Een populatie is de gehele groep waarover je uitspraken wilt doen, bijvoorbeeld “verpleegkundigen tussen de 25 en 34 jaar oud”. Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt.
Een steekproef is een selectie uit een totale groep of populatie. In een kwantitatief onderzoek gebruik je een steekproef om data te verzamelen over een populatie, zonder de hele populatie te hoeven onderzoeken.
Bij onderzoek met enquêtes worden de termen steekproef en populatie vaak door elkaar gebruikt, maar het gaat hier om twee verschillende groepen mensen. Een populatie is de volledige groep individuen die deel zou kunnen nemen aan uw onderzoek.
Een steekproef of monster, een begrip in de statistiek, of trekking in de kansrekening, is een selectie uit een totale populatie ten behoeve van een meting van bepaalde eigenschappen van die populatie. Een monster kan in het dagelijkse spraakgebruik ook een voorbeeld van een individu uit een populatie betekenen.
populatieproportie = P = het deel van de populatie dat een bepaalde eigenschap heeft. Natuurlijk is die P onbekend (als hij bekend was, waarom zou je dan een steekproef of een onderzoek doen?) steekproefproportie = p = het deel van mijn steekproef dat een bepaalde eigenschap heeft.
Een populatie is een groep organismen van dezelfde soort die niet in tijd of plaats van elkaar gescheiden zijn en dus (theoretisch) met elkaar kunnen voortplanten, alle zich potentieel onderling voortplantende individuen van die soort in een habitat. immigratie: het zich vestigen in een populatie in een ander gebied.
Het woord proportie betekent "verhouding" of "deel": het levert een getal op tussen 0 en 1 (dat kan een breuk zijn of een kommagetal). De steekproefproportie is het gevonden aantal gedeeld door de steekproefgrootte. In dit voorbeeld dus 16 50 = 0,32 .
De populatie bij een onderzoek of marktonderzoek is de gehele groep aan personen die centraal staat. Een ander woord om dit te omschrijven is de doelgroep of de onderzoekspopulatie. Het zijn die personen op wie de onderzoeksvragen betrekking hebben en dus ook de personen die deel moeten gaan nemen aan het onderzoek.
Er zijn twee soorten steekproeven: de selecte en de aselecte steekproef. Een aselecte steekproef is gebaseerd op random sampling. Iedereen uit de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef opgenomen te worden. Aselecte steekproeven worden vaak gebruikt bij kwantitatief onderzoek.
De verschillende soorten steekproeven kunnen over het algemeen in twee categorieën worden ingedeeld. De eerste categorie is willekeurige steekproeven en de tweede categorie is representatieve steekproeven. Een willekeurige steekproef bestaat uit willekeurig geselecteerde individuen, zoals de naam al doet vermoeden.
Je kunt slechts een deel van de populatie ondervragen. Dit deel van de populatie, de groep mensen die je enquête uiteindelijk invult, vormt je steekproef. Onderzoeken met behulp van een steekproef bespaart tijd en geld en geeft een betrouwbaar resultaat indien de steekproef representatief is en groot genoeg.
Waarom een steekproef? Steekproeven worden door marktonderzoekbureaus gehanteerd, omdat het praktisch gezien vaak niet haalbaar is om iedereen uit de doelgroep (populatie) te ondervragen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende steekproeven, te weten: de aselecte steekproef en de selecte steekproef.
Een steekproef is een deel van de populatie dat deelneemt aan het onderzoek. Met steekproeven willen we uitspraken doen over een populatie. Het onderzoek richt zich op een totale groep. Echter, omdat er vaak niet genoeg tijd en geld is om iedereen van de populatie te bevragen, trekken we vaak een aselecte steekproef.
Je steekproef is het effectief aantal antwoorden dat je zal ontvangen. Je populatie is dan 320; tenzij deze 320 al een selectie zijn van een grotere populatie. Als die 320 medewerkers je volledige populatie vormen, dan heb je bij betrouwbaarheid 95% en foutenmarge 5% een steekproef nodig van 175 respondenten.
Een steekproef is het gedeelte van de populatie dat je gaat onderzoeken. De steekproef speelt een rol bij onderzoek waarbij men niet de gehele populatie kunt ondervragen. In plaats daarvan besluit je slechts een gedeelte van de populatie te ondervragen. Deze groep noemen we de steekproef.
Doorgaans gebruik je geen steekproef als je kwalitatief onderzoek verricht. Ook gebruik je nooit een steekproef als je onderzoekspopulatie zo klein is dat je simpelweg alle personen die hiertoe behoren kunt ondervragen. Dit is mede afhankelijk van je onderzoeksmethode.
Je deelt de populatiegrootte door de steekproefgrootte (N / n = k) en selecteert bijvoorbeeld elke ke persoon. Als de populatie 1000 mensen telt, en je wilt een steekproef van 100, dan selecteer je dus elke tiende persoon uit het bestand.
Steekproefgrootte, wat is dat eigenlijk? De steekproefgrootte is het aantal voltooide reacties van uw enquête. Het woord steekproef wordt gebruikt omdat de selectie een deel van de mensen (of doelpopulatie) vertegenwoordigt waarvan u de mening of het gedrag wilt weten.
In een telling worden gegevens over alle individuele eenheden (bv. personen of huishoudens) verzameld in de populatie. In een enquête worden er alleen gegevens verzameld voor een onderdeel van de bevolking; dit deel wordt een steekproef genoemd.
Een populatie is een groep organismen van één soort, die met elkaar in dezelfde habitat leeft en ook werkelijk onderling voortplant. Een soort bestaat meestal uit meerdere populaties, die zó ver van elkaar leven dat ze niet met elkaar in aanraking komen.
Bij kwalitatief onderzoek is een steekproef van 12, 15 of 20 respondenten gangbaar. Het belangrijkste is dat er verzadiging is opgetreden (je vindt op een gegeven moment bijna geen nieuwe informatie meer).
Aselecte vs selecte steekproef
Aselecte steekproef: Deze steekproefmethode zorgt ervoor dat elke eenheid in de onderzoekspopulatie een even grote kans heeft om geselecteerd te worden. Selecte steekproef: Dit is een steekproefmethode waarbij een niet-willekeurige steekproef uit je onderzoekspopulatie wordt getrokken.
Er zijn verschillende manieren om de steekproefgrootte te berekenen, afhankelijk van het onderzoeksdoel en de grootte van de populatie (de grotere groep waaruit de steekproef wordt gekozen). Hieronder staan een paar veelgebruikte methoden: De formule voor de steekproefomvang: N = (Z^2 * p * (1-p)) / E^2.
De steekproeffout is de fout die ontstaat doordat niet de gehele populatie wordt onderzocht maar slechts een beperkt deel (een steekproef) daarvan.
Een steekproefeenheid (SE) is een eenheid die gebruikt wordt om te berekenen of de steekproef groot genoeg is. Een steekproefeenheid is een karakteristiek element van die ruimte. Een steekproefeenheid in een badkamer is bijvoorbeeld de wastafel, het toilet, de urinoir, het bad.