Kinderen met dyslexie moeten vaak veel moeite doen om zich te concentreren om te lezen. Door deze inspanning die ze moeten leveren zijn kinderen gevoeliger voor het ontwikkelen van hoofdpijn.
Dyslexie kun je herkennen aan verschillende kenmerken, zoals: moeite met lezen en schrijven, waardoor je heel langzaam leest of een woord vaak verkeerd leest of schrijft. moeite met het lezen van een boek of een lang artikel in de krant. moeite met dingen opschrijven, zoals een recept of een kort verslag van je reis.
Veel van de emotionele problemen die door dyslexie worden veroorzaakt, ontstaan door frustratie over school of sociale situaties . Sociale wetenschappers hebben vaak waargenomen dat frustratie woede produceert. Dit is duidelijk te zien bij veel kinderen met dyslexie. Woede is ook een veelvoorkomende uiting van angst en depressie.
Jeugdigen met dyslexie hebben vooral moeite met de spelling, het aanleren en toepassen van grammaticale regels en structuren en het zien van overeenkomsten en verschillen tussen de eigen taal en de vreemde taal.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
In werkelijkheid zijn de twee – dyslexie en intelligentie – niet gerelateerd . De misvatting dat kinderen met dyslexie niet intelligent zijn, komt voort uit een paar factoren: Misinterpretatie van prestaties: aangezien dyslexie voornamelijk lezen en schrijven beïnvloedt, kunnen kinderen met dyslexie moeite hebben met academische taken.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Mensen met dyslexie verwerken informatie in hun hersenen anders dan de meeste mensen. Ze hebben dit gemeen met mensen met AD(H)D, hoogbegaafdheid, dyscalculie en PDD-NOS. Dit is geen stoornis, maar gewoon een variatie in hoe onze hersenen zijn georganiseerd: neurodiversiteit. Dyslectici denken op een andere manier.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Dyslexie beïnvloedt vaak het functioneren van gesproken taal . Getroffen personen kunnen moeite hebben met het vinden van de juiste woorden, kunnen stotteren of kunnen pauzeren voordat ze directe vragen beantwoorden. Dit brengt hen in het nadeel als ze de adolescentie ingaan, wanneer taal centraler wordt in hun relaties met leeftijdsgenoten.
Vanwege hun algemene gevoeligheid moeten dyslectische mensen erg voorzichtig zijn met de omgeving waarin ze leven en werken. Zoals eerder gezegd, is het ergste scenario een open ruimte waar ze erg afgeleid kunnen worden door wat er om hen heen gebeurt.
Kinderen met dyslexie lukt het vaak niet om het leesproces volledig te automatiseren. Dit heeft verschillende gevolgen: denk aan een traag leestempo, moeite met het lezen van onbekende woorden, leesfouten, moeite met hardop lezen. Mensen met dyslexie kunnen lezen altijd als een inspanning blijven ervaren.
Dyslexie is een psychisch probleem. Artikel 2.3 van de Jeugdwet beperkt de voorzieningenplicht niet tot problemen vanwege EED en sluit andere vormen van dyslexie ook niet uit. In artikel 1.1 van de Jeugdwet wordt een definitiebepaling van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen gegeven.
Veel kinderen met dyslexie vinden het lastig om te leren hoe letters en klanken met elkaar corresponderen. Ook kunnen ze zich niet de juiste letters herinneren om de klanken in woorden te spellen .
Dyslexie kan zich uiten in een langzaam leestempo, moeite met woordherkenning en spelling. Het is helaas niet te genezen, maar tijdens een dyslexiebehandeling gaat een kind aan de slag met de koppeling tussen letters en klanken. Door veel te oefenen met deze verbindingen wordt het lezen en spellen makkelijker.
Kinderen en jongeren met dyslexie hebben problemen met het verwerken van klanken en letters. Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze.
Bij mensen met dyslexie kan er een 'stoornis' (zo noemen we dit in het medische model) zijn met het automatisch verwerken van informatie die via de kanalen van de ogen en oren naar de hersenen gaat. Dit wordt het automatiseringstekort genoemd en heeft betrekking op verwerkingsprocessen in de hersenen.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Dyslectische mensen moeten echter harder werken dan anderen om dagelijkse uitdagingen te overwinnen. Onze hersenen werken harder als ze al een verminderd verwerkingsvermogen hebben en dit kan ons fysiek en mentaal uitgeput achterlaten .
Dyslectische personen hebben een groter vermogen om te leren door ervaringen en kunnen informatie efficiënter herinneren , ongeacht of ze deze ervaringen daadwerkelijk hebben meegemaakt of zich ze alleen maar hebben ingebeeld. REDENERING: Patronen begrijpen, mogelijkheden evalueren of beslissingen nemen.
Zowel moeders als vaders kunnen dyslexie doorgeven aan hun kinderen als een van de ouders het heeft . Er is ongeveer 50% - 60% kans dat een kind dyslexie ontwikkelt als een van de ouders het heeft.
Wel weten we dat je met dyslexie geboren wordt, dat dyslexie erfelijk is en dat het te maken heeft met de manier waarop de hersenen zich ontwikkelen.
1 Ze zien de wereld anders
Dyslexie is veel meer dan alleen moeite met lezen, schrijven en cijfers. Ze zien de wereld op een heel andere manier, communiceren anders en hebben moeite om dingen te organiseren.