Er bestaat geen universele gebarentaal, maar wereldwijd worden er meer dan 100 verschillende gebarentalen gebruikt. Het is dan ook geen systeem dat is bedacht en nu wordt geleerd; net als gesproken talen ontstaan gebarentalen op natuurlijke wijze.
Het is niet zo dat in alle landen dezelfde gebarentaal wordt gebruikt. Elk land heeft namelijk zijn eigen gebarentaal. Dit heeft te maken met het feit dat een taal zich ontwikkelt in een gemeenschap dus waar mensen bij elkaar zijn en communiceren, ontstaat een taal.
Men dacht aanvankelijk dat doven geen onsterfelijke ziel hadden, omdat Paulus gezegd heeft: 'Zo is dan het geloof uit het horen', en doven werden om die reden uitgestoten. Later wilde men dove kinderen tot elke prijs leren lezen, opdat zij het geloof op die wijze deelachtig konden worden.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt. Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Gebarentalen verschillen niet alleen sterk van elkaar, maar ook van de gesproken talen uit dezelfde omgeving. NGT heeft bijvoorbeeld echt andere grammaticaregels dan het Nederlands: zo komt in NGT het werkwoord helemaal achteraan in de zin, terwijl het in het Nederlands verder naar voren staat.
Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren.
Wat zijn de voordelen van gebaren? Door taal te ondersteunen met gebaren kun je als leraar beter communiceren met dove of slechthorende leerlingen en leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (tos). Door gebaren te gebruiken, is de taal minder vluchtig en makkelijker te begrijpen.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
Doven hebben ook een naam in gebaren. Dit heet een naamgebaar. Voor dove kinderen zijn naamgebaren onmisbaar om te kunnen praten over mensen die op dat moment niet aanwezig zijn. Een naamgebaar is vaak afgeleid van een karakter, hobby, uiterlijk kenmerk of beroep, of van de betekenis van de naam van een persoon.
Wat is gebarentaal? “Gebarentaal is de natuurlijke taal van doof geboren mensen” Gebarentaal is een visuele taal. De taal wordt zichtbaar gemaakt door handen, mimiek en houding. De Nederlandse gebarentaal is een volwaardige taal, een taal met een eigen grammatica.
Maar de gebarentalen van beide landen verschillen nog veel meer van elkaar: misschien wel net zoveel als het Nederlands en het Spaans. Toch communiceren doven vrij makkelijk over de grens, omdat ze van jongs af aan gewend zijn zich aan te passen aan hun gesprekspartner.
Inmiddels zijn er zo'n 5000 gebaren gestandaardiseerd. Ze zijn te zien op het online gebarenwoordenboek van het Nederlands Gebarencentrum (zie externe links) en verkrijgbaar op dvd-rom Standaard lexicon deel 1 en 2. In 2004 hebben veel prelinguaal doven in Den Haag gedemonstreerd voor erkenning van hun gebarentaal.
Gebaar voor eten:
Doe alsof je een lepel vast pakt. Stop die in je mond, neem een hapje.
Gebarentaal kun je leren bij de verschillende welzijnsstichtingen voor doven. De adressen vind je op de site van het gebarencentrum, http://www.gebarencentrum.nl. De cursussen die zij verzorgen zijn voor ouders, familie en werknemers.
Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer gebarentalen die wetenschappers nog niet kennen. Duitse doven zullen een gesprek tussen Nederlandse doven niet zo maar kunnen volgen, om maar een voorbeeld te noemen. Dit laat zien dat het verschillende talen zijn.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
Gebarentaal. Veel dove mensen communiceren door middel van gebarentaal. Voor hen is gesproken taal minder toegankelijk, doordat zij de klanken niet kunnen horen. In gebarentaal staan de handen, het gezicht en de ogen centraal.
Er zijn vaak ook verschillende 'dialecten'. De Nederlandse gebarentaal kent vijf dialecten, wat te maken heeft met de vijf oorspronkelijke dovenscholen waar de taal zich ontwikkelde. Naast regionale verschillen zijn er ook verschillen tussen de generaties en tussen jongens en meisjes.
In Nederland zijn ongeveer 500.000 doven en van deze groep zijn ongeveer 30.000 mensen afhankelijk van gebarentaal. Dat wil zeggen dat gebarentaal hun eerste taal is. Net zoals gesproken Nederlands de eerste taal is voor de meeste horende Nederlanders.