Van de boeken van het Nieuwe Testament hebben er vier de vorm van een evangelie. De traditie heeft deze geschriften op naam gezet van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Lucas is ook de auteur van de Handelingen van de Apostelen, een boek dat een vervolg biedt op zijn Evangelie.
Het boek dat christenen het Nieuwe Testament zijn gaan noemen en waarin hun ervaringen met Messias Jezus zijn neergelegd, is ook het werk van diverse auteurs, ontstaan in een periode van 50 jaar in de eerste eeuw na Christus.
In de meeste Bijbelboeken wordt wel een auteur genoemd. Aan Mozes worden de eerste vijf boeken van de bijbel toegeschreven. Koning Salomo wordt opgevoerd als auteur van het boek Prediker.
Van oorsprong is het Oude Testament een joods geschrift. De christenen hebben het overgenomen en erkend als Heilige Schrift. Zij hebben aan dit geschrift het in het Grieks geschreven Nieuwe Testament toegevoegd. In het Nieuwe Testament staat Jezus Christus centraal.
De brieven van Paulus zijn waarschijnlijk de oudste geschriften in het Nieuwe Testament, hoewel ze niet allemaal tegelijkertijd geschreven zijn.
Het Evangelie van Thomas, niet te verwarren met het Kindheidsevangelie van Thomas, is geschreven tussen 130 en 160 in het Koptisch. Het is kort en het bekendste apocrief; het bestaat uit 114 uitspraken (logia) die van Jezus zouden zijn. Evangelie van Filippus waarschijnlijk geschreven door een leerling van Valentinus.
Het Nieuwe Testament is geschreven in het Grieks, de taal die toen het meest gesproken werd. De Bijbel is vertaald in vele talen.
Het Nieuwe Testament is het tweede deel van de christelijke Bijbel. Het is een verzameling van 27 geschriften, die allemaal getuigen van het geloof in Jezus als de door God gezonden Messias.
Ook al ziet de Bijbel er als één boek uit, de Bijbel is eigenlijk een verzameling van 66 boeken die door verschillende mensen en in verschillende tijden zijn geschreven. De Bijbel bestaat uit twee hoofddelen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament.
Een bijzondere vondst in een grot ten zuiden van de Israëlische hoofdstad Jeruzalem. Voor het eerst in tientallen jaren zijn daar 1900 jaar oude Bijbelse documenten gevonden. "Een mooie vondst, dit keer zijn ze wél echt", zegt een expert erover.
Het hindoeïsme komt uit India en is de oudste godsdienst op aarde. De hindoes vereren veel goden en godinnen. Ze denken dat alle goden eigenlijk verschillende vormen van één goddelijke oerkracht zijn. De heilige boeken zijn de Veda's.
Dat Jezus Aramees sprak, is vrijwel onomstreden. De semitische taal werd in de tiende eeuw voor Christus al gesproken in steden als Damascus en groeide tussen 700 en 300 voor Christus uit tot de voertaal in de landen rond de oostkust van de Middellandse Zee.
Katholieken hebben altijd hun eigen bijbelvertaling gehad, ook al omdat de Statenvertaling werd gezien als de Bijbel van de protestanten. De katholieke Willibrordvertaling uit 1975 bevat een aantal extra boeken, die door protestanten niet als authentiek worden beschouwd.
Vanaf 18 juli is het oudste Nederlandstalige gedrukte boek, de “Delftse bijbel” uit 1477, voor iedereen digitaal beschikbaar. De Delftse bijbel werd bijna twee eeuwen eerder gedrukt dan de Statenvertaling uit 1637.
Verhaallijn Marcus. Marcus is het kortste en meest simpele evangelie. Matheüs schreef met als doelgroep de Joden, Johannes voor de Grieken en Marcus voor de 'heidenen': mensen die er sowieso nog geen hol van begrepen.
Een testament is een document waarin iemand vastlegt wat er bij overlijden moet gebeuren met zijn of haar nalatenschap. Iedereen die overlijdt, laat iets na. Dit kunnen bijvoorbeeld geld, schulden, spullen of dieren zijn. In een testament staat hoe deze erfenis wordt verdeeld en wie de executeur is.
De basis Bijbel is een prima Bijbel omdat hij op de Statenvertaling is gebaseerd en toch echt gemakkelijk leesbaar is.
De Bijbel bestaat uit twee delen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Deze zijn samengesteld uit theologisch-bedoelde verhalen, hymnen, allegorische erotica, parabelen en didactische brieven. Ze werden geschreven of definitief gemaakt in bijna 1.000 jaar tussen de 8e eeuw v. Chr.
Jezus is geboren ca 4 v. Chr., rond de tijd dat Herodes de Grote stierf. Hij bracht zijn kinder- en jeugdjaren door in Nazareth in Galilea. Hij werd gedoopt door Johannes de Doper.
De Bijbel (uit het Grieks: biblia = boeken) is het heilige boek van de christenen. Centraal staat de Drie-eenheid: God de Vader, Jezus Christus Zijn Zoon en de Heilige Geest. De Bijbel wordt door veel christenen als het onfeilbare woord van God gezien en door hen ook op die manier behandeld.
Paulus schrijft I Korintiërs, net als Galaten, in Efeze (in 52-53). Hij reageert op berichten uit de gemeente van Korinte. Hij heeft van de 'huisgenoten van Chloë' mondelinge informatie ontvangen over de situatie aldaarmaar ook een brief van de Korintiërs ontvangen (7:1).
De evangeliën zijn de eerste vier boeken in het Nieuwe Testament: het Evangelie volgens Matteüs (circa 75-90 n. Chr.) het Evangelie volgens Marcus (circa 65-70 n.
Eerste keer genoemd (1300 voor Christus)
In de Bijbel staat het volgende: “De Heer zei tegen Mozes: 'Jullie moeten goed onthouden wat er gebeurd is. Daarom moet je het opschrijven.” (Exodus 17: 14a) Dit is de eerste keer dat er opdracht wordt gegeven geschiedenis te schrijven.
De vraag was alleen: wanneer precies? Het antwoord lag besloten in de Bijbel: je hoefde alleen maar een optelsom te maken van de leeftijden der aartsvaders en generaties van koningen. Afhankelijk van de berekeningswijze liepen de scheppingsdata niettemin flink uiteen, van pakweg 4000 tot 7500 jaar voor Christus.
De Tora is het eerste deel van de Tenach, de joodse bijbel. Het tweede deel van de Tenach bestaat uit boeken van joodse profeten. In het derde deel staan boeken met verhalen en gedichten. De Tora zit om twee houten rollers gewikkeld.