In de meest gevallen staat in de cao dat u voor het overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad vier dagen verlof krijgt (vanaf het moment van overlijden tot aan de uitvaart). De 'eerste graad' wil zeggen dat het om het overlijden van een vader, moeder of kind gaat.
Bijzonder verlof overlijden
Bij het overlijden van een familielid in de eerste graad (zoals partner, ouder, kind) heeft een medewerker recht op vier dagen verlof (van overlijden tot en met de begrafenis of crematie).
Ja, voor het begraven of het cremeren van de eigen grootouder van de medewerker heeft deze recht op 1 dag buitengewoon verlof met behoud van loon.
Verlof bij overlijden
De regels voor verlof bij overlijden zijn: echtgenoot/partner, bloed- of aanverwanten in de 1e graad: vier dagen (vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie) bloed- of aanverwanten in de 2e graad: twee dagen (de dag van overlijden en de dag van begrafenis/crematie)
Wettelijk verlof
ouderschapsverlof; adoptieverlof of pleegzorgverlof; zorgverlof (kortdurend en langdurend); calamiteitenverlof en kort verzuimverlof.
De eerste 3 dagen zijn verplicht op te nemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden.
Interpretatie VPS: geen verlies werkdag omstandigheidsverlof als begrafenis op een zaterdag valt. Vraag: Ten gevolge het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad heeft een personeelslid recht op 1 werkdag omstandigheidverlof.
Die gaan in van het overlijden tot en met de begrafenis of crematie. Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad (zoals een grootouder, broer, zus of kleinkind) heb je recht op twee dagen verlof. Je kunt deze dagen opnemen op de dag van overlijden en de dag van de begrafenis of crematie.
U heeft recht op twee dagen verlof wanneer het gaat om een overlijden van (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind, schoonzoon of schoondochter die op moment van overlijden bij u inwoont.
Gaat het bijvoorbeeld om je echtgenoot, je kind, je (schoon)vader of moeder die gestorven is, dan heb je wettelijk recht op drie dagen rouwverlof. Die dagen kan je vrij opnemen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
Twee dagen voor het overlijden van een inwonende broer, zus, schoonzus, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
De eerste 3 dagen moet de werknemer verplicht opnemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden.
Meestal wordt rouw langzaam minder. Hoe lang het duurt is voor iedereen anders, maar na een jaar voelen de meeste mensen zich beter. Soms gaat de rouw niet vanzelf over. Het is dan na een jaar nog (bijna) net zo erg als in het begin.
het aantal afwezigheidsdagen wordt opgetrokken tot 10 dagen waarvan de eerste 3 dagen moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden.
Bij een 25-jarig en 40-jarig dienstverband of huwelijk heeft de werknemer recht op één dag verlof. Bij een 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders, schoonouders of grootouders hebben medewerkers recht op één vrije dag.
Werknemers kunnen recht hebben op calamiteitenverlof of kort verzuimverlof voor zeer dringende, onverwachte of bijzondere persoonlijke situaties. Dit verlof kan van een paar uren tot een paar dagen duren, afhankelijk van de situatie. De werkgever betaalt het salaris door tijdens het verlof.
Voor een overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, pleegouder* van de werknemer krijg je drie dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
Je hebt maximaal 10 kalenderdagen familiaal verlof bij ziekte van je kind, of om een andere dwingende reden. Als je deeltijds werkt wordt dit maximum pro rate herberekend. Neem je familiaal verlof voor je ziek kind op, dan moet je werkgever in principe geen loon betalen.
Wanneer de pleegouder van de werknemer overlijdt, heeft hij of zij recht op 3 dagen rouwverlof, op te nemen tijdens de periode tussen het overlijden en de begrafenis.
Neem wat tijd voor jezelf om je gedachten over de dood van je grootmoeder te begrijpen. Schrijf ze op in een dagboek als je denkt dat dat helpt. Denk aan de goede herinneringen en hoe je leven door haar werd beïnvloed. Vraag anderen om verhalen te vertellen over haar lange en volledig leven.
De 10 dagen van rouwverlof worden door de werkgever betaald. De laatste 7 dagen van het rouwverlof kunnen aangerekend worden op de periode van gewaarborgd loon, waardoor de werkgever geen 30 dagen gewaarborgd loon moet betalen, maar slechts 23 dagen (30 – 7).
Als werknemer hebt u het recht om in welbepaalde gevallen afwezig te blijven van het werk met behoud van loon. Het gaat om een verlof bij bepaalde familiale gebeurtenissen, zoals een huwelijk of een overlijden, of voor het vervullen van bepaalde staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.
Het is niet zo dat een begrafenis of crematie pas na 5 dagen plaats MAG vinden. De termijn van 5 dagen wordt vaak genomen als compromis tussen het tijdig zo veel mogelijk mensen op de hoogte stellen van het overlijden en de zaak niet onnodig te rekken en het belang van de volksgezondheid.
Jouw werkgever kan je deze dag klein verlet niet weigeren, maar hij kan natuurlijk wel een bewijs vragen. Wat is je huidige job? Bedankt, je gegevens werden correct bewaard. Ben je ziek, dan is je arbeidsovereenkomst geschorst.