Degene die in 'basishoepel' staat zegt: 'Heb je ooit…. <noemt een activiteit zoals bijvoorbeeld 'Paard gereden'>. De voorwaarde is dan wel, dat die persoon het zelf gedaan moet hebben. Iedereen die die activiteit wel eens gedaan heeft, stapt uit de hoepel en zoekt een andere op.
Hoe het werkt: zorg ervoor dat iedereen een drankje heeft. Iemand stelt een vraag, bijvoorbeeld: 'ik heb nog nooit een blauwtje gelopen'. Iedereen die wél eens een blauwtje heeft gelopen neemt vervolgens een slok. Een sportieve variatie: maak er een workout van!
'Wat ben ik? ' is een variant op het spel 'wie ben ik? ' waarbij je als student door het stellen van ja/nee vragen achterhaalt wie of wat je bent. Alle studenten krijgen een briefje op hun voorhoofd geplakt met daarop een begrip (onderwerp, theorie, persoon) dat centraal staat in de leerstof.
Ieder kind krijgt een blaadje met een naam op zijn voorhoofd geplakt. Je mag aan de andere kinderen vragen stellen om erachter te komen wie je bent. Bijvoorbeeld: speel ik in een tekenfilm, of: ben ik een jongen? Zo kom je erachter wie je bent.
Begin bijvoorbeeld over waar jullie elkaar hebben ontmoet of voor het laatst hebben gezien. Dus zoiets als: "Hoe was je avond nog?". Als je diegene al eens hebt gesproken kun je ook beginnen over het laatste onderwerp waar jullie het over hebben gehad. Het is sowieso altijd slim om een open vraag te stellen.
Plaag hem een beetje. Een beetje speels plagen kan een geweldige manier van flirten zijn - als je het goed doet. Plagen kan een gevoel van intimiteit creëren en laat hem zien dat je humor hebt. Wees wel gewaarschuwd - als jij het doet moet je er ook tegen kunnen als hij het terug doet!
Speel “levend wie is het?”: Neem een kind in gedachten. Alle kinderen gaan staan en mogen om de beurt vragen stellen (Heeft het kind bruin haar?). De kinderen die passen bij de vraag blijven staan, de anderen gaan zitten. Tot er iemand overblijft.
Om dit thema ook in de klas bespreekbaar te maken, lanceert VRT de EDUbox 'Identiteit: kunnen zijn wie je bent'. Met dit kant-en-klaar lesmateriaal leren jongeren over identiteit, hoe ons zelfbeeld gevormd wordt en wat de verschillende factoren zijn die er invloed op hebben.
Je fluistert een kind in het oor wie hij of zij is. Bijvoorbeeld een olifant. De andere kinderen mogen nu vragen stellen om te ontdekken welk dier het kind is. De vragen mogen alleen met 'ja' of 'nee' beantwoord worden, dus let goed op hoe je ze stelt.