How was your journey?
Wasserettes zijn de beste manier om uw kleren te wassen als u op reis bent. De meest voor de hand liggende manier om uw wasgoed op reis schoon te maken, is gebruik te maken van een wasserette. Wash ME biedt zijn diensten aan alle backpackers die het comfort van schone kleren op prijs stellen.
Hoe was jouw dag? How's your day been? - Fine. Hoe was jouw dag? How's your day going?
Hoe was je weekend? How was your weekend? Hoe was je weekend thuis? How was your weekend at home?
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je formeel iemand in het Engels kan begroeten: Good morning / Good afternoon / Good evening, [Title and Last Name].Welcome, [Title and Last Name], I'm honored to have you here.Greetings, [Title and Last Name].
Hoe ging het gisteren? How did it go yesterday?
In de meeste gevallen maak je de verleden tijd door simpelweg -ed achter het werkwoord te zetten. In sommige gevallen is er een extra verbindingsletter, zoals bij travel - travelled (Brits Engels). travelled by bus this morning. travelled by bus this morning.
Hoe laat verwacht je ons? Shall we say around seven? Hoe laat verwacht je ze? What time are you expecting them?
Dit wordt een brugdag genoemd. This is known as a bridging day (brugdag).
tellen [telde|geteld] {werkwoord} count [counted|counted] {ww.}
Thursday zelfst. nw.
Donderdag is de vierde dag van de werkweek. Thursday is the fourth day of the working week.
De wastafel als alternatief voor de wasmachine
Vul hem gewoon met water en voeg wat reiswasmiddel toe - en je kunt aan de slag. Daarna laat je gewoon helder water uit de kraan over het shirt lopen om de wasmiddelresten te verwijderen. Handiger kan niet.
Tenzij je een schuimparty in je huis wilt natuurlijk… Andere zepen zoals afwasmiddel en shampoo gaan namelijk heel erg schuimen door de hoge toeren van de wasmachine. Dit is trouwens ook niet al te best voor je wasmachine. Is dit onverhoopt toch gebeurd en is je wasmachine overleden?
Engelse tijden
Het Engels kent drie tijden: de present tense (tegenwoordige tijd), de past tense (verleden tijd) en de future tense (toekomende tijd). Deze tijden zijn vervolgens onder te verdelen in verschillende vormen. Dit zijn de vormen van de tegenwoordige tijd: Present simple: “She walks to the bus.”
To be betekent "zijn". In de tegenwoordige tijd (present simple) zijn er drie vormen: am, is en are.
Het woord where betekent waar.Het woord were is verleden tijd van to be. Het betekent was of waren.
De basisregel voor het schrijven van de past simple is: schrijf -ed achter de stam. - to talk: I talked to Jim this morning. - to watch: We watched the match yesterday. - to play: She played with her brother.
Om hoe laat komen ze? What time are they coming?
What time are you coming back? Hoe laat kom je dan? What time are you coming over?