De aanpak van het lerarentekort vraagt inzet van alle betrokkenen. Zo zijn de opleidingen verantwoordelijk voor het goed en flexibel opleiden en besturen en scholen voor goed personeelsbeleid. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zorgt voor randvoorwaarden, zoals financiële maatregelen.
De overheid stelt geld beschikbaar om de werkdruk op scholen aan te pakken. Zo kunnen scholen bijvoorbeeld meer onderwijsassistenten, vak- en invalleraren inzetten om de werkdruk te verlagen. Het Participatiefonds helpt werklozen om terug te keren naar hun werk in het onderwijs.
Sommige basisschoolleerlingen zien dagelijks meerdere leraren voor de klas. Door het grote tekort op basisscholen komt het vaker voor dat klassen geen eigen vertrouwde leerkracht meer hebben. En dat kan negatieve gevolgen hebben voor de leerlingen. "Het kan later in hun leven nog problemen opleveren."
Het tekort aan leraren (9100 fte) en schoolleiders (1100 fte) in het primair onderwijs is hoog en ongelijk verdeeld. De grootste tekorten liggen in het speciaal basisonderwijs, scholen met een hoog schoolgewicht en in de vijf grote gemeenten (G5).
Er zijn wel enkele eisen. Bijvoorbeeld: je hebt minimaal een afgeronde hbo-opleiding óf een afgeronde mbo-opleiding met minimaal drie jaar praktijkervaring in het vak waarin je les wilt geven. Om te bewijzen dat je praktijkervaring hebt, kun je een ervaringscertificaat (EVC ) overwegen.
Volgens het Salarisrapport 2021 van Jobat verdien je in het onderwijs gemiddeld 4.007 euro bruto per maand. Netto houd je daar ongeveer 2.455 euro van over. Het loon van een leerkracht varieert uiteraard volgens de anciënniteit en binnen de verschillende salarisschalen.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
De school is een door het ministerie van OCW bekostigde, erkende of aangewezen instelling. U kunt geen reguliere studiefinanciering meer krijgen, ook niet in de vorm van een lening of studentenreisproduct. U vraagt de tegemoetkoming aan vóór het einde van het studiejaar (31 augustus).
De tekorten zijn het grootst bij wis-, natuur- en scheikunde, informatica, klassieke talen, Frans, Duits en Nederlands.
De vakken waarin tekorten spelen, zijn meestal de bètavakken (natuurkunde, scheikunde en wiskunde), Nederlands, Engels, Duits, klassieke talen en techniek. In sommige regio's zijn er geen tekorten, omdat de uitstroom van leraren gelijk opgaat met de krimp van het aantal leerlingen.
Soms gaat het ook ongewild ten koste van de kwaliteit van onderwijs. Maar met een tekort van 9100 fulltime leraren op de basisscholen en meer dan 1700 voltijdbanen op de middelbare scholen, is het lerarentekort een steeds nijpender probleem.
Het structurele probleem is niet de hoge werkdruk, de hoeveelheid burn-outs, het achterblijvende salaris, of – met al die dingen samenhangend – het lerarentekort. Dat zijn symptomen. Het werkelijke probleem ligt dieper. De overheid kreeg de afgelopen dertig jaar steeds minder te zeggen over het onderwijs.
Kijk, er is een belangrijk verschil tussen symptomen en oorzaken van de problemen in het onderwijs. Symptomen zijn de negatieve EFFECTEN die we ervaren door de werking van het onderwijssysteem. Denk aan het lerarentekort, de hoge werkdruk, het belabberde docentenimago en leerlingen die onderpresteren.
De steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere (de G5) komen gemiddeld 14 procent aan leraren tekort, schreef het Onderwijsblad al eerder. Voor de rest van Nederland is dat gemiddeld 8 procent. Onderlinge verschillen zijn groot, maar er is geen regio meer zonder lerarentekort.
Er is een groeiend tekort aan leraren, maar ook aan onderwijsassistenten. De overheid probeert dit recht te trekken door het aanbieden van betere salarissen. Wie voor het beroep onderwijsassistent kiest, heeft een goed toekomstperspectief.
een afgeronde mbo-opleiding met minimaal 3 jaar praktijkervaring in het vak waarin u les wilt geven. Daarnaast beschikt u op basis van uw opleiding en ervaring over een kwalificatieniveau vergelijkbaar met hbo- of wo-niveau. Het bevoegd gezag van de opleiding beoordeelt uw niveau.
De collegegeldtarieven worden ieder jaar opnieuw vastgesteld. Het wettelijk collegegeldtarief voor studiejaar 2021-2022 bedraagt € 1.084. Dit bedrag kan afhankelijk van je persoonlijke omstandigheden verschillen. Check daarom ook de collegegeldmeter .
U heeft een afgeronde hbo-opleiding leraar basisonderwijs (pabo) nodig om als leraar in het gehele basisonderwijs te mogen werken. Binnen de opleiding zijn specialisaties mogelijk, bijvoorbeeld naar leeftijdscategorie (jonge kind of oudere kind). Maar u moet aan alle eisen voldoen om uw diploma te halen.
De beste manier om te kijken of het onderwijs iets voor jou is: loop een dag of meerdere dagen mee op een school. Je ziet het werk van een leraar, je maakt kennis met de doelgroep waar je les aan gaat geven en je ervaart de sfeer op een school. Veel scholen staan open voor meeloopdagen.
Voor het studiejaar 2021-2022 is het wettelijk collegegeld voor een voltijdopleiding aan een hogeschool of universiteit vastgesteld op € 2.168,-. Voor een deeltijdopleiding ligt het collegegeld vaak iets lager.
Scholen kunnen de subsidie onderwijsassistenten aanvragen. In de jaren 2021 (€ 4 miljoen) en 2022 (€ 4 miljoen) komt er een bedrag van in totaal € 8 miljoen beschikbaar. In 2020 kon in totaal € 11 miljoen subsidie worden aangevraagd. In 2019 was er € 1 miljoen beschikbaar.
Om onderwijsassistent of klassenassistent te worden heeft u een diploma van de mbo-opleiding tot onderwijsassistent nodig. Er zijn verder (nog) geen wettelijke bekwaamheidseisen voor deze beroepen.
In het voortgezet onderwijs verdienen leraren beter. Een starter (tweedegraads) begint met 2747 per maand voor 36,87 uur (zo staat dat in de cao), na 10 jaar zit hij op 3773. Een tweedegraads docent met extra taken zit na 10 jaar op 4353 euro per maand. Na 12 jaar zelfs op 4878.
Een schooldirecteur op een basisschool verdient in 2022 een salaris tussen de € 2.500 en € 3.700 bruto per maand bij een fulltime dienstverband. Een middelbare schooldirecteur verdient een salaris in 2022 tussen de € 4.000 en € 6.000 bruto per maand.
Als startend leerkracht op een basisschool verdien je volgens onze Salaris Check gemiddeld een maandloon van € 2.680 bruto. Netto houd je daarvan € 2.053 over.