dan moet je examen doen voordat je hier als schipper mee het water op gaat.