Mogelijk komt u in aanmerking voor een Regeling voor vervroegde uittreding (RVU). Uw werkgever betaalt tot 31 december 2025 geen belasting over uw RVU-uitkeringen als u maximaal 3 jaar voor uw AOW stopt met werken. Dit geldt tot een bedrag van €1.874 bruto per maand (bedrag 2022).
De boete bij de RVU (regeling vervroegd uittreden) is een belasting op de werkgeversbijdrage aan de werknemer om deze eerder te laten stoppen met werken. Momenteel wordt de financiële bijdrage van de werkgever belast met een zogenaamde RVU boete van 52%.
Werkgevers betalen geen RVU-heffing tot een bruto bedrag gelijk aan de netto AOW voor een alleenstaande. In 2021 is dit maximaal €1.847,- bruto per maand. Bij een uitkering die hoger is moet de werkgever over het deel dat boven de AOW uitkomt wel RVU-heffing betalen.
Wie mag gebruikmaken van de RVU-regeling? Alle werknemers die maximaal 36 maanden (of minder) voor hun AOW-leeftijd staan, mogen gebruikmaken van de regeling. De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van het oorspronkelijke inkomen, arbeidsverleden en/of fulltime of parttime dienstverband.
Uitkomsten analyse RVU-uitstroom
UWV is op basis van deze registraties in de Polisadministratie nagegaan hoeveel werknemers in 2021 met RVU zijn gegaan. Eind december 2021 waren dat 5.101 werknemers. Per eind april 2021 waren dit nog 1.703 werknemers. Dit zijn overigens niet alleen werknemers die onder een cao vallen.
Als je RVU maandelijks krijgt uitgekeerd, krijg je maximaal €1.874 bruto per maand. De hoogte van de netto RVU-uitkering hangt af van of je loonheffingskorting toepast of niet. Loonheffingskorting toegepast: €1.310 netto per maand. Geen loonheffingskorting toegepast: €1.075 netto per maand.
Als er een RVU in jouw cao is opgenomen kun je de regeling aanvragen bij jouw vakbond, werkgever of bij een specifieke organisatie voor jouw branche. In veel cao's is een RVU-regeling opgenomen.
Rapport over de stand per december 2021 over cao-afspraken over regelingen voor vervroegd uittreden (RVU's). De RVU's maken deel uit van de maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). Dit heeft te maken met afspraken uit het Pensioenakkoord uit 2019).
In veel pensioenregelingen kunt u al voordat u de standaard pensioengerechtigde leeftijd bereikt, stoppen met werken. Maar doordat uw pensioen eerder ingaat, wordt de uitkering een stuk lager. U moet namelijk langer rondkomen met uw pensioengeld.
Deze tijdelijke wet is gunstig voor werkgevers, die willen meewerken aan pensionering vóór de echte pensioendatum. Hij krijgt meer financiële ruimte, omdat er geen extra belasting betaald hoeft te worden tot het drempelbedrag.
Kan ik mijn pensioen naar voren halen? Je pensioen naar voren halen is mogelijk. Je kunt ervoor kiezen om je pensioen maximaal 5 jaar eerder dan je AOW-gerechtigde leeftijd in te laten gaan en daarnaast te blijven werken. Maar ook minder dan 5 jaar eerder met pensioen gaan is een optie.
Het inkomenstekort kan zij aanvullen met spaargeld, eventueel afkomstig uit de ontvangen ontslag-/transitievergoeding. Een korting voorkomen. De pensioenuitkering vervroegen is pas verstandig na de beëindiging van de WW-uitkering. Liever niet eerder, want pensioen kort in de meeste gevallen de WW-uitkering.
Als uw verzamelinkomen minder is dan € 36.409, geldt voor u het belastingtarief van 19,17%. Voor het inkomen boven dit bedrag geldt een tarief van 37,07%. Als uw verzamelinkomen minder is dan € 35.472, geldt voor u het belastingtarief van 19,17%. Voor het inkomen boven dit bedrag geldt een tarief van 37,07%.
U kunt met uw oudere werknemer afspraken maken om eerder met pensioen te gaan. U spreekt een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) af. U betaalt dan 1 of meer uitkeringen tot aan de pensioenleeftijd (AOW). U betaalt hierover 52% belasting (RVU-heffing).
De bruto-uitkering bedraagt € 394,53 per maand. De berekening is: 8 / 38 x 1847; De netto-uitkering bedraagt € 372,83 per maand (met toepassing loonheffingskorting); De netto-uitkering bedraagt € 227,75 per maand (zonder toepassing loonheffingskorting).
Het vroegpensioen in de VVT-sector wordt betaald door de werkgever. Mocht die failliet gaan, dan blijven mensen vroegpensioen krijgen en wordt het betaald uit een speciaal fonds van de sector. Mensen mogen hun vroegpensioen niet aanvullen door ergens anders te werken.
Wie betaalt de RVU uitkering? De regeling wordt betaald door de Stichting RVU Beroepsgoederenvervoer.
Na je 65ste: prepensioen wordt ouderdomspensioen
Laat je je prepensioen niet ingaan, dan zetten we je prepensioen op je 65ste automatisch om in extra ouderdomspensioen. Je krijgt dit extra ouderdomspensioen vanaf je 67ste zolang je leeft.
Het is te simpel voor woorden, maar ieder jaar dat je eerder stopt met werken, heb je een netto jaarinkomen nodig. Stel jouw inkomen is nu €36.000 bruto per jaar inclusief vakantie geld. Netto hou je hieraan over ongeveer €24.000. Je wilt 3 jaar eerder stoppen, dan heb je €72.000 nodig.
Werkgevers en werknemers kunnen vanaf 2021 tot en met 2025 afspraken maken over vervroegd uittreden. Het kabinet steunt dit door een tijdelijke versoepeling van de belasting op regelingen voor vervroegde uittreding (RVU). En via de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU).
Wij raden u aan om uw pensioen uiterlijk 2 maanden voor de gewenste ingangsdatum aan te vragen. In Mijn pensioenplan berekent u eerst uw mogelijkheden. Maakt u een plan dat binnen 6 maanden ingaat, dan kunt u meteen uw pensioen aanvragen. U doorloopt de stappen, controleert uw gegevens en dient de aanvraag in.
Werkgevers mogen sinds 1 januari 2021 tot ruim €22.000 per jaar meebetalen aan het vroegpensioen van werknemers, die tot drie jaar voor hun AOW-leeftijd zitten. De fiscale boete (RVU-heffing) is door het pensioenakkoord geschrapt, maar werkgevers zijn niet verplicht om mee te betalen.
Het gaat om een jaarlijks bedrag van maximaal € 22.488 (per maand is dit € 1.874 in 2022). Netto is dit € 1.312 per maand. Dit bedrag komt overeen met een netto AOW-uitkering voor alleenstaanden. Over inkomen betaalt u belasting (= loonheffing) en premies (o.a. WW, Zvw-bijdrage).
Per 1 juli 2022 zijn de AOW-bedragen als volgt. De bruto AOW-uitkering voor mensen met een partner bedraagt € 914,15 per maand. Het vakantiegeld bedraagt € 49,51. De bruto AOW-uitkering voor een alleenstaande bedraagt € 1.334,94 per maand.