Het geld voor de koets werd ingezameld door de Vereeniging van het Amsterdamsche Volk tot het Aanbieden van een Huldeblijk aan H.M. Koningin Wilhelmina. Het bedrag werd ingezameld door buurtverenigingen, met name in de volkswijk de Jordaan.
Deze kosten zijn opgevangen binnen Begroting I de Koning. De kosten voor de restauratie van de Gouden Koets behoren tot de functionele uitgaven (artikel 2) van de begroting van de Koning. De restauratiekosten worden opgevangen binnen het materiële budget van de Dienst van het Koninklijk Huis.
De Gouden Koets is ook geen eigendom van de Koning, maar is ondergebracht in de Stichting Kroongoederen. Ook andere zaken die behoren bij het Koninklijk ceremonieel, zoals de Koninklijke Kroon, zijn ondergebracht in een stichting. De Gouden Koets staat ten dienste van de Koning.
De Gouden Koets is al omstreden, vooral vanwege het zijpaneel Hulde der koloniën. Vanwege de discussie besloot koning Willem-Alexander in januari dit jaar de Gouden Koets ook na de restauratie van het rijtuig voorlopig niet meer te gebruiken.
Koningin Wilhelmina kreeg de Gouden Koets bij haar inhuldiging in 1898 cadeau van de Amsterdammers. Ze nam het rijtuig in 1901 pas in gebruik bij haar huwelijk. Sindsdien deed de koets dienst bij huwelijken en doopfeesten van de Oranjes en sinds 1903 op Prinsjesdag.
Het kosten van het groot onderhoud aan de Gouden Koets worden geschat op zo'n 1,2 miljoen euro. Het rijtuig dat op Prinsjesdag wordt gebruikt om het staatshoofd naar de Ridderzaal te rijden, is mogelijk zeven jaar uit de roulatie.
De kosten van de restauratie van de Gouden Koets bedroegen eveneens 1,2 miljoen euro. Net als bij de restauratie van de Glazen Koets zijn deze kosten opgevangen binnen Begroting I de Koning en zijn niet extra ten laste van de belastingbetaler gekomen.
De bespanning
De Gouden Koets is bestemd om door acht paarden te worden getrokken, vandaar de bijzondere hoogte van de bok.
Gouden Koets bezichtigen
Van 18 juni 2021 tot en met 27 februari 2022 was de gerestaureerde Gouden Koets tentoongesteld in het Amsterdam Museum. Deze tentoonstelling ging over onder andere de geschiedenis, het ambacht en de symboliek rond de Gouden Koets.
De koets is gebruikt voor de kroning van elke Britse koning(in) sinds George IV (1821). Ook bij de kroning van Elizabeth II in 1953, bij haar zilveren jubileum (1977) en haar gouden jubileum (2002) werd de Gouden Koets ingezet. De koets weegt vier ton, is 7,3 meter lang en 3,7 meter hoog.
De Glazen Koets werd in 1826 voor Koning Willem I gebouwd door P. Simons uit Brussel. De koets heeft een eenvoudig gevormde donkerblauwe kast, die is afgezet met een brede vergulde lijst van laurierbladeren en eikenbladeren. Het rijtuig heeft zeven ramen met geslepen glas.
De Afdeling Koets- en Rijstal van het Koninklijk Staldepartement omvat ongeveer dertig paarden en ruim zeventig rijtuigen. Het grootste deel van de Koninklijke rijtuigen staat opgesteld en kan bekeken worden in Nationaal Museum Paleis Het Loo in Apeldoorn.
Eerste gebruik. Op 7 februari 1901 werd de Gouden Koets voor het eerst gebruikt bij het huwelijk van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik.
Van 18 juni 2021 tot en met 27 februari 2022 was de Gouden Koets na een restauratie van ruim vijf jaar te zien in het Amsterdam Museum. In een tentoonstelling werden uiteenlopende verhalen uitgelicht.
De Gouden Koets | Amsterdam Museum.
Vanaf 2016 ging de Gouden Koets in restauratie en is de Glazen Koets ingezet op Prinsjesdag. In 2020 en 2021 ging de rijtoer van de Koning niet door. Dit kwam door maatregelen tegen het coronavirus. Sinds juni 2020 is de gerestaureerde Gouden Koets te zien in het Amsterdam Museum.
De opknapbeurt werd uitgevoerd binnen de begroting van de koning, die de vrijheid heeft te bepalen hoe hij dit geld uitgeeft. De restauratiewerkzaamheden werden in de eerste helft van 2021 afgerond. De koets werd van juni 2021 tot en met februari 2022 tentoongesteld in het Amsterdam Museum.
Het Koninklijk Staldepartement zorgt voor het vervoer van de leden van het Koninklijk Huis, hun gasten en de hofhouding. Het departement werd in 1815 door Koning Willem I opgericht. In 1878 werd het huidige onderkomen aan de Hogewal in Den Haag in gebruik genomen. Het ligt op het terrein van Paleis Noordeinde.
Circa 1450. Vijftiende-eeuwse rijtuigbouwers uit de Hongaarse stad Kocs hingen de carrosserie op aan leren riemen. Dat maakte de kar definitief tot een koets. Zo werd het voertuig – tot dan toe slechts een rudimentair vervoersmiddel – inzetbaar als luxe-voertuig voor staatshoofden.
Een koets is een twee- of vierwielig gesloten rijtuig, getrokken door een of meer trekdieren (meestal paarden). In tegenstelling tot een boerenwagen of een kar (tweewielig) is een koets goed geveerd en gesloten, waardoor de passagiers comfortabel kunnen zitten en beschermd zijn tegen weer en wind.
Een wagen is een voertuig, meestal met vier wielen, die voortgetrokken wordt door één of meer trekdieren. Een koets is een vierwielig rijtuig, getrokken door één of meer trekdieren (meestal paarden).
Wat niet veel mensen weten is dat de Gouden Koets een geschenk van de Amsterdammers was. De ontvanger was Nederlands eerste vrouwelijke monarch: koningin Wilhelmina die op 31 augustus 1898 haar achttiende verjaardag vierde en kort daarna in de hoofdstad werd ingehuldigd.
Prinsjesdag is de dag waarop de Koning(in) naar het parlement komt om de Troonrede voor te lezen. Dat gebeurde voor het eerst op 2 mei 1814. De Troonrede werd aanvankelijk uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de zitting (vergaderperiode) van de Staten-Generaal.
De naam. De naam 'Prinsjesdag' stamt al uit de achttiende eeuw. Het komt van de viering van verjaardagen van leden van de stadhouderlijke familie. 'Prinsjes' slaat hierbij op de kinderen van de oranjegezinden die bij zulke gelegenheden feestelijk gekleed waren.