''Sapere aude!Heb de moed je van je eigen verstand te bedienen!'' is het levensmotto van de Duitse verlichtingsfilosoof Immanuel Kant. Hij werd geboren op 22 april 1724 als vierde in een gezin van negen kinderen in de toenmalige Pruisische stad Köningsberg, tegenwoordig Kaliningrad in Rusland.
Vrijheid was in Kants ogen: autonomie, of letterlijk: zelf-wetgeving. De mens handelt in Kants ogen moreel als hij handelt overeenkomstig de morele wet die hij in zichzelf draagt. Deze morele wet noemde hij de 'categorische imperatief'. De morele autonomie kwam bij Kant vóór alles.
De deontologie is een ethische stroming die uitgaat van absolute gedragsregels, vaak (maar niet altijd) gesteld als normen. Er wordt ook wel gesproken over plichtethiek. De term deontologie werd door Jeremy Bentham (1748-1832) gebruikt voor het geheel van de ethiek.
Het Ding an sich, de wereld zoals hij 'echt' is, kan de mens volgens Kant niet kennen. Mensen kennen slechts de Dinge für mich. Dit betreft de manier waarop de wereld en alle dingen persoonlijk worden ervaren. Er is altijd sprake van een subjectieve interpretatie van de waargenomen werkelijkheid.
Vrijheid betekent bij Kant dus niet: doen waar je zin in hebt. Vrijheid impliceert verantwoordelijkheid. Een autonoom mens verplicht zichzelf goed te handelen. In de beroemde categorisch imperatief geeft Kant een criterium: handel volgens dat principe waarvan je zou willen dat het een algemene wet wordt.
'Vrijheid betekent dat je mag denken, zeggen en doen wat je zelf wilt. In Nederland hebben we veel vrijheid. Iedereen in Nederland heeft dezelfde vrijheden. Dat betekent dat ook andere mensen mogen denken, zeggen en doen wat zij willen,' zo stelt de Nederlandse overheid in een boekje over de kernwaarden van Nederland.
In Nederland vinden we vrijheid heel belangrijk, zo belangrijk dat er in de Grondwet is opgeschreven dat iedereen recht heeft op vrijheid. In de Grondwet staan ook nog een aantal andere vrijheden, bijvoorbeeld: de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van kunst en wetenschappen.
Deugdethiek of deugdenethiek is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de vraag: 'hoe te leven?' Het antwoord op deze vraag naar 'het goede leven' wordt geformuleerd in termen van deugd, doel (telos) en eudaimonía (geluk).
Gevolgenethiek. In de gevolgenethiek (ook wel consequentialisme genoemd) staan de gevolgen van een handeling centraal. Het gaat dus niet om de handeling zelf of om de intenties van de handelende persoon, maar alleen om de gevolgen die de handeling heeft. Zijn die gevolgen goed, dan is de handeling ook goed.
Wat de mens over de werkelijkheid meent te kennen, is volledig afhankelijk van zijn waarnemingen en hoe hij deze waarnemingen interpreteert. Nu kan de mens, zo zegt Kant, niet anders dan met in het bewustzijn a priori aanwezige structuren werken. Kant noemt deze 'aanschouwingsvormen' en 'categorieën.
Het utilitarisme of utilisme (van Latijn utilitas, nut) is een ethische stroming die de morele waarde van een handeling afmeet aan de bijdrage die deze handeling levert aan het algemeen nut, waarbij onder algemeen nut het welzijn en geluk van alle mensen wordt verstaan.
De plichtethiek gaat uit van de morele plicht waaruit een handeling wordt gedaan, die bepaald of een handeling goed is niet zozeer de gevolgen. Kant is de grondlegger van de plichtethiek. Om te bepalen of een handeling goed is heeft hij het categorische imperatief bedacht.
Het hebben van morele verantwoordelijkheid betekent dus het hebben van een verplichting tot het rechtvaardigen van eigen keuzes, van eigen gedrag.
Een handeling is goed als ze zoveel mogelijk nut of geluk brengt voor zoveel mogelijk mensen. Het utilitarisme is een poging om objectief, los van ons individuele bestaan, goed van kwaad te onderscheiden. De Duitse filosoof Immanuel Kant heeft een andere opvatting van moraliteit.
Metafysica is de filosofische discipline die volgens Aristoteles na (in het Grieks: meta ) de fysica, de studie van de natuur, komt. De metafysica onderzoekt de eerste oorzaken van de dingen. Daarbij moet men oorzaak echter niet opvatten in de gangbare zin van causaliteit.
Men zegt namelijk dat vrijheid zit in de ervaring van vrijheid. Vrijheid is het gevoel dat je iets vrij en graag doet, onvrijheid is het gevoel dat je iets onvrij en met tegenzin doet, de ervaring van gedwongenheid dus. In beide situaties word je echter bepaald door de neurobiologische processen in je brein.
Ethiek betekent dat je nadenkt over goed handelen. Centraal staat de vraag naar wat goed is om te doen in bepaalde situaties. Iedereen heeft hiermee te maken, want elk mens handelt vanuit bepaalde ideeën, intuïties of gevoelens. Als zorgverlener heb je een bijzondere rol in de zorg voor anderen die kwetsbaar zijn.
Vier belangrijke stromingen binnen de ethiek zijn de gevolgenethiek van de utilisten, de plichtethiek van Kant, de perspectivistische ethiek van Nietzsche en de deugdethiek van Aristoteles. Je kunt een overkoepelend profielwerkstuk over deze vier soorten ethiek te maken.
Een aantal voorbeelden: Wat is een goede balans tussen het geven van autonomie (vrijheid, eigen regie) aan cliënten en het beschermen van deze kwetsbare mensen door vrijheidsbeperking op te leggen om risico's te voorkomen?
Nog een filosoof die over de ethiek nadacht was de Engelse filosoof Jeremy Bentham. Zijn denk werk valt onder de doelethiek. Dat betekent dat je bij doelethiek moet kijken hoeveel mensen je gelukkig maakt, dat is jouw doel.
Onethisch gedrag wordt hierbij gedefinieerd als gedrag dat tegen de maatschappelijke normen in gaat, zoals bijvoorbeeld liegen, vals spelen en stelen. Het is dus gedrag wat in de regel niet wordt getolereerd.
Deugden zijn positieve grondhoudingen waarover een bepaald persoon beschikt en van waaruit hij of zij een ethisch leven kan leiden. Enkele voorbeelden van deugden zijn: rechtvaardigheid, moed, matigheid, voorzichtigheid, geduld, eerlijkheid, creativiteit, humor, loyaliteit, enzovoort.
Je houdt van ontdekken, experimenteren en ervaren en je volgt bij voorkeur niet de gebaande paden. Je hebt een hekel aan sleur en het kan zijn dat je snel verveeld bent en vaak de neiging hebt om dingen saai te vinden. Mensen met vrijheid bovenaan in hun missie zijn vaak eigenwijs en volgen niet graag de kudde.
Er is persoonlijke, intellectuele, politieke en academische vrijheid. Tot de vrijheidsrechten behoren die op vrijheid van geweten, godsdienst, meningsuiting, vereniging en drukpers. Men is vrij in de keuze van geloof, opvoeding (ouderlijke macht), werk, partner voor een huwelijk, enzovoort.
Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.