De kweekbak moet in een frisse, beschermde plaats staan met een temperatuur van ongeveer 15 °C. Een goede plaats voor wormen is de kelder. Onderhoud de kweek bij een temperatuur van 15 tot 18 °C gedurende de koudste dagen door de kweekbak te bedekken met een kartonnen doos. Zorg zeker en vast voor een thermometer.
Het hele jaar door
De meest voorkomende regenworm, de dauwpier, paart boven de grond, andere soorten in de grond. De wormen liggen tegen elkaar aan en wisselen spermacellen uit. De paring duurt drie tot vier uur. Regenwormen kunnen zich in principe het gehele jaar door voortplanten.
Bewaar je compostwormen op een koele plek
IN viswinkels bewaren ze wormen wel 2 maanden in de koelkast. De compostwormen gaan dan in een soort van winterslaap. Zorg dat je de zak uit de zon houdt, liefst op een koele plek. En zorg dat je de zak weer goed dichtmaakt als je klaar bent met vochtig maken en/of voeren.
Ze voeden zich met afgestorven plantendelen. Regenwormen eten elke dag ongeveer hun eigen lichaamsgewicht aan voedsel. Het is geen wonder dat ze dus veel uitwerpselen produceren. De organische mest die ze produceren, bevat stikstof, kalium en calcium, belangrijke meststoffen voor jouw planten.
- Een regenworm kun je rustig een paar dagen zonder grond of blaadjes bewaren (niet langer dan 3 of 4 dagen!) - Als je een plastic drinkbekertje hebt, neem dan een stuk oude panty en twee elastiekjes om het bekertje me af te dekken (zoals op het plaatje; er hoeft geen grond in het bekertje!)
In Nederland komen er ongeveer 23 soorten voor. ETEN: De regenworm eet vooral plantenresten.Maar het is een weinig kieskeurige eter: ook schimmels, zaden, bacteriën en resten van allerlei dieren kunnen we terugvinden op zijn bord.
Regenwormen kunnen niet overleven in een te zuur milieu, zoals veengronden. Hierdoor worden plantenresten niet op grote schaal omgezet in meststoffen, waardoor turf kan ontstaan.
De eenvoudigste manier om je ondergrondse veestapel op peil te houden is zorgen dat er jaarlijks wat compost in de borders en gazon komt. Maar ook niet elk voor- en najaar alle bladeren uit je tuin halen helpt. Mocht je te weinig wormen in je tuin hebben, dan kun je zelf speciale wormen hiervoor kopen en uitzetten.
Regenwormen vermijden het eten van de uitwerpselen van andere exemplaren.
Een regenworm telt hierbij voor vijf punten. Als de tegel waarvan het getal precies gelijk aan het puntentotaal is, open in de rij op tafel of boven op de stapel van een andere speler ligt, mag hij deze pakken.
Regenwormen leven van dat wat ze op en in de grond vinden: dode en rottende plantenresten, bladeren en soms uitwerpselen van andere dieren. Ze trekken het voedsel hun gangen in waar ze het verder verteren.
Je stapelt drie identieke bakken op elkaar. In de middelste bak zitten de wormen en in de bovenste bak het voedsel voor de wormen, jouw groente- en fruitafval. Door gaatjes in de bodem van de bovenste twee bakken, kunnen de wormen bij het eten komen én sijpelt vervolgens de wormenpoep weer in de onderste bak.
Regenwormen kunnen wel drie meter diep graven. Dit zorgt voor een perfecte water aan- en afvoer. De plantenwortels groeien in de gangetjes en krijgen hierdoor een prachtig wortelgestel. In Nederland hebben we te maken met diverse grondsoorten.
Regenwormen (Lumbricus terrestris) eten met name bladeren van loofbomen, maar ook zaden en allerlei dood plantenmateriaal dat ze voor handen krijgen. De regenworm trekt bladeren de grond in door zich af te zetten met kleine scherpe haartjes, die zich op ieder segmentje van zijn lichaam bevinden.
Wormen houden van een voedingsrijke, vochtige bodem met een pH van ongeveer 6,5. Net als slakken houden ze niet van zout en bij een te zure bodem worden ze minder actief.
Een goede tip is om grond zijn uit het bos te halen. De grond die naast de bomen ligt is van nature een enorm voeding-mineraalrijke grond. Turf, stalmest, compost kan je ook toevoegen om de grond te verbeteren. Zorg voor een goede combinatie van zwart grond, compost en mest.
In Nederland komen gemiddeld 206 regenwormen per m2 bodemoppervlak voor. Het zijn er zo veel dat ze samen een enorme hoeveelheid bodem omzetten, de natuurlijke ploegcapaciteit. Enkele soorten zijn heel algemeen.
Regenwormen zijn niet eng en ze voelen een beetje als levende spaghetti. Regenwormen bijten je echt niet, dus je hoeft er niet bang voor te zijn.
Ze ademen door hun huid, en als die huid uitdroogt gaan ze dood. Als ze uit je wormenbak kruipen zullen ze niet verder komen dan een metertje, en dan stikken. Als de omgeving te nat wordt verdrinken ze, dat is de reden dat regenwormen bij zware regenval naar het aardoppervlak kruipen.
Wat we weten is dat de wormen onder de 10 graden bijna niets meer eten.Onder de 4 graden gaan ze zelfs in een soort winterslaap. Dat betekent dus dat je gedurende die echte koude vorstperiodes je wormen minder tot niets mag voeren.
Wormen hebben zuurstof nodig. Een constante toevoer van frisse lucht door de grond zorgt er voor dat de wormen kunnen ademen en dat de bak niet gaat stinken. Een normale wormenbak ruikt naar aarde. Stank komt voor wanneer het voedsel gaat rotten onder anaerobe condities.
Wormen houden niet van licht en blijven in ieder geval IN de bak. Zorg dat je wormenhotel in de zomer niet in de volle zon staat. En dat de aarde in de bak lekker vochtig is.
De duizendpoot, een roofdiertje onder de gronddiertjes, lust best een regenworm. Ook vogels zoals merels en grutto's eten graag wormen.En wat te denken van marterachtigen zoals de das.