Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
Blijven zitten basis- en voortgezet onderwijs
Dan kan uw kind blijven zitten. Daarover beslist de school. De school kijkt daarbij onder meer naar het niveau van de klasgenoten van uw kind. De school moet u informeren als uw kind blijft zitten.
De school beslist of je kind overgaat naar het volgende leerjaar. De regels en voorwaarden die de school hanteert staan in het schoolbeleid. Je hoort van de school of en waarom je kind overgaat of blijft zitten. Dat gebeurt aan het einde van het schooljaar na het laatste rapport van je kind.
Tegen de beslissing tot zittenblijven bestaat geen beroepsmogelijkheid. Het is mogelijk dat een andere school beslist dat de leerling wel mag overgaan naar een volgend jaar of leerlingengroep. Dat is de autonome bevoegdheid van die school.
Maximaal één onvoldoende voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde;Maximaal drie onvoldoendes binnen het totale vakkenpakket;Minimaal een 6 gemiddeld voor alle vakken.
Je mag dus voor maximaal twee vakken een onvoldoende halen en geen één eindcijfer mag afgerond lager dan een 4 zijn. Je moet aan alle vijf van de bovenstaande eisen voldoen.
Je bent niet geslaagd wanneer je een 4,4 hebt voor Nederlands, een 8,2 voor Engels en een 9,0 voor Wiskunde.
Voor A-vakken moet je altijd slagen door 50% te halen. Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Een gevolg van zittenblijven is dat een leerling een jaar langer doet over de schoolloopbaan. In 2019 bleef tien procent van de leerlingen in het basisonderwijs zitten. In het voortgezet onderwijs bleef dat jaar zes procent van de leerlingen zitten. Leerkrachten en docenten beslissen of een leerling blijft zitten.
Vaak zijn zwakke lezers in groep 3 net te goed om geheel groep 3 over te doen. Groep 3 begint namelijk weer van voor af aan met woordjes lezen en die basis hebben kinderen vaak wel onder de knie. Het stapje daarna van zinnen lezen en het leren rekenen zit ook in de groep 4 lesstof.
Uit meerdere internationale en Nederlandse onderzoeken blijkt dat zittenblijven in het algemeen geen positief effect heeft op de (cognitieve) leerprestaties, ook niet op langere termijn.
Scholen en instellingen moeten verplicht het ongeoorloofde verzuim melden bij de leerplichtambtenaar, via het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De schoolleiding moet het melden als een leerling 4 lesweken na elkaar in totaal 16 uren les- of praktijktijd afwezig was.
Een leerling kan dus (mede ook) blijven zitten op het vak LO.
Leerlingen die een schooljaar moeten overdoen, kosten de schatkist 500 miljoen euro per jaar. Dat is 3 procent van de uitgaven aan basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Het is daarmee een grote kostenpost, staat in een rapport van het Centraal Planbureau (CPB). Volgens het CPB is zittenblijven een duur instrument.
Wanneer een kind in de groepen 1 of 2 blijft zitten wordt dat door Onderwijsinspectie kleuterbouwverlenging genoemd. Een kind krijgt kleuterverlenging wanneer het nog niet toe is aan de eisen van groep 3, hetzij op cognitief hetzij op sociaal-emotioneel niveau.
Op sommige basisscholen geldt de regel dat een leerling maximaal een keer mag blijven zitten. Maar dit beleid verschilt per school. Volgens de wet moet een leerling de basisschool in ieder geval verlaten na het schooljaar waarin de leerling veertien jaar wordt (Art. 39 lid 4 WPO).
Als je 50% voor alle vakken behaalt, ben je geslaagd voor een studierichting en behaal je het getuigschrift of het diploma secundair onderwijs. Als je voor bepaalde vakken een onvoldoende behaalde kan je in aanmerking komen voor een deliberatie.
Als je voor je 1ste examenkans niet geslaagd bent, moet je je dus het volgende academiejaar opnieuw inschrijven voor dat opleidingsonderdeel.
We noemen ze buispunten. Er zijn wel strikte voorwaarden: Je mag voor maximum 3 B-vakken een tekort hebben. Het aantal punten dat je tekort hebt, mag niet meer zijn dan het aantal B-vakken dat je hebt.
Toegestane uitzonderingen eindcijfers
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
Het is een 6,5 voor alle vakken om over te gaan, en een 5.5 is een voldoende. Dus je kunt niet voor alle vakken een 5,5 staan, want dan sta je voor alles gemiddeld een 5,5 en dat is dus onvoldoende om over te kunnen.
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.