De megger meet alleen de weerstand van de isolatie tegen de elektrische spanning. Een megger wordt dus niet gebruikt om de weerstand tegen elektrische stroom in een installatie zelf te meten. Het meggeren mag alleen worden gedaan door een bevoegde elektromonteur.
Het meten van de spreidingsweerstand van een aardelektrode gebeurt via een daartoe geëigende methode, bijvoorbeeld het gebruiken van twee hulpaardelektroden ofwel 'pennen'.
Voor nieuwe installaties met een nominale spanning van 400/230 Volt dient de isolatieweerstand minimaal 500 kOhm zijn oftewel 0,5 MOhm. In de NEN 3140 en de NEN 1010 zijn de richtlijnen voor de metingen vastgelegd. Voor bestaande installaties is minimaal 1000 Ohm per Volt aan isolatieweerstand vereist.
Een isolatiemeter is een handig, draagbaar meetinstrument, voor de bepaling van de isolatieweerstand, gelijkspanningen, wisselspanningen en voor het uitvoeren van continue metingen.
Om een isolatiefout op te sporen is specifieke apparatuur nodig. Met een speciale isolatiemeter wordt de installatie onder een testspanning van maar liefst 500 volt gezet. Met een gewone weerstandsmeter is zoiets onmogelijk. Het mag daarom duidelijk zijn: een isolatiefout opsporen en oplossen is werk voor een vakman.
Dit kunt u eigenlijk vrij eenvoudig controleren. Probeer de kachelventilator op de snelste stand te zetten. Normaliter wordt de weerstand dan overbrugd en moet hij functioneren. Is dit het geval, dan weet u vrij zeker dat de kachelweerstand kapot is.
Hoe weerstand meten met een multimeter
De ampèremeter meet stroom. De ohmmeter meet weerstand. Zet de meter op stand ohm en meet in parallel. Sluit de zwarte meetprobe aan op de COM-ingang.
Dit gebeurt door een elektrische spanning (die geleverd wordt door de batterij in de meter) aan te brengen over het te meten component en de resulterende elektrische stroom te meten. Via de wet van Ohm kan dan de elektrische weerstand worden berekend.
Een aardingsonderbreker is verplicht in elke woning. Hierop van de technische elektrische keurder je spreidingsweerstand meten. De weerstand moet lager liggen dan 30 Ohm.
Een multimeter meet elektrische grootheden zoals spanning, stroomsterkte en weerstand. Met een multimeter heb je dus een ampèremeter, voltmeter en ohmmeter in één.
Als je de weestand meet tussen fase en aarde moet deze dus oneindig zijn (en zeker niet 0 ohm, want dat zou betekenen dat je een kortsluiting naar aarde hebt !!). Hetzelfde geldt voor de nul draad en aarde. Tussen de fase en de nul meet je dus wel een weerstand (ongeveer 50 ohm bij een element van 450 Watt).
Binnen een huishoudelijke installatie mag de weerstandswaarde nooit groter zijn dan 30 Ohm. Van 30 tot 100 Ohm voorzien verliesstroomschakelaars in de veiligheid. Bij metingen daarboven wordt de hele installatie afgekeurd.
De isolatieweerstand is de weerstand tussen een geleider van een elektrische installatie en de aarde. Hoe beter (hoger) de isolatieweerstand is, des te kleiner een lekstroom (= spanning op onderdelen waar die niet mag zijn, met elektrocutie, dood tot gevolg) kan zijn.
Het is een goed idee om een analoge multimeter altijd op een DC volt stand te zetten als deze niet gebruikt wordt. Het is namelijk minder waarschijnlijk dat de meter wordt beschadigd bij deze meetstand. En waarschijnlijk is het ook de stand die je het meeste gebruikt. Het meten van voltage en stroom met een multimeter.
De ohm is de elektrische weerstand tussen twee punten van een homogene geleider als bij een constant potentiaalverschil van 1 volt tussen die punten een constante stroom van 1 ampère ontstaat. Uitgedrukt in SI-eenheden: 1 Ω = 1 kg m2 A−2 s−3.
De weerstand wordt uitgedrukt in de afgeleide SI-eenheid ohm, symbool: Ω. Een weerstand heeft een waarde van 1 ohm als een spanning van 1 volt over de component leidt tot een stroom van 1 ampère.
Oneindige weerstand (open stroomkring) wordt op het display van sommige multimeters weergegeven als OL. Dit betekent dat de weerstand groter is dan het instrument kan meten. Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken.
Weerstanden met vier ringen: de eerste twee ringen bepalen het getal, de derde ring de vermenigvuldigingsfactor (of hoeveel nullen komen achter het getal).De vierde ring is om de tolerantie van de weerstand aan te geven.
De meting van de installatie wordt gedaan met een Megger, dat is een Ohm-meter die de meting doet met een spanning van ca. 500 volt (afhankelijk van het type meter). Met behulp van deze spanning wordt gemeten hoe de isolatiewaarde is van de elektrische geleiders onderling en tussen de geleiders en het schip.
NC staat voor No Connection. Als het goed is staat in de app dan dat de ECU geen verbinding heeft met het internet. In dit geval is het goed om na te lopen of de ECU nog wel stroom krijgt.