Zoals beloofd is een verkorte versie van 'zoals beloofd is' (of 'zoals ik beloofd heb', 'zoals hij beloofd heeft', 'zoals wij/ze beloofd hebben', enz.). Beloofd is hier een voltooid deelwoord.Omdat de verleden tijd beloofde is (met -de), is ook het voltooid deelwoord met een d.
Het voltooid deelwoord van beloven is beloofd, maar de persoonsvorm van de tweede en derde persoon enkelvoud is belooft.
In het geval van 'beloven' is de stam van het werkwoord 'belov', namelijk 'beloven' minus '-en'. En de v zit niet in 't Kofschip! Dus het voltooid deelwoord van beloven is gewoon met een d. Dus niet 'ik heb belooft', maar 'ik heb beloofd'.
1) Aanzeggen 2) Afspreken 3) Bespreken 4) Bezweren 5) Doen verwachten 6) Garanderen 7) In het vooruitzicht stellen 8) Promitteren 9) Schuld maken 10) Toezeggen 11) Verzeg... Als je iets belooft, zeg je dat je het echt zult doen.
Zoals beloofd is een verkorte versie van 'zoals beloofd is' (of 'zoals ik beloofd heb', 'zoals hij beloofd heeft', 'zoals wij/ze beloofd hebben', enz.). Beloofd is hier een voltooid deelwoord. Omdat de verleden tijd beloofde is (met -de), is ook het voltooid deelwoord met een d.
Om te zeggen dat iets er veelbelovend uitziet of een belofte inhoudt, wordt in de standaardtaal in België de uitdrukking Dat belooft! gebruikt. In de standaardtaal in Nederland is Dat belooft wat! gebruikelijk.
De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit 't kofschip.
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord. Voltooide deelwoorden maken deel uit van samengestelde werkwoordstijden. De voltooide tijd wordt gevormd door de persoonsvorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Wat is de verleden tijd van beleven? De verleden tijd van beleven is 'beleefde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft beleefd'.
In 'Wat is er gebeurd? ' is gebeurd een voltooid deelwoord. Dat eindigt op een d, omdat er in de verleden tijd gebeurde ook een d zit. Deze d uit de verleden tijd komt dus terug aan het einde van het voltooid deelwoord gebeurd.
beloofd: promised.
Bij sterke werkwoorden kan het voltooid deelwoord op een n eindigen: lopen - ik heb gelopen.
Het voltooid deelwoord is de vorm van een werkwoord die je in een zin meestal vindt in een voltooid tegenwoordige tijd of een voltooid verleden tijd. Er staat dan een vorm van hebben of zijn bij: ik heb gelopen, ik ben gevallen. Het voltooid deelwoord kan soms ook gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord.
Voltooid deelwoord
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen. Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.
Neem het hele werkwoord (bijvoorbeeld 'werken'), neem de infinitief oftewel het hele werkwoord, haal er 'EN' van af, dus 'werk'), dit eindigt op een 'k'. De 'k' zit in 't kofschip, dus een 't' in de verleden tijd: 'hij werkte'; een 't' bij het voltooid deelwoord: 'gewerkt'. Gooien -> gooi -> gooide / gegooid.
Juist is 'Ik wil weten wat dat inhoudt. ' Inhoudt is een vorm van het werkwoord inhouden ('te betekenen hebben, behelzen'). 'Ik wil weten wat dat inhoudt' is vergelijkbaar met bijvoorbeeld 'Ik wil weten wat dat zegt', 'Ik wil weten wat dat oplevert' en 'Ik wil weten wat dat toevoegt.
De verleden tijd van halen is 'haalde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehaald'.
Rol. In de onvoltooid tegenwoordige tijd staat er nooit een d, dus het is altijd het verbaast, hij verbaast, jij verbaast enzovoort. Voor het voltooid deelwoord is het het eenvoudigst om er gewoon een e achter te zetten. Verbaasde, dus verbaasd.