Het vaginale bloedverlies en de afscheiding moet na ongeveer 6 weken over zijn. Bel uw gynaecoloog of de polikliniek als dit langer duurt. U krijgt het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap te hebben of tampons te gebruiken. Het litteken in de top van de schede kan dan goed genezen.
Sommige vrouwen houden alle bijkomende verschijnselen van de menstruatie, behalve het bloedverlies zelf. Als de baarmoedermond verwijderd is, hebben de meeste vrouwen minder last van afscheiding.
Bij elke operatie is er een risico op het ontstaan van een nabloeding, infectie of trombose. Sommige patiënten kunnen na de operatie last hebben van moeheid, duizeligheid en concentratieproblemen. Deze klachten zijn meestal een gevolg van de narcose. Meestal verdwijnen deze klachten na verloop van tijd vanzelf.
Uw herstel duurt 4 tot 6 weken. Wanneer u weer thuis bent, bent u natuurlijk nog niet genezen. Het lichaam heeft een aantal weken nodig om te herstellen. Het is erg moeilijk om algemene leefregels te geven die gelden voor iedereen maar globaal mag u de eerste 2 weken na de operatie zo goed als niets doen.
u mag na twee weken in bad, douchen mag wel gelijk na de operatie. u mag na zes weken geslachtsgemeenschap hebben. u kunt na ongeveer drie tot vier weken een fulltime baan hervatten.
Een normale baarmoeder is zo groot als een kleine peer en weegt 50 gram. De baarmoeder bestaat voornamelijk uit stevig spier- weefsel. Soms ontstaat plaatselijk verdikkingen in de baarmoeder- spier die vleesbomen (myomen) worden genoemd en aanleiding kunnen geven tot hevige en pijnlijke menstruaties.
Een vleesboom kan klein blijven of heel langzaam groeien. Soms kan een vleesboom groeien tot een gewicht van een kilo. Vleesbomen komen veel voor: bijna de helft van de vrouwen jonger dan 50 jaar heeft een vleesboom.
De oefeningen voor de eerste zes weken na de operatie zijn vooral gericht op het ontspannen en aanspannen van de bekkenbodemspieren. U leert de spieren aanspannen (gevoel van plas of windje ophouden), waarbij het belangrijk is dat u blijft doorademen.
Enkele dagen na de ingreep een opgeblazen buik door het koolzuurgas wat in de buik is geblazen tijdens de operatie. Lichte temperatuursverhoging en spierpijn. Mogelijk bloedverlies via de schede. Dit kan enkele dagen tot een paar weken aanhouden.
Ook als de baarmoeder via de vagina of laparoscopisch verwijderd is, is de buik de eerste dagen pijnlijk. Langzamerhand wordt de pijn minder. Als u moet hoesten, niezen of lachen kunt u de buik het beste met uw handen ondersteunen; dat voorkomt pijn. Na een dag wordt een eventuele gaastampon verwijderd.
Na de operatie is vaginaal bloedverlies en afscheiding normaal. In het begin is dit helderrood. Na enkele dagen moet dit minder worden. Het vaginale bloedverlies en de afscheiding moet na ongeveer 6 weken over zijn.
Zonder een baarmoeder kan een vrouw niet meer zwanger worden en niet meer menstrueren. De hieronder beschreven gevolgen zijn mogelijkheden waar sommige, maar lang niet alle vrouwen, last van kunnen hebben.
U loopt geen risico op baarmoederhalskanker als uw baarmoederhals volledig is verwijderd. Deelnemen aan het bevolkingsonderzoek is niet nodig.
Op langere termijn kan het zijn dat het baarmoederslijmvlies weer aangroeit. Herhaling van de behandeling kan dan nodig zijn. Verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie of uterusextirpatie) adviseert de gynaecoloog doorgaans pas als andere behandelingen niet het gewenste resultaat opleveren.
U heeft soms een katheter, deze zorgt voor de afloop van urine en ontlast de blaas. Soms brengt de gynaecoloog aan het einde van de operatie een tampon (een lang gaas) in de schede in. Dit stelpt kleine bloedinkjes. U kunt vaginaal wat bloedverlies hebben.
Over het algemeen is het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap (vrijen) te hebben, zodat het wondgebied goed kan genezen. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen minder zin in vrijen.
Bedenk dat niet alleen tillen, maar ook duwen en trekken zorgen voor een belasting op de rug. Bukken mag u de eerste zes weken niet doen. Als u dus iets van de grond af wilt rapen gebruikt u dan een grijper of zak dan door de knieën. Zorg ervoor dat de tijd die u opzit geleidelijk aan opbouwt.
Die pijn wordt veroorzaakt doordat er nog wat koolzuurgas is achtergebleven in de buikholte. Dit gas is onschadelijk en verdwijnt vanzelf na opname in de bloedbaan of door uitademing via de longen. Daarmee neemt ook de pijn in de schouders af. Voor de pijn na de operatie krijgt u pijnstilling.
De buik is gevoelig voor emoties (denk maar aan verliefdheid of grote angst) en ook bij (onbewuste)spanningen kan dus buikpijn ontstaan. Als in deze gevallen de baarmoeder wordt verwijderd, blijkt dat de pijnklachten direct na de operatie meestal wel verminderen, maar binnen een paar maanden weer terugkeren.
Het komt zeer zelden voor dat een myoom kwaadaardig wordt. Daarom hoeft een myoom dat geen klachten veroorzaakt, niet altijd te worden verwijderd. Wel kan een zeer snelle groei een aanwijzing zijn voor kwaadaardige veranderingen. Daarom controleert een arts de groei van de myomen met regelmatige tussenpozen.
Myomen hebben hormonen nodig om te groeien. Dit betekent dat myomen na de overgang meestal verschrompelen. Ook de klachten die de vleesboom veroorzaakt, verdwijnen dan. Als na de overgang hormonen worden toegediend, kunnen myomen hierdoor blijven of terugkomen.
Vleesbomen of myomen zijn goedaardige verdikkingen in de spierwand van de baarmoeder. Myomen komen in alle maten voor: zeer klein (als een speldenknop) tot wel twintig centimeter groot. Ze groeien onder invloed van het hormoon oestrogeen.
De gynaecoloog kan de baarmoeder verwijderen via de schede (vaginaal), soms in combinatie met een kijkoperatie (laparoscopie) of via de buikwand (abdominaal). Bij een operatie via de buikwand is een horizontale snede (bikinisnede) mogelijk of een verticale snede van de navel naar beneden.