Psychiatrische diagnostiek is de kerncompetentie van de psychiater. Dat betekent dat alle psychiaters deze diagnostiek volgens de hoogste kwaliteitseisen moeten verrichten. De richtlijn heeft daarom als doel het bevorderen van het optimaal en systematisch uitvoeren van de psychiatrische diagnostiek door de psychiater.
Het stellen van een diagnose vraagt om kennis, kunde en zorgvuldigheid. Om die reden mag alleen een gekwalificeerd en bevoegd behandelaar de diagnose stellen, zoals een BIG-geregistreerd gz-psycholoog, psychiater of psychotherapeut.
Artsen, tandartsen en klinisch technologen mogen deze handeling uitvoeren. Dit mogen zij binnen hun deskundigheidsgebied.
Aanbeveling. De diagnose DCD wordt gesteld door een arts die hiertoe geschoold en competent is (kinderrevalidatiearts, kinderarts, jeugdarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater) of door een GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist. De diagnose wordt gesteld met gegevens vanuit een multidisciplinair team.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door professionals, zoals psychologen, GZ-psychologen, klinisch psychologen en psychiaters. Zij doen delen van het onderzoek en worden ingezet bij onderwerpen waar ze veel van weten. Samen met uw vaste professional komen ze tot een heldere beschrijving als antwoord op uw vragen.
Onderzoek wordt gedaan door een hulpverlener die de diagnose mag stellen. Het wijkteam, Centrum voor Jeugd en Gezin, of je huisarts kunnen hiervoor doorverwijzen. Met een online test kom je er niet achter of je kind ADHD heeft. Ook de leerkracht kan dat niet vaststellen.
Diagnostiek is kort gezegd het verzamelen en interpreteren van informatie over een patiënt met het doel vast te stellen welke (benoembare) problemen bij een patiënt aanwezig zijn.
De huisarts verzamelt informatie uit anamnese en lichamelijk en aanvullend onderzoek om een diagnose te stellen. Verder gebruikt hij deze informatie om in te schatten of er risico's bestaan op het ontwikkelen van ziektes, om een ziektebeloop te volgen en om een behandeling in of bij te stellen.
Psychologen zijn professionals met een academische graad in psychologie. Ze zijn opgeleid om psychische stoornissen te diagnosticeren en te behandelen via verschillende vormen van therapie, waaronder cognitieve gedragstherapie, psychoanalytische therapie en dialectische gedragstherapie.
Een huisarts kan de diagnose dementie stellen. Een huisarts kan er ook voor kiezen om iemand door te sturen naar een medisch specialist in bijvoorbeeld geheugenpoli, poli geriatrie of neurologie.
Praktijkondersteuner somatiek
Een praktijkondersteuner heeft een eigen spreekuur en zal ook patiënten bezoeken. Een praktijkondersteuner is niet bevoegd om nieuwe medicatie voor te schrijven en diagnoses te stellen.
Mag een PA voorbehouden handelingen delegeren? Voorbehouden handelingen waartoe de PA bevoegd is mogen door de PA gedelegeerd worden aan een andere zorgprofessional. De PA kan dan ook zelf supervisie geven. Uitzondering hierop is het voorschrijven van UR-geneesmiddelen: deze mag niet door een PA worden gedelegeerd.
Een basispsycholoog mag echter geen diagnose stellen, dat mag alleen gedaan worden door GZ-psychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten en psychiaters. Een basispsycholoog mag onder supervisie behandelingen en onderzoek uitvoeren, maar mag geen diagnoses stellen.
Voor het stellen van de diagnose dyslexie is een academische graad in klinische (kinder- of jeugd-) psychologie of orthopedagogiek vereist, alsmede een erkende bekwaamheidsregistratie in de psychodiagnostiek, minimaal (op het niveau van) de BIG-registratie Gezondheidszorgpsycholoog (bron: FAQ website SDN).
Een psycholoog behandelt mensen met een psychische aandoening, stoornis of andere mentale problemen.
Een zorgverlener, meestal een psycholoog en/of psychiater, zal DID diagnosticeren na het nemen van een gedetailleerde medische geschiedenis en het leren kennen van u en uw symptomen . Uw zorgverlener kan meer informatie verzamelen van mensen die u het beste kennen of de meeste tijd met u doorbrengen.
Het is een vaststaand feit dat psychologen in staat zijn om psychische stoornissen te diagnosticeren . Dit hangt niet zozeer af van het vakgebied waarin ze gespecialiseerd zijn, maar van de competentie van de psycholoog.
Antwoord. Een psychiatrische diagnose kan gesteld worden door een psychiater of een klinisch psycholoog. Als je het niet eens bent met een gestelde diagnose, kun je altijd een second opinion vragen bij een andere psychiater of klinisch psycholoog.
Uw huisarts kan fysieke en mentale aandoeningen en verwondingen diagnosticeren, behandelen en helpen voorkomen. Ze behandelen niet alleen de ziekte, ze behandelen u als persoon.
Alzheimer is meestal makkelijker uit te sluiten door de alzheimereiwitten amyloid en tau te onderzoeken met een MRI- of PET-scan. Voor FTD zijn er nog geen testen die absolute zekerheid geven. Maar in combinatie met MRI en neuropsychologisch onderzoek is de diagnose met biomarkers makkelijker en sneller te stellen.
Diagnosen worden in het dagelijks leven door iedereen gesteld (zal wel een griepje zijn), maar in een meer formele context - vooral als er juridische, financiële of andere gevolgen aan verbonden zijn - is diagnostiek voorbehouden aan gekwalificeerde personen die zich beroepsmatig met gezondheidszorg bezighouden, vooral ...
Er zijn veel verschillende soorten diagnostische procedures. Voorbeelden zijn laboratoriumtests (zoals bloed- en urinetests), beeldvormende tests (zoals mammografie en CT-scan), endoscopie (zoals colonoscopie en bronchoscopie) en biopsie . Ook wel diagnostische test genoemd.
Het concept van de differentiaaldiagnose geeft een inkijkje in de gedachtewereld van de arts. Het is een methode om op een efficiënte manier tot de juiste diagnose te komen. Wanneer de arts de patiënt heeft gesproken en onderzocht, is het nog niet direct duidelijk wat de juiste diagnose is.