Met dat wordt de informatie in de bijzin als een feit gepresenteerd. Als het om iets in de toekomst gaat, geeft de spreker ermee aan dat wat de dat-zin uitdrukt zal gebeuren, wat zijn gesprekspartner er ook van vindt. Vind je het goed dat ik je een nieuwe versie van die tekst bezorg? Ik vind het fijn dat je kunt komen.
Het woord 'als' gebruik je als je een vergelijking wil maken tussen twee zaken die een overeenkomst hebben. Meestal gebruik je in dit soort zinnen de woorden 'even', 'zo' of 'hetzelfde/dezelfde'. We eten vandaag hetzelfde als gisteren. Ze is even oud als mijn zoontje.
In verzorgde schrijftaal is dan de aan te bevelen vorm na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, liever) en na anders en combinaties met ander(e). Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde.
Het verschil is dat je bij het woordje 'dan' een verschil aanduidt. Iets of iemand is 'groter' of 'anders dan'. Bij het woord 'als' maak je een vergelijking en is er dus een overeenkomst.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
Met dat wordt de informatie in de bijzin als een feit gepresenteerd. Als het om iets in de toekomst gaat, geeft de spreker ermee aan dat wat de dat-zin uitdrukt zal gebeuren, wat zijn gesprekspartner er ook van vindt. Vind je het goed dat ik je een nieuwe versie van die tekst bezorg? Ik vind het fijn dat je kunt komen.
Combinaties zoals als vrouw zijnde*, als man zijnde*, als kind zijnde* zijn niet correct. Het zijn contaminaties, dat wil zeggen verhaspelingen van twee woorden of uitdrukkingen met een verwante betekenis.
Wanneer moet er als gebruikt worden, en wanneer dan? Het antwoord – dat dus gebaseerd is op de regel die we opgelegd hebben gekregen aan het einde van de Nederlandse Renaissance, is als volgt. Na de vergrotende trap (liever, mooier, groter, slimmer etc.)volgt altijd dan.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist.
Kort samengevat: Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als.Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan.
In verzorgde schrijftaal is als de aan te bevelen vorm na de woorden hetzelfde, dezelfde, even, (net) zo, evenveel en (net) zoveel. Dan gebruiken we na een vergrotende trap (zoals groter, jonger, beter, liever) en na anders en combinaties met ander(e).
Correct is: Het tekort is groter dan vorig jaar. Groter als komt ook vaak voor, zeker in gesproken taal, maar in verzorgde spreek- en schrijftaal is dat gebruik niet aan te raden.
Als, wanneer en indien kunnen alle drie een voegwoord van veronderstelling of voorwaarde zijn in de betekenis 'in het geval dat' en 'onder voorwaarde dat'. Indien is een formeel woord.
Bijzinnen die beginnen met de voegwoorden als, wanneer en indien drukken een veronderstelling of voorwaarde uit (als en wanneer kunnen daarnaast ook een verhouding in de tijd uitdrukken). Zulke bijzinnen kunnen zowel voor als na de hoofdzin staan: Als ik roep, moet je komen of Je moet komen, als ik roep.
als voegwoord Uitspraak: [ɑls] 1) <je gebruikt dit woord bij een vergelijking tussen twee personen of dingen> Voorbeeld: `zo blij als een kind`als het ware (waarmee je het kunt vergelijken) `Een coach neemt als het ware jouw gevoelens over ...
Wanneer gebruik je dan en wanneer als? Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan.Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.
Of je beide of beiden schrijft, hangt af van de vraag waarnaar het verwijst. Als het over twee personen gaat, schrijven we beiden.In alle andere gevallen blijft de n achterwege. Dat is het geval als het gaat om twee dingen, maar ook als er sprake is van een persoon en een ding.
Er is geen regel die bepaalt in welke volgorde de personen in een opsomming met en genoemd worden, maar het is gebruikelijk om eerst de anderen te noemen en daarna jezelf. Dat wordt ook als het beleefdst beschouwd.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is haar correct.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na zoals de vorm ik te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door in constructies van het type doen zoals de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm.
De correcte vorm is eerder dan.
Zowel als gevolg hebben als tot gevolg hebben is correct.
De betekenis is 'leiden tot, meebrengen, veroorzaken'.
Als en zoals zijn allebei correct om door middel van voorbeelden iets nader te specificeren. Als de zin met een pauze vóór het voegwoord wordt gelezen, is er een voorkeur voor zoals. Er staan dan komma's of gedachtestreepjes.
Ja, 'uittesten' is een juist woord. Het staat al enkele decennia in woordenboeken en er is geen taalkundig argument te bedenken waarom het woord onjuist zou zijn.