Om DCD vast te kunnen stellen, moet een arts (meestal is dit een kinderrevalidatiearts) beoordelen of de motorische problemen van het kind voldoen aan alle vier de criteria voor DCD uit de DSM-5. Dit wordt gedaan door het kind te onderzoeken om eventuele andere oorzaken voor de motorische onhandigheid uit te sluiten.
Waar merk je aan of een kind DCD heeft: Er is een duidelijke vertraging in het bereiken van mijlpalen in de motorische ontwikkeling: zitten, kruipen, lopen kunnen ze vaak later dan andere kinderen. Als je kijkt naar de grove motoriek is het kind eerder houterig dan soepel in zijn bewegingen.
De diagnose DCD wordt gesteld door een arts die hiertoe geschoold en competent is (kinderrevalidatiearts, kinderarts, jeugdarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater) of door een GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist.
Definitie. De afkorting DCD staat voor Development Coordination Disorder ook wel dyspraxie genoemd of het “clumsy child syndrome”. DCD houdt in dat planning, coördinatie en uitvoering van verschillende motorische handelingen moeizaam worden geleerd en geautomatiseerd.
Aangeboren oorzaken: Cerebrale Parese (CP) Developmental Coordination Disorder, (DCD) Neuromusculaire aandoeningen.
Uw kind kan alleen behandeld worden of in een groep. In een groep heeft uw kind contact met andere kinderen met DCD. Dit kan goed zijn voor het zelfvertrouwen. Er zijn geen medicijnen die helpen bij DCD.
Op dit moment kunnen kinderen kiezen uit zo'n 20 sportvaardigheden variërend van skeeleren, longboarden, tennissen, voetballen en touwtje springen tot het leren van de handstand, de radslag of de judorol.
DCD is een ontwikkelingsstoornis van de coördinatie van bewegingen. DCD staat voor Developmental Coordination Disorder, in het Nederlands vertaald coördinatie- ontwikkelingsstoornis.
We weten niet precies wat de oorzaak is van DCD. DCD is een stoornis in de ontwikkeling. Dat betekent dat de ontwikkeling en groei van een kind anders gaat dan normaal. Sommige onderzoeken laten zien dat hersenen van kinderen met DCD zich net iets anders ontwikkelen dan de hersenen van kinderen zonder DCD.
Route naar de diagnose DCD
Voor observatie en onderzoek door een kinderrevalidatiearts is een verwijzing nodig van de huisarts, of van een kinderarts, jeugdarts, kinderneuroloog of kinderpsychiater als die bij het kind betrokken is.
Dyspraxie is een stoornis bij het verwerken van informatie uit het lichaam, met name uit spieren en gewrichten. Dat leidt tot problemen met zowel de fijne motoriek als de grove motoriek en met motorische vaardigheden.
Kinderen met DCD hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden. Ook hebben ze moeite met het coördineren van hun bewegingen. Hun motoriek ziet er onhandig uit. Er zijn geen aantoonbare medisch-neurologische oorzaken of lichamelijke gebreken (zoals spasticiteit of doofheid) bij DCD.
ODD is een afkorting van het Engelse Oppositional Defiant Disorder. In Nederland spreken we van een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis. CD is een afkorting van het Engelse Conduct Disorder. De Nederlandse term hiervoor is (antisociale) gedragsstoornis.
Kan dyspraxie voorkomen worden? De precieze oorzaak van DCD is niet bekend, maar de stoornis wordt in verband gebracht met te vroeg geboren kinderen of kinderen met een laag geboortegewicht. Soms kunnen veranderingen in de hersenen worden waargenomen op een door een arts aangevraagde hersenscan.
Achterstand in de motorische ontwikkeling. Bij een achterstand van de motorische ontwikkeling beweegt het kind minder handig dan leeftijdsgenootjes. Een gevolg kan zijn dat het kind gefrustreerd raakt en niet goed kan meedoen in de klas of bij het spelen.
NLD is soms moeilijk te herkennen. NLD is een afkorting van de Engelse term Non-verbal Learning Disabilities. Letterlijk vertaald betekent dat 'non-verbale leerstoornissen', ofwel: leerstoornissen die betrekking hebben op non-verbale informatie.
Soms heeft een kind een probleem in het taalsysteem. Dit kan dysfasie zijn. Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Dat kan verklaard worden door een vertraagde rijping van het motorische systeem. In de puberteit komt er namelijk extra groeihormoon vrij, waardoor ook de motoriek versneld kan gaan rijpen. Maar dat is helaas niet bij iedereen het geval.” “Bij sommigen is die extreme onhandigheid blijvend.
Kinderen met dysorthografie hebben opvallende en hardnekkige spellingsmoeilijkheden. Schrijven zonder fouten lukt niet. Het lijkt wel of je kind de spellingregels niet kan onthouden. Soms schrijft je kind de woorden zoals hij of zij ze hoort.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Iemand met een motorische beperking heeft problemen met bewegen. Je kunt bijvoorbeeld niet lopen of je armen niet goed gebruiken. Dit komt door problemen met je spieren, gewrichten en/of je skelet. Sommige motorische beperkingen zijn goed zichtbaar, omdat iemand in een rolstoel zit.
Een ontwikkelingsstoornis is een neurologische of psychische aandoening die optreedt bij kinderen of adolescenten en de normale ontwikkeling belemmert. Bij volwassenen is zo'n stoornis soms nog te traceren, maar met de leeftijd neemt de kans op een succesvolle behandeling gewoonlijk af.