Wilgen zijn tweehuizig, dat wil zeggen dat er mannelijke en vrouwelijke katjes zitten aan verschillende bomen. Wilgen vinden we zowel als boom, maar ook als struik.
De bloeiwijze van de wilg heeft de vorm van een katje en groeit uit de zijknoppen van een eenjarige twijg. De wilgenkatjes zitten of staan, dit in tegenstelling tot de hangende katjes bij populieren. De pluizige zaden worden door de wind verspreid, maar zijn slechts korte tijd kiemkrachtig.
Deze bloeiwijze komt vooral voor bij bomen en struiken van de wilgenfamilie (waaronder de boswilg en de schietwilg), de berkenfamilie (waaronder de berk, de hazelaar en de zwarte en witte els), de moerbeifamilie en de beukenfamilie (waaronder de eik en de kastanje).
De meeste wilgen groeien het liefst op vochtige, leemhoudende grond. Bij stamboompjes met wilgenkatjes kunt u na de bloei alle oude takken tot zo'n 5-10 cm terugknippen. Al snel zullen er weer nieuwe twijgen groeien die volgend voorjaar gaan bloeien. Wilgenkatjes verschijnen aan de nog kale takken.
Een knotwilg is een vrij eenvoudige boom, die makkelijk en snel groeit. U kunt de knotwilg kennen van het Hollandse landschap maar ook in parken en tuinen is het een gewilde boom.
Wij krijgen regelmatig de vraag of wilgenkatjes in water of droog in de vaas moeten. Het antwoord op de vraag is eigenlijk heel logisch. Omdat wij de gedroogde variant van de wilgentakjes verkopen, hebben deze helemaal geen water nodig. Dat is ook heel fijn voor de mensen die de planten vaak vergeten water te geven!
Het vaasleven van wilgenkatjes is ongeveer 3 weken tot een maand.
Al eeuwenlang wordt wilgenhout in ons land gebruikt voor het vlechten van hutten, manden, stoelen en andere gebruiksvoorwerpen. Daarnaast is het een belangrijk onderdeel voor de waterbeheersing in Nederland. Er worden beschoeiingen van gemaakt maar ook zinkstukken.
Katjesbomen hebben baat bij een vochtige grond en groeien in het wild. Ze groeien vooral bij rivieren en/ of op vochtige akkers, waar het wilgenhout wordt verbouwd. Een katjesboom kopen heeft dus vooral zin als je vochtige grond in je omgeving hebt; De katjesboom staat bekend om haar pluizige 'katjes'.
Katjeswilg stekken
Behalve de in bloei staande takken die ik meenam voor in de vaas, heb ik ook wat dikkere takken in de grond gezet (een tak van ca. 50 cm 2/3 onder de grond, 1/3 erboven) om te stekken. Wilgen groeien makkelijk en inderdaad ook de katjeswilg.
Wanneer een bloem enkel voortplantingsorganen draagt zonder bloembekleedsels dan noemen we dat een naakte bloem.
Een knotwilg kun je zelf stekken door een niet al te dikke tak (max doorsnede 5 cm) met een lengte van +/- 2,5 mtr af te zagen. Met een hiep (of mes) haal je een gedeelte van de bast weg om de tak beter te laten wortelen. Vervolgens steek je deze stek 50 cm diep in de grond bij afnemende maan.
De katjeswilg, Salix caprea, kan in maart of april worden gesnoeid.
Katjes takken | Wilgenkatjes
Wordt ook veel gebruikt bij droogbloemen. De takken kunnen prima zonder water staan en drogen langzaam in. Dit zijn de kenmerken per kleur: Wit, de katjes hebben een licht groene gloed, maar zijn overwegend wit.
De wilg is een bekende boom. Het hout kan gebruikt worden als bouwhout en brandhout. Het hout is geschikt voor het maken van stelen voor gereedschap, voor het vlechten van manden en fuiken, maar ook voor het vlechtwerk in de wanden van huizen zijn de takken zeer geschikt.
De katwilg (Salix viminalis) of teenwilg is een plant uit de wilgenfamilie (Salicaceae). Het is een tweehuizige boom die van nature voorkomt in Europa en Azië. De katwilg vormt meestal een struik, maar kan ook een boom vormen, die tot 6 (10) m hoog kan worden.
Als je elk jaar katjes wil, dan snoei enkel de helft van het aantal takken tot zo'n 20 cm boven de grond. Die snoeibeurt herhaal je elk jaar. Als je alle takken tegelijk snoeit, herhaal je de snoei pas om de twee jaar want anders krijg je geen wilgenkatjes.
Wilgen horen bij de meest snelgroeiende bomen van ons land, tot wel 30 centimeter per jaar.
Na verloop van tijd wordt het meer en meer een knotwilg. De boom kan voor de eerste keer geknot worden als hij 2 à 3 jaar oud is, daarna meestal om de 4 jaar. Vuistregel hierbij is: De dikte van de tak is de afstand tot de knot.
Als knotbomen niet op tijd geknot worden, worden de takken van de boom te zwaar en zal de boom uiteindelijk uit elkaar scheuren. Knotbomen kunnen elk jaar geknot worden, maar het is ook mogelijk om ze eens in de 2 a 3 jaar te knotten.
Het snoeien of knotten van de wilg kan het beste elke de 2-5 jaar, bij voorkeur in de wintermaanden. Elk jaar snoeien is niet nodig. Tussen november en maart is een goede tijd. Knot wilgen nooit als ze bloeien, want dan stopt de zuurstofproductie.
Onderhoud van knotbomen
Knotwilgen moeten regelmatig worden geknot, om te voorkomen dat zich te zware takken vormen en de boom uit elkaar scheurt. Als wordt geknot voor het landschappelijk nut, wordt de pruik vrijwel jaarlijks dicht bij de knoest geknot. Dit wordt door veel gemeenten uitgevoerd en is een duur karwei.