Het is niet verstandig om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Dit, omdat dan de gehele installatie spanningloos raakt bij een aardlek. Het beste is dan ook om minimaal twee aardlekschakelaars toe te passen. Het is aan te raden om de groepen per verdieping te verdelen over beide aardlekschakelaars.
Een aardlekschakelaar is niet verplicht wanneer een contactdoos bedoeld is voor een specifiek apparaat en daardoor minder goed bereikbaar is. Denk dan aan een apparaat dat min of meer vast is opgesteld of niet eenvoudig verplaatst kan worden door een flink gewicht of het ontbreken van een draagbeugel.
Alleen de stopcontacten van de droge groepen moesten toen worden beveiligd. Tegenwoordig dient u alle stopcontacten te beveiligen door middel van een aardlekschakelaar. Dit moeten er minimaal twee zijn, aangezien het niet verstandig is om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen.
Fornuisgroep aansluiten
Achter een aardlekschakelaar mag je maximaal 4 eindgroepen plaatsen. Naast een fornuisgroep kun je dus nog 3 andere eindgroepen achter een aardlekschakelaar plaatsen.
Controle aardlekschakelaar
Voor de bescherming van mensen dienen aardlekschakelaars van 30 mA worden toegepast. Ook is het type AC niet meer toegestaan omdat deze alleen op sinusvormige lekstromen reageert.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Wanneer is een Type B aardlekschakelaar nodig? Er is niet altijd een aardlekbeveiliging nodig, maar indien deze wel nodig is, is het belangrijk om het juiste type te gebruiken. Type B aardlekschakelaars kunnen, in tegenstelling tot Type A aardlekbeveiligingen, ook beveiligen tegen hoogfrequente en DC-foutstromen.
De kookgroep gebruik je in principe in een 1 fase groepenkast. Je kookplaat mag dan een maximaal verbruik van 7,4kW hebben. De hoewel de kookgroep twee keer aan dezelfde fase wordt aangesloten telt deze als één groep.
531, Gebruik 4-polige aardlekschakelaars
Het wordt bijvoorbeeld afgeraden omdat bij het aansluiten van meerdere toestellen de optelsom van (HF-)lekstromen een zodanige waarde kan bereiken dat de aardlekschakelaar onbedoeld kan aanspreken.
Een nieuwe leiding aanleggen, een wandcontactdoos (stopcontact) plaatsen en een extra (kook)groep installeren in de meterkast kost zo'n €600 (bron: Milieucentraal). Het capaciteitstarief (een vast tarief in de stroomrekening) blijft hetzelfde.
Tot slot: je kunt maximaal vier installatieautomaten achter één aardlekschakelaar plaatsen. Wanneer je de groepenkast gaat samenstellen of vervangen, dien je hier rekening mee te houden.
Er mogen op een 1 fase groepenkast maximaal 12 groepen aangesloten worden. Per aardlekschakelaar is er een maximum van vier groepen toegestaan, zowel 2- als 4-polig. Elke installatie moet minimaal voorzien zijn van twee aardlekschakelaars én een hoofdschakelaar.
Aardlekschakelaar als hoofdschakelaar
Als hoofdschakelaar werd vaak een of meer aardlekschakelaars gebruikt. Sinds 2005 mag dit dus niet meer en moet je altijd een hoofdschakelaar in je groepenkast plaatsen.
Omvormers uitgerust met een scheidings transformator mogen worden beveiligd met een aardlekschakelaar Klasse A (TYPE A). Omvormers zonder scheidingtransformator MOETEN worden beveiligd met een aardlekschakelaar Klasse B (TYPE B). Er zijn uitzonderingen.
Uitgangspunt is dat bij de installatie van zonnepanelen een type B aardlekbeveiliging is vereist.
De meest gangbare installatieautomaten die worden gebruikt zijn de B16 automaten. Wij raden aan om hiervoor altijd veilige A+ Merken te nemen, hierdoor ben je zeker van veilige B karakteristiek installatieautomaten. Met zonnepanelen gebruik je over het algemeen B karakteristiek installatieautomaten.
In een normaal circuit moet de 'binnenkomende stroom' gelijk zijn aan de 'terugstroom'. Hier kijkt de aardlekschakelaar naar. Als er iets weglekt in het circuit, is de 'binnenkomende stroom' niet gelijk aan de 'terugstroom', waardoor de aardlekschakelaar uitschakelt.
Dit zijn er altijd drie, de groepen worden dus altijd verdeeld over drie aardlekschakelaars. Een 1/3 fase groepenkast is een eenvoudige oplossing, aangezien je de kast op zowel een 1 fase als 3 fase kunt aansluiten.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter.Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast. De standaard huisaansluiting is de 3x25A-aansluiting.
Voor een inductie kookplaat heb een speciale groep in de meterkast nodig die bestaat uit twee gekoppelde groepen. Voor zeer grote inductie kookplaten heb je zelfs drie groepen nodig. Wanneer je deze groepen niet hebt, kan de elektricien de groepen aanleggen. Hiervoor moet dan wel voldoende ruimte zijn.
het kan wel op 1 groep maar niet tegelijk aangezet worden . de kookplaten zijn maximaal 7200 watt , gemeten als je ze alle 4 tegelijk aanzet op max vermogen met een grote pan koud water op elke pit , komt niet veel voor en zeker niet voor lange perioden .
Je kunt een kookgroep in zowel een 1 fase groepenkast als een 3 fase groepenkast aansluiten. Je kunt deze groepen plaatsen op de DIN-rail in de groepenkast.
Wat is het verschil tussen een type A en een type B type aardlekbeveiliging? Een type A-aardlekbeveiliging is gevoelig voor wissel- en/of pulserende gelijkstromen.Een type B- aardlekbeveiliging detecteert wissel-, pulserende gelijk- en vlakke DC-lekstromen.
Verschillende soorten aardlekbeveiligingen
Een type A aardlekbeveiliging reageert op wisselstroom aardlekstromen maar ook op pulserende gelijkstromen, veroorzaakt door elektronische apparaten, naar aarde.
Het type A aardlekschakelaar is een van de twee type aardlekschakelaars dat in Nederland in elektrische installaties toegepast mag worden. Type A beveiligd uw tegen sinusvormige, aangesneden wisselstromen en pulserende gelijkstromen in uw installatie.