De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
In het Staatsrecht kent men het begrip wet in formele zin en wet in materiële zin. Een wet in formele zin is een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure.
Je noemt een wet die voor herhaalde toepassing vatbaar is en algemene regels bevat een wet in materiële zin. Wetten worden gemaakt door bijvoorbeeld de gemeenteraad, Provinciale Staten, de regering en de Staten- Generaal (gezamenlijk). De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
De regering en de Staten-Generaal vormen daarom de formele wetgever. Een wet in materiële zin is een besluit van een daartoe bevoegd orgaan dat algemeen verbindende voorschriften bevat. Alle besluiten van regering en Staten-Generaal via de grondwettelijke procedure zijn wetten in formele zin.
De federale wetgevende macht maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door het parlement en de koning. Het parlement bestaat uit twee kamers, de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers. De federale uitvoerende macht bestuurt het land.
De wetgevende macht bestaat uit het parlement en de regering. Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. De meeste wetsvoorstellen komen van de regering. Het parlement moet vervolgens instemmen met het wetsvoorstel, anders kan het geen wet worden.
Regering controleren en wetten maken
Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
Een wet in formele zin wordt door de hoogste wetgever, dat zijn de regering en Staten-Generaal gezamenlijk, vastegesteld en niet door enig ander overheidsorgaan. Opmerking verdient nog dat ook de Grondwet een wet in formele zin en tevens materiële zin is.
De uitvoerende macht, die voert dingen uit. Dit is bijvoorbeeld de politie, maar ook het leger.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Een AMvB is een besluit van de regering, waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt. De meeste AMvB's berusten op een formele wet. Wanneer dat niet het geval, spreekt men van een 'zelfstandige' AMvB. De regering moet over een ontwerp-AMvB eerst advies van de Raad van State inwinnen.
Reacties. Een wet is vaak verbonden aan een overheid of autoriteiten. Een regel is iets milder van aard en zal meer tussen ''gewone'' mensen tot stand komen.
Verreweg de meeste voorstellen (meer dan 90%) komen van de regering. Het kan een tijd duren voordat een nieuwe wet wordt aangenomen. Er zijn veel mensen die erover beslissen. Als een minister een bepaald onderwerp wil regelen, geeft hij de ambtenaren op zijn departement opdracht om een wetsvoorstel te maken.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
Het aantal wetten en regels is de afgelopen tien jaar met ongeveer duizend toegenomen. Per 1 januari 2019 bedroeg het totale aantal regelingen 9.834.
Wetten zijn geschreven rechtsregels. Elke wet is onderdeel van het recht, maar het recht is breder dan enkel wetten. Ook de rechtspraak (jurisprudentie), de rechtsleer en gewoonten zijn rechtsbronnen. De aankondiging van een wet wordt soms een edict genoemd.
Vanwege deze dubbele taak van de regering is in Nederland geen sprake van een strikte scheiding van de wetgevende macht en de uitvoerende macht, maar spreekt men eerder van 'een spreiding van machten'. De wetgevende macht staat enigermate onder controle van de rechtsprekende macht.
De Koning heeft, bij uitsluiting en zonder restrictie, de volle uitoefening der Regering en van alle de Magt, benoodigd om de uitvoering der Wetten van den Staat te verzekeren, en dezelve te doen eerbiedigen. De uitvoerende magt berust bij den Koning.
De rechtsprekende macht (Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, rechtbanken, gerechtshoven en Hoge Raad) controleert de toepassing van wetten en regelgeving. De trias politica is in Nederland niet volledig aanwezig.
Het parlement (de Staten-Generaal) controleert de regering. Ministers leggen in het parlement verantwoording af over hun beleid.
De Staten-Generaal zijn sinds 1814 de volksvertegenwoordiging, ofwel het parlement, van Nederland. Bij de Grondwet van 1815 werd een tweekamerstelsel ingevoerd en sindsdien bestaat de Staten-Generaal uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is medewetgever: dit betekent dat deze Kamer wetsvoorstellen van de regering kan wijzigen en goed- of afkeuren. Tevens controleert deze Kamer het regeringsbeleid. De Tweede Kamer heeft dus meer macht en middelen dan de Eerste Kamer.
Een regering is een orgaan van de staatkundige organisatie, belast met de uitvoerende macht voor een bepaald grondgebied. Met andere woorden: de regering heeft de bevoegdheid om de wetgeving tot uitvoering te brengen binnen de grenzen van het grondgebied waarover ze die bevoegdheid heeft.
Een kabinet is een bestuursorgaan van hooggeplaatste leden van een regering. Vaak vormt het kabinet binnen deze regering de uitvoerende macht. In Nederland bestaat het kabinet uit de ministers en staatssecretarissen.