Vaak denken mensen dat in zakelijke teksten alleen de wij-vorm of jij-vorm (volle vorm) gebruikt mag worden en dat we of je (zwakke vorm) niet juist is. Dit klopt niet. Beide vormen zijn correct Nederlands. Je mag in een tekst ook best we en wij door elkaar gebruiken.
In zakelijke teksten zoals rapporten, brieven en e-mails is het dus af te raden om uitsluitend de vorm wij te schrijven om naar uzelf of naar uw organisatie te verwijzen. We (wij) komen in onze klas.
Zowel wij als we is correct. Wij is de nadrukkelijke vorm, bijvoorbeeld in "Ook wij wensen u een gelukkig 2021." Veel mensen denken dat in formelere teksten zoals brieven en zakelijke e-mails alleen wij gebruikt mag worden, maar dat is niet terecht.
Wij is in het Nederlands het persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon meervoud in de onderwerpsvorm. De onbenadrukte (gereduceerde) vorm is we. De tegenhanger van deze twee vormen in de voorwerpsvorm is ons.
Vaak denken mensen dat in zakelijke teksten alleen de wij-vorm of jij-vorm (volle vorm) gebruikt mag worden en dat we of je (zwakke vorm) niet juist is. Dit klopt niet. Beide vormen zijn correct Nederlands. Je mag in een tekst ook best we en wij door elkaar gebruiken.
Gebruik van er
Eigenlijk betekent 'er' hetzelfde als 'daar'. Het is eigenlijk een verzwakte vorm van dit woord. Wanneer 'er' als plaatsaanduiding wordt gebruikt, verwijst het naar een plaats waarvan je weet over welke plaats het gaat. Voorbeeld: Ik werk al drie jaar bij dit bedrijf - Ik werk er al drie jaar.
We noemen het Algemeen Nederlands of Standaardnederlands. Je kunt het in een wat lossere vorm gebruiken, als omgangstaal. Maar het is ook geschikt om in contact te komen met mensen buiten je vertrouwde omgeving.
Is het onderwerp een meervoud, bijvoorbeeld wij, dan is de persoonsvorm dat ook: wij lopen.
'Ik wens jouw een mooi 2018' is geen juiste zin. Jouw is een bezittelijk voornaamwoord, dat past in een zin als 'Hopelijk wordt 2018 jouw jaar. ' Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan het woord u of uw invullen: 'Hopelijk wordt 2018 uw jaar' is wel een goede zin, 'Ik wens uw een mooi 2018' niet.
Ezelsbruggetje: jouw of jou
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
Volgens de klassieke schoolregel voor hen en hun gebruiken we hun voor het meewerkend voorwerp zonder voorzetsel en gebruiken we hen voor het lijdend voorwerp en na een voorzetsel.
Wij (of we) is de onderwerpsvorm van de eerste persoon meervoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Ons is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
'Jouw' (4 letters, wel een w) is een bezittelijk voornaamwoord en verwijst dus naar bezit: 'ik heb jouw fiets geleend'. 'Jou' (3 letters, geen w) is een persoonlijk voornaamwoord en verwijst naar een persoon: 'Ik heb jou zien fietsen'.
Niet alle hier bijeengebrachte Nederlandstaligen zijn te spreken over hun taal. Zo laat de dichter en vertaler Paul Claes voor de zoveelste keer weten dat het Nederlands de onwelluidendste taal ter wereld is.
De kleurloosheid van het ABN blijkt ook uit het feit dat Nederlanders menen dat 'het beste Nederlands' gesproken wordt in Haarlem – de Harmen Siezen onder de Nederlandse steden.
'Algemeen Beschaafd Nederlands'
De term die voor de gestandaardiseerde taal gebruikt werd was Algemeen Beschaafd Nederlands, afgekort tot ABN. De jaren vijftig en zestig kenden zogenaamde ABN-kringen, studiegroepen op scholen die zuiver taalgebruik bepleitten en welsprekendheidstoernooien organiseerden.
In de verleden tijd zijn er maar twee verschillende persoonsvormen: de ik-vorm en de wij-vorm.
Uitleg eerste persoon enkelvoud (ik)
'Ik' is een persoonlijk voornaamwoord, net als 'jij' en 'wij'. Het is de eerste persoon enkelvoud. Er zijn nog enkele andere vormen van de eerste persoon enkelvoud die je in de meeste gevallen het best kan aanpassen in academische teksten die je schrijft.
Wat is juist: wijffie of wijfie? Het is allebei mogelijk.In de woordenboeken is alleen wijfie te vinden. Die spelling heeft ook onze voorkeur, maar wijffie ís ook te verdedigen.
Vaak worden leenwoorden gebruikt omdat ze een speciale functie hebben: ze benoemen iets unieks, of hebben een specifieke (bij)betekenis of gevoelswaarde, of zijn eenvoudigweg niet zomaar te vertalen.
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
We schrijven ermee aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -mee gaat terug op het voorzetsel met. Na ermee kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.