In het Reglement verkeersregels en verkeerstekens is geregeld dat o.a. een uitvaartstoet niet doorsneden mag worden door overige weggebruikers. Door de regeling moeten weggebruikers op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ook als de rouwstoet van links komt of afslaat.
De voorste auto van een militaire colonne moet zich gewoon aan de regels houden. Een weggebruiker mag een militaire colonne alleen niet doorsnijden. Dit geldt niet alleen bij kruispunten maar overal op de weg, ook bij bijvoorbeeld een in- of uitrit.
Het verbod op het doorsnijden van een rouwstoet of militaire colonne staat in het artikel 16 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Artikel 16 RVV 1990 luidt als volgt: Weggebruikers mogen militaire kolonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen niet doorsnijden.
Sinds 1 juli 2010 mag een rouwstoet niet meer worden doorsneden. De regeling geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden. Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet.
Voor een rouwstoet gelden er alleen bijzondere voorrangsregels als de auto's een speciale vlag dragen. Daarbij geldt, net als bij de militaire colonne, dat voor het voorste voertuig de normale voorrangsregels gelden. Wie eenmaal een kruising aan het oversteken is, mag de uitvaartstoet niet meer doorkruisen.
Het is een ceremonieel gebruik en moet worden gezien als een eerbetoon aan de overledene. Het voorlopen symboliseert de overgang van stilte naar beweging. Meestal loopt de uitvaartverzorger een meter of vijftig om dan vervolgens aan de kant de rouwauto te laten passeren.
Rouwstoet heeft voorrang
Let op: de uitvaartstoet heeft op een gelijkwaardig kruispunt pas voorrang als het eerste voertuig (de lijkwagen) over het kruispunt is of linksaf is gegaan. Als de uitvaartstoet het kruispunt nadert hebben de bestuurders van rechts voorrang, net als normaal.
Een rouwstoet heeft in Nederland een speciaal herkenningsteken waaraan alle verkeersdeelnemers een rouwstoet kunnen herkennen. Het gaat om een zwarte vlag met witte reflecterende strepen. De vlaggen moeten aan de linker- en rechterkant van de begrafenisauto's en particuliere volgauto's bevestigd worden.
Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer voor laten gaan dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
De auto heeft aan de voorkant aan weerszijden een vlaggetje. Aan de hand van de vlaggetjes kun je te weten komen of er wel of geen overledene aan boord is.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Een militaire colonne moet als zodanig herkenbaar zijn op de openbare weg, vandaar dat de volgende herkenningstekens aanwezig moeten zijn: Het eerste voertuig heeft zowel links als rechts een blauwe vlag op het voertuig en tevens aan de rechterzijde een blauwe kap voor de koplamp.
Militaire colonne hebben voorrang, je mag ze niet doorkruisen. Ook al ben jij op het Voorrangsweg, mag je hun helemaal niet doorkruisen. Volgens wet is dat verboden. Je mag een militaire colonne dus nooit doorsnijden.
Dus de tram wacht tot de militaire colonne voorbij is. Voorrang bij borden is natuurlijk wel duidelijk, omdat verkeerstekens boven verkeerstekens gaan. Dus dan is de voorrang belangrijker dan het doorsnijden.
Bus en tram
Afspraken: Als de ambulance, de brandweer en de politie hun sirene en het blauwe zwaailicht aan hebben, moet je stoppen. Als een bus binnen de bebouwde kom weg wil rijden, heeft hij voorrang. De tram heeft altijd voorrang.
Zo herken je een militaire colonne
Het eerste legervoertuig voert twee blauwe vlaggen aan de linker en rechter voorzijde. Ook is het rechter voorlicht blauw van kleur. Elk ander voertuig heeft één blauwe vlag aan de rechtervoorkant van het voertuig en een blauw rechter voorlicht.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor. Verkeer van links moet stoppen.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
De overledene wordt vervoerd door de uitvaartondernemer met een lijkwagen (rouwauto). Voordat u een auto gebruikt als rouwauto, moet u de auto eerst laten keuren door de RDW . De rouwauto moet onder meer een speciale uitrusting hebben.
De officiële rouwstoetvlaggen moeten bevestigd worden aan de linkerzijde en rechterzijde van de voertuigen. De vlaggen zijn alleen toegestaan om de overledene naar zijn laatste rustplaats (begraafplaats of crematorium) te begeleiden.
Een volgauto brengt nabestaanden zowel naar het crematorium of begraafplaats als terug naar het afgesproken adres. In een volgauto mogen maximaal 6 personen vervoerd worden.
art.
Voetgangers mogen de rijbaan gebruiken als zij een kolonne, een optocht of een uitvaartstoet vormen. Bij het gebruik van de rijbaan volgen zij de regels van wagens. Een colonne kan ook een militaire colonne zijn.
De hoofdregel, rechts heeft voorrang
Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Een bus of touringcar die binnen de bebouwde kom een bushalte wil verlaten, heeft voorrang op achteropkomend verkeer. De chauffeur van de bus geeft met de richtingaanwijzer aan de weg op te willen rijden. Buiten de bebouwde kom geldt deze voorrangsregel niet.