Bij een kop-staart botsing is de achterop rijdende auto aansprakelijk als hij niet voldoende afstand hield of niet of te laat remde.
Het was een flinke klap, waardoor u letsel opliep. U heeft rug- of nekklachten, of heeft zelfs een whiplash opgelopen. Maar wie is schuldig en dus aansprakelijk bij een kop staart aanrijding? Bij een kop-staartbotsing is de achterop-rijder in de regel aansprakelijk voor uw letselschade.
Volgens de wet is de achterop rijdende auto, die achterop uw auto botst, vrijwel altijd schuldig. Uitzonderingen zijn situaties waarin u uw voorganger 'snijdt' als u van rijbaan wisselt of inhaalt. Ook wanneer u plotseling hard remt zonder verkeersnoodzaak kunt u de schuld krijgen van een aanrijding van achteren.
Bescherming door de wet (artikel 185 Wegenverkeerswet)
De wet bepaalt dat de bestuurder van het motorrijtuig aansprakelijk is, tenzij hij overmacht kan bewijzen. Dit is een vorm van 'risicoaansprakelijkheid'. Daarbij hoeft men geen schuld te hebben aan het ongeluk, maar is men wel aansprakelijk.
In de meeste gevallen is degene die op de vóór hem rijdende auto botst aansprakelijk bij een kettingbotsing voor de schade van die vóór hem rijdende auto. Maar het kan ook zijn dat de achteroprijdende auto zélf doorgedrukt werd door een auto die hem weer van achter aanreed.
De fietser hoeft geen schuld aan te tonen. De bestuurder van een motorrijtuig kan de fietser aansprakelijk stellen voor de schade door de aanrijding, maar dat is wel complex. De zwakke verkeersdeelnemers worden door de wet beschermd, in artikel 185 Wegenverkeerswet.
In de wet staat dat degene die een onrechtmatige daad begaat (in dit geval een verkeersfout) aansprakelijk is, en dus verplicht is de schade te betalen die de ander door die fout lijdt.
Hoeveel smartengeld u krijgt, is vooraf lastig te bepalen. De rechter kijkt naar uw totale situatie zoals uw leeftijd, hoe erg uw schade is en de invloed hiervan op uw leven. Ook kijkt de rechter hoeveel smartengeld anderen kregen in situaties die ongeveer hetzelfde zijn.
Als eigenaar van de auto bent u aansprakelijk voor alle schades en de meeste boetes die de bestuurder van de auto veroorzaakt. Ook wordt dit alles onder uw naam geregistreerd bij uw verzekeraar. Denk hierbij niet alleen aan schades, maar ook aan (dodelijke) ongelukken.
Wegrijden van een plaats van een verkeersongeval is strafbaar. Dat is bepaald in artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 94). Dit artikel verbiedt twee dingen: doorrijden na een verkeersongeval waarbij iemand overlijdt of een ander letsel of schade heeft opgelopen, zonder dat je je identiteit kenbaar hebt gemaakt.
Wie mag een verklaring afleggen? Iedereen die het ongeval heeft waargenomen kan een verklaring afleggen. Dat kan een voorbijganger zijn, een inzittende van een auto, uzelf, een omstander etc. De meeste waarde wordt gehecht aan een verklaring van een onafhankelijke getuige.
Officieel gezien moet je schade die jij toebrengt aan een ander binnen drie dagen ná de aanrijding of het ongeval bij de eigen WAM-verzekeraar melden. Wordt de verzekeraar niet tijdig op de hoogte gebracht, dan kan met in theorie uitkering weigeren.
Whiplash en werk: 75% van de whiplash slachtoffers is na 6 tot 12 maanden volledig herstelt. Gemiddeld gaan mensen met whiplash klachten daarom 6 tot 12 maanden na een ongeval weer werken. Het aanpassen van de werkzaamheden en beperken van de belasting is belangrijk als u weer gaat werken met een whiplash.
Enkele dagen rust kunnen zinvol zijn, maar beperk dit tot maximaal vier dagen. Probeer zo snel mogelijk je activiteiten te hervatten. Beweging bespoedigt immers het herstel. Angst om te bewegen en schrik voor blijvende klachten werken daarentegen een chronische whiplash in de hand.
Acute en chronische whiplash
In de meeste gevallen verdwijnen de klachten binnen de 4 tot 6 weken na het ongeval. Heb je na 3 maanden nog steeds klachten? Dan spreken we van een chronische whiplash. Bijna 14 tot 24% van de personen met een whiplash hebben aanslepende of chronische klachten.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Dit staat in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens: "bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers". Alleen voor voetgangers gelden dus bijzondere verkeerregels en voorrangsregels. Voor fietsers niet! Een fietser van rechts heeft dus voorrang, ook op een auto of scooter.
Ook als de zwakke verkeersdeelnemer moet uitwijken omdat het motorvoertuig een onverwachte beweging maakt of er onverwacht een deur wordt opengedaan, is de bestuurder van het motorvoertuig aansprakelijk. Alleen als de automobilist juridisch geen enkel verwijt kan worden gemaakt, kan hij een beroep doen op overmacht.
De bedrijfsregeling Schuldloze derde (BR 7) is in het leven geroepen voor slachtoffers die tussen wal en schip dreigen te vallen bij een aansprakelijkheidsdiscussie tussen twee of meer verzekeraars die bij een ongeval betrokken zijn.
Bij een kettingbotsing wordt een auto doorgeduwd door een achteraanrijding, waardoor een botsing ontstaat tussen de aangereden auto en de auto daarvoor. De achterste auto betaalt meestal de letselschade die ontstaat door een kettingbotsing. Maar het is niet altijd de achterste auto die de schade betaalt.
Ten eerste is het doorrijden na een aanrijding strafbaar in Nederland. De straf hierop zijn een boete tot maximaal 8100 euro of een gevangenisstraf tot drie maanden zijn, daarbij kan iemand ook nog zijn rijbewijs voor 5 jaar kwijtraken. De bestuurder heeft wel 12 uur om zich nog vrijwillig bij de politie te melden.
Heeft u schade aan uw auto of motor en is de dader onbekend? Dan kunt u een beroep doen op het Waarborgfonds Motorverkeer. Dit fonds vergoedt in veel gevallen de schade. U moet wel kunnen aantonen dat de schade is veroorzaakt door een motorvoertuig.