Negen rendieren trekken de slee van de kerstman: Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donner, Blitzen en natuurlijk Rudolph, aan wie zelfs een kerstlied "Rudolph the Red-Nosed Reindeer" is opgedragen. Het verhaal van het rendier met de rode neus is een van de meest succesvolle kerstverhalen.
De rode neus van Rudolph
In 1939 kwam het verhaal over een negende rendier: Rudolph the red-nosed reindeer. Dit verhaal werd geschreven door Robert L. May die vanwege bezuinigingen bij het warenhuis Montgomery Ward uit noodzaak een kerstverhaal bedacht.
De Engelse namen van de andere 8 rendieren zijn: Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donner(of Thunder), Blitzen (ook wel Lightning).
We hebben het nog niet gehad over het beroemdste rendier van allemaal: Rudolph the red nosed reindeer! Dit verhaal is bedacht door Robert L. May in 1939.
Kerstelfen kennen een lange geschiedenis en zijn zelfs ouder dan de kerstman! Ze worden in verband gebracht met allerlei mythologische wezens als kabouters, dwergen, nimfen en gnomen. Deze laatste wezens zouden een soort beschermers van je huis zijn, ze houden de demonen buiten je huis.
Joulupukki heeft een vrouw, joulumuori ("Kerstvrouwtje", "Kerst-omaatje"), waarover echter weinig bekend is.
Tegenwoordig kennen we vooral Sinterklaas en de Kerstman. Dat zijn naaste familieleden: de Kerstman is de Amerikaanse versie van Sinterklaas, wat duidelijk blijkt uit zijn naam, Santa Claus – een verbastering van het Nederlandse Sint Nicolaas, of Sinterklaas.
De kerstmascotte brengt al sinds mensenheugenis diezelfde drie woordjes uit, maar waarom eigenlijk? Het antwoord is doodeenvoudig: omdat de ho ho ho's gelach moeten voorstellen, aldus de Amerikaanse uitgeverij Merriam-Webster.
Kerstman was blauw
Het Kerstmannetje stond overigens volledig achter de noordelijke staten in hun oorlog tegen de zuidelijke staten, en in overeenstemming met de tijdgeest droeg hij een blauwe jas met witte sterren en een rood-wit gestreepte broek. Al lange tijd staat de kleur blauw voor hoop binnen de kerk.
Een arrenslee is een soort slee die getrokken wordt door een of meer trekdieren zoals paarden of rendieren en die meestal gebruikt wordt voor pleziertochtjes.
Als je stout bent geweest, ga je niet mee in de zak naar Spanje maar krijg je verrotte aardappel in je schoen.
Wat hem uiteindelijk over de hele wereld populair maakte, zijn felrode neus, was de eerste reden waarom Rudolf uitgesloten was als rendier voor de slee van de Kerstman: zijn felrode neus.
De Kerstman teleporteert naar de kerstboom, eet een koekje, drinkt de melk en legt het cadeau neer.
Rendieren zijn echte kerstdieren
Die dieren horen – dankzij het geweldige sprookje over de kerstman – gewoon bij de mooiste periode van het jaar! Rendieren zijn voor veel mensen échte kerstdieren.
Het totale gewicht wordt nu 148,5 miljoen kilo. Ter vergelijking, dit is drie keer zo zwaar als prins Willem-Alexander. 148,5 miljoen kilo met een snelheid van 1258,1 kilometer per seconde zorgt voor een waanzinnige wrijvingskracht.
Sterker nog, je kunt hem in zijn woonplaats bezoeken. Net boven de poolcirkel ligt Rovaniemi, de hoofdstad van Fins Lapland. Hier vind je Santa Claus Village, waar de enige echte Kerstman (Joulupukki in het Fins) kantoor houdt.
In 1931 gaf Coca‑Cola de reclametekenaar Haddon Sundblom de opdracht de Kerstman opnieuw vorm te geven. Een goede vriend van Sundblom, Lou Prentice, stond model voor de Kerstman. Sundblom tekende een warme, gezellige Kerstman met een witte baard en een rood-wit pak.
Eerst werd in 1809 in het boek Knickerbocker's History of New York van Washington Irving een pijp rokende Nicolaas opgevoerd, die in een vliegende koets over de daken vloog en daarbij zoete kinderen cadeautjes bracht, en stoute kinderen de roe.
Wie ontwierp de kerstman? De eerste tekenaar die de kerstman neerzette zoals we hem nu kennen was Thomas Nast rond 1880. Voor Harper's weekly maakte Nast jarenlang tekeningen, waarin we Santa Claus zien met een dikke buik en een rode jas.
De inspiratie voor de Kerstman is onze eigen Sint-Nicolaas, beter bekend als Sinterklaas, die in de 4e eeuw in de stad Myra in het huidige Turkije leefde. De bisschop Sint-Nicolaas vormde waarschijnlijk de inspiratie voor de kerstman.
De figuur van de kerstman is gehuld in magie en mysterie: hij rijdt door de nacht op een slee getrokken door rendieren, hij maakt speelgoed op de noordpool met de hulp van elven en hij komt elk jaar door de schoorsteen om cadeaus af te leveren bij miljoenen gezinnen.
Wit, groen en rood symboliseren geloof (wit,) hoop (groen) en liefde (rood.) De drie voornaamste personen in het kerstverhaal, Jezus, Maria en Jozef corresponderen hiermee. Jezus is de verpersoonlijking van de liefde, Maria bracht die ter wereld en symboliseert de hoop, Jozef is de man van het onvoorwaardelijk geloof.
Ervan uitgaande dat de lieve kinderen gelijkmatig over de aardbol zijn verdeeld, moet hij 120,8 miljoen kilometer afleggen. Om dat te bereiken moet hij met circa 1040 km/s vliegen – 3000 keer de snelheid van het geluid. Dan heeft hij nog 1/1000 seconde over om te landen en de cadeaus af te leveren.
Maar nee, de échte Kerstman woont in Finland. Om precies te zijn in een houten huisje, negen kilometer buiten Rovaniemi, de hoofdstad van Fins Lapland. Hier woont de Joulupukki, zoals de Finnen hem noemen, in een knus huisje midden tussen de zilverberken, de nationale boom van Finland.
Zoals iedereen wel weet, heeft de Kerstman een uitgebreid team aan elfen dat voor hem werkt. Zij doen het voorbereidende werk zodat de Kerstman tijdig klaar geraakt voor zijn reis op kerstavond. Het takenpakket van die elfen is erg uitgebreid: Ze maken en verpakken al het speelgoed dat naar de kinderen gaat.